31 322 Kinderopvang

Nr. 288 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 15 februari 2016

Middels deze brief informeer ik uw Kamer over enkele onderwerpen aangaande Kinderopvang. Omdat deze brief ook ingaat op de definitieve berekeningen Kinderopvangtoeslag 2014 aan ouders begin dit jaar, stuur ik deze brief mede namens de Staatssecretaris van Financiën.

Allereerst ga ik in op mijn besluit om de start van het personenregister kinderopvang en peuterspeelzalen uit te stellen om zodoende de ICT-uitvoerders meer tijd te geven de uitvoering zorgvuldig voor te bereiden.

Ten tweede wordt middels deze brief tegemoet gekomen aan de verzoeken van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid om een overzicht te geven van de getroffen ouders en de stand van zaken rondom de afhandeling van de bezwaren op de onjuiste definitieve berekeningen Kinderopvangtoeslag 2014, zoals deze begin dit jaar zijn uitgestuurd. 1

Ten derde wil ik u informeren over een correctie van de cijfers kinderopvang over het derde kwartaal van 2015. Vervolgens ontvangt u aanvullende cijfers over het aandeel mannen dat werkzaam is in de kinderopvang van het pensioenfonds kinderopvang PFZW. Dit in aanvulling op de eerder gestuurde CBS-cijfers.2 Tot slot stuur ik u bij deze verzamelbrief ook het eindrapport van de monitor pilot gemeentebrede dagarrangementen.

1. Uitstel start personenregister kinderopvang en peuterspeelzaalwerk

De datum van inwerkingtreding van de wijziging van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (Wko) in verband met de totstandbrenging van een personenregister kinderopvang en peuterspeelzaalwerk en het mogelijk maken van meertalige buitenschoolse opvang wordt uitgesteld.

Het uitstel wordt veroorzaakt door problemen bij het inrichten van het beheer en de ICT omgeving van het register waardoor de invoeringsdatum van 1 mei 2016 niet meer op een verantwoorde wijze haalbaar is.

Op dit moment is nog niet vast te stellen hoe groot de vertraging zal zijn. Ik heb opdracht gegeven om de problemen in kaart te brengen, evenals de oplossingsrichtingen. Ik verwacht uw Kamer uiterlijk april nader te kunnen informeren.

Huidige systematiek van continue screening loopt door

De vertraging heeft geen gevolgen voor het huidige systeem van continue screening in de kinderopvang waarbij gebruik wordt gemaakt van bestaande gegevensbestanden. De tweejaarlijkse VOG-plicht voor de stagiairs, uitzendkrachten en vrijwilligers blijft van kracht tot de datum van inwerkingtreding en ingebruikname van het personenregister. Vanaf dat moment zullen ook deze groepen deel uitmaken van de continue screening. Hiermee blijft de veiligheid in de kinderopvang op het huidige niveau gehandhaafd.

Mogelijk ook uitstel voor meertalige buitenschoolse opvang

In de wet is voor de inwerkingtreding van de meertalige buitenschoolse opvang een flexibele inwerkingtredingsdatum opgenomen. Oorspronkelijk was het uitgangspunt dat dit onderdeel van de wetswijziging op hetzelfde moment in werking zou treden als de invoering van het personenregister. De ontstane vertraging bij het personenregister leidt er mogelijk toe dat het voorgenoemde uitgangspunt wordt losgelaten. Ik zal uw Kamer ook hierover uiterlijk april nader informeren.

2. Definitieve berekening Kinderopvangtoeslag 2014

Begin januari 2016 zijn ca. 89.000 definitieve berekeningen Kinderopvangtoeslag 2014 aan burgers verzonden. Via (social) media kwam daarop het signaal dat in een aantal gevallen de gegevens op basis waarvan de definitieve berekening heeft plaatsgevonden niet juist of niet volledig waren. Analyse van de signalen wees op een fout in de aanlevering van de gegevens door kinderopvangorganisaties waardoor verkeerde of niet volledige gegevens zijn aangeleverd aan de Belastingdienst/Toeslagen. Op de site van de Belastingdienst/Toeslagen staat sinds vrijdag 8 januari wat burgers, die met een mogelijk onjuiste definitieve berekening te maken hebben, kunnen doen.

Met de wetenschap is bepaald in welk deel van de populatie de volgende problematiek voorkomt:

  • Voor de definitieve berekeningen is gebruik gemaakt van verkeerde informatie van kinderopvangorganisaties over het aantal opvanguren.

  • Vanwege deze fout is bij een groep ouders mogelijk ten onrechte het aantal opvanguren naar beneden gebracht.

Reeds afgeronde en toekomstige batches met definitieve berekeningen kinderopvangtoeslag 2014 zijn onderzocht met als resultaat dat er drie batches te onderscheiden zijn waarin het probleem mogelijk voorkomt:

  • De batch met datum 7 januari 2016;

  • De batch met datum 28 januari 2016;

  • Een populatie waarvan de definitieve berekening nog gemaakt moet worden.

Oplossingen

  • De batch met datum 7 januari 2016: Nu duidelijker is bij welke kinderopvanglocaties de fout zich heeft voorgedaan, wordt nader geanalyseerd welk deel van de gevallen nog niet in bezwaar is gegaan. Deze restgroep zal door de Belastingdienst/Toeslagen actief worden hersteld. Deze actie start na afloop van de bezwaartermijn (eind februari 2016).

  • De batch met datum 28 januari 2016: betreffende aanvragers (ca. 300) worden (en zijn al) persoonlijk geïnformeerd vóór de onjuiste definitieve berekening op de mat valt. De onjuiste berekening wordt direct, actief door Belastingdienst/Toeslagen, hersteld.

  • Een populatie waarvan de definitieve berekening nog gemaakt moet worden. Voor aanvragers van deze kinderopvangorganisaties kunnen de gevallen die onjuiste of onvolledige gegevens bevatten actief door de Belastingdienst/Toeslagen worden hersteld.

Aantal bezwaren

  • Tot 8 februari 2016 zijn in totaal 6614 bezwaren ontvangen tegen de definitieve berekening kinderopvangtoeslag 2014 met datum 7 januari 2016. Hierin zitten echter ook reguliere bezwaren, die om een andere reden zijn ingediend.

  • Pas na behandeling van de bezwaren, kan worden vastgesteld hoeveel bezwaren zijn ingediend op basis van de problematiek. De bezwaren worden direct behandeld.

Overleg met de branche

Zowel met BOinK, de belangenbehartigers van de ouders, als met de Brancheorganisatie Kinderopvang is contact geweest over de kwestie en de oplossingen inzake de definitieve toeslagen 2014. Met de Brancheorganisatie en de ketenpartners binnen de Belastingdienst wordt overleg gevoerd om herhaling van deze fout bij de definitieve berekeningen voor 2015 te voorkomen.

3. Omissie in tabel cijfers kinderopvang derde kwartaal

Op 11 december 2015 zijn op de website van rijksoverheid de cijfers kinderopvang over het derde kwartaal gepubliceerd3. Na een signaal blijkt dat in tabel 6 «Ontwikkeling gemiddelde uurprijs» de maximum uurprijs van gastouderopvang in het jaar 2013 niet correct is. Per abuis was het bedrag € 5,60 opgenomen, terwijl het juiste bedrag € 5,17 is. De tabel is hierop gecorrigeerd, waarbij gelijktijdig het onderdeel «relatief verschil gemiddelde t.o.v. maximum uurprijs» voor gastouderopvang voor het jaar 2013 is aangepast.

4. Cijfers mannen werkzaam kinderopvang

Op 12 november heeft het lid Yücel van de PvdA vragen gesteld over het aandeel mannen dat werkzaam is in de kinderopvang. Naast de cijfers van het CBS4, heeft het pensioenfonds kinderopvang PFZW cijfers over medewerkers die pensioen opbouwen via de verplichte aansluiting via de werkgevers.

Het pensioenfonds voor de sector kinderopvang PFZW registreert de afgelopen tien jaar vier procent mannen in de kinderopvang. De helft van de mannen werkt in beleid-, staf of ondersteunende functies5. In het primair proces van de opvang van kinderen werken dus twee procent mannen. Er zijn geen gegevens beschikbaar voor dagopvang of bso afzonderlijk. Andere bronnen komen op iets hogere cijfers uit, onder andere doordat er meer groepen in de registratie worden meegenomen. Zoals genoemd bij de eerdere beantwoording van de Kamervragen komen de cijfers van het CBS hoger uit doordat bijvoorbeeld ook onderwijsassistenten, peuterspeelzaalmedewerkers, oppasouders en au-pairs worden meegenomen.

5. Onderzoek monitoring pilot gemeentebrede dagarrangementen

In de verzamelbrief Kinderopvang van september 20156 heb ik toegezegd uw Kamer te informeren over de monitor pilot gemeentebrede dagarrangementen. Deze monitor is uitgevoerd door het Kohnstamm Instituut en vond plaats in het kader van de pilot gemeentebrede dagarrangementen. Deze pilot is uitgevoerd in de periode 2012–2015 en werd begeleid door het Landelijk Steunpunt Brede Scholen (hierna: LSBS). In de genoemde verzamelbrief heb ik u reeds geïnformeerd over het rapport van het LSBS en mijn reactie daarop. Inmiddels is ook het eindrapport van de monitor gereed. U vindt deze als bijlage bij deze brief7.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, L.F. Asscher


X Noot
1

Verzoek d.d. 21-01-2016.

Verzoek d.d. 03-02-2016.

X Noot
2

Aanhangsel Handelingen II 2015/16, nr. 864.

X Noot
4

Aanhangsel Handelingen II 2015/16, nr. 864.

X Noot
5

AZW 2015 werknemersenquete arbeid in zorg en welzijn, www.azwinfo.nl.

X Noot
6

Kamerstuk 31 322, nr. 281.

X Noot
7

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.

Naar boven