nr. 15
GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID JANSEN TER VERVANGING VAN
DAT GEDRUKT ONDER NR. 9
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid, onderdeel a, komt te luiden:
a. een eindafnemer hierom vraagt, tenzij het ter beschikking stellen
technisch onmogelijk is of financieel niet redelijk is;
2. Het tweede lid, aanhef komt te luiden:
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld
omtrent:
3. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
3. Een beheerder van een warmtenet of een koudenet voorziet in een
transparante, eenvoudige en goedkope procedure voor de behandeling van klachten
van eindafnemers over de betrouwbaarheid van de meetinrichting.
Toelichting
Het uitgangspunt in de wet dient te zijn datbehoudens onmogelijkheid of
onredelijkheid om aan dit verzoek te voldoen- de beheerder van een warmteof
koudenet aan eindafnemers een individuele meter ter beschikking stelt. Binnen
dit uitgangspunt past niet de uitzonderingsgrond dat het beschikbaar stellen
van de meter «... niet in verhouding staat tot de potentiële energiebesparingen».
De eindafnemer betaalt voor de meetdienst, zou daarom zelf de afweging moeten
maken of het plaatsen van een meter wenselijk is of niet. Daarom schrapt het
amendement deze uitzonderingsgrond.
De huidige praktijk van de energiesector laat zien dat er nogal wat geschillen
zijn tussen beheerders van een warmte-/koudenet en hun eindafnemers, waarin
de betrouwbaarheid van de meter ter discussie staat. Daarom verplicht het
amendement de beheerders van warmte- en koudenetten om te voorzien
in een transparante, goedkope en toegankelijke klachtenregeling.
Jansen