31 320
Regels omtrent energie-efficiëntie (Wet implementatie EG-richtlijnen energie-efficiëntie)

nr. 18
NADER GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID JANSEN TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 15

Ontvangen 3 juli 2008

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid, onderdeel a, komt te luiden:

a. een eindafnemer hierom vraagt, tenzij het ter beschikking stellen technisch onmogelijk is of financieel niet redelijk is;

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

3. Een beheerder van een warmtenet of een koudenet voorziet in een transparante, eenvoudige en goedkope procedure voor de behandeling van klachten van eindafnemers over de betrouwbaarheid van de meetinrichting.

Toelichting

Het uitgangspunt in de wet dient te zijn dat behoudens onmogelijkheid of onredelijkheid om aan dit verzoek te voldoen de beheerder van een warmte- of koudenet aan eindafnemers een individuele meter ter beschikking stelt. Binnen dit uitgangspunt past niet de uitzonderingsgrond dat het beschikbaar stellen van de meter «... niet in verhouding staat tot de potentiële energiebesparingen.» De eindafnemer betaalt voor de meetdienst, zou daarom zelf de afweging moeten maken of het plaatsen van een meter wenselijk is of niet. Daarom schrapt het amendement deze uitzonderingsgrond.

De huidige praktijk van de energiesector laat zien dat er nogal wat geschillen zijn tussen beheerders van een warmte-/koudenet en hun eindafnemers, waarin de betrouwbaarheid van de meter ter discussie staat. Daarom verplicht het amendement de beheerders van warmte- en koudenetten om te voorzien in een transparante, goedkope en toegankelijke klachtenregeling.

Jansen

Naar boven