31 319
Wijziging van de Waterschapswet in verband met de opneming van de eis van volledige rechtsbevoegdheid voor belangengroeperingen die deelnemen aan de verkiezingen

nr. 3
MEMORIE VAN TOELICHTING0

Doel en aanleiding wetsvoorstel

Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt, omdat het zonder meer instemmend luidt/uitsluitend opmerkingen van redactionele aard bevat (artikel 25a, vierde lid, onderdeel b, van de Wet op de Raad van State).Dit wetsvoorstel strekt tot het opnemen van de eis van volledige rechtsbevoegdheid voor belangengroeperingen die willen deelnemen aan de waterschapsverkiezingen. Het opnemen van deze eis is toegezegd tijdens de mondelinge behandeling van de Wet Modernisering waterschapsbestel (hierna Wet) in de Eerste Kamer der Staten-Generaal (Handelingen I 2006/07, blz. 899). Deze Wet is inmiddels gepubliceerd en zal uiterlijk in december 2007 inwerking treden.

Waterschapsverkiezingen in najaar 2008

In eerste instantie heb ik als tussenoplossing de eis van rechtsbevoegdheid opgenomen in het ontwerp-Waterschapsbesluit dat thans ter advisering bij de Raad van State ligt. Om echter iedere discussie over de mogelijk onvoldoende grondslag hiervoor uit te sluiten en zeker te stellen dat de eis gaat gelden voor de komende waterschapsverkiezingen, heb ik ervoor gekozen de eis alsnog in de wet zelf te regelen. Ook de Kiesraad heeft in zijn advies op het voorontwerp van het Waterschapsbesluit hiertoe geadviseerd.

Ik streef naar een spoedige inwerkingtreding van dit wetsvoorstel. Idealiter zou het onderhavige voorstel op hetzelfde tijdstip inwerking moeten treden als de Wet modernisering waterschapsbestel. Dit is echter niet haalbaar. Gestreefd wordt naar inwerkingtreding uiterlijk 1 april 2008. De eis van volledige rechtsbevoegdheid dient immers op tijd in werking te zijn om te kunnen gelden voor de in het najaar van 2008 te houden waterschapsverkiezingen. In verband hiermee is haast geboden en spreek ik de hoop uit op een spoedige behandeling van het onderhavige wetsvoorstel in beide Kamers. Vanwege deze spoed is ervoor gekozen om de regeling van de horizonbepaling met betrekking tot de bestuurssamenstelling en verkiezingen, eveneens door mij toegezegd tijdens de mondelinge behandeling van de Wet in de Eerste Kamer, in een separaat wetsvoorstel op te nemen. Dit wetsvoorstel zal spoedig na het onderhavige voorstel worden ingediend.

Eis van volledige rechtsbevoegdheid

De eis van volledige rechtsbevoegdheid is bij de totstandkoming van de Wet uitgebreid aan de orde geweest. Het ging daarbij om de afweging tussen enerzijds de drempel die deze eis zou kunnen vormen voor een groep die een lijst wil indienen en anderzijds de waarborgen die deze eis kan bieden. Geconcludeerd is toen dat de risico’s ook zonder de eis van volledige rechtsbevoegdheid af te dekken zouden zijn met regels in het tot stand te brengen Waterschapsbesluit en dat de eis van volledige rechtsbevoegdheid een ongewenste extra drempel kan vormen bij het indienen van een lijst voor de waterschapsverkiezingen. In de Wet werd derhalve geen eis gesteld aan de rechtsvorm van de belangengroepering.

Tijdens de behandeling van de Wet in de Eerste Kamer zijn zorgen geuit over het ontbreken van de eis van volledige rechtsbevoegdheid. Deze zorgen betreffen de aanspraak op de aanduiding die mogelijk tot problemen zouden kunnen leiden indien de groep geen volledige rechtsbevoegdheid heeft. Ook de voorzitter van de Kiesraad, in zijn hoedanigheid van hoogleraar staatsrecht en vergelijkend staatsrecht aan de Universiteit van Utrecht, heeft kritiek geuit op het ontbreken van deze eis1. Ik heb begrip voor deze zorgen. In het debat met de Eerste Kamer heb ik aangegeven aan de wens van de Eerste Kamer tegemoet te willen komen en de eis van de volledige rechtsbevoegdheid alsnog wettelijk te regelen. Met het onderhavige wetsvoorstel doe ik deze toezegging gestand.

Artikel 19 Waterschapswet

In artikel 19 van de Waterschapswet, zoals dat komt te luiden na de inwerkingtreding van de Wet modernisering waterschapsbestel, wordt als eis voor registratie van de aanduiding gesteld dat de belangengroepering een vereniging met volledige rechtsbevoegdheid of een stichting moet zijn. In het Waterschapsbesluit zal worden bepaald dat bij het verzoek tot registratie overlegging is vereist van een afschrift van de notariële akte waarin de statuten van de belangengroepering zijn opgenomen en een bewijs van inschrijving in het handelsregister.

De eis van volledige rechtsbevoegdheid biedt belangrijke praktische voordelen voor de uitvoering van de registratieregeling. De aanwezigheid van onder notarieel toezicht opgestelde statuten verzekert dat de groepering een duidelijke inrichting en structuur kent. Wie is waarvoor bevoegd en verantwoordelijk? Wie mag de kandidatenlijst inleveren? Wie stort de waarborgsom en aan wie moet de waarborgsom worden teruggestort? Met de eis van volledige rechtsbevoegdheid wordt zeker gesteld dat er geen onduidelijkheid kan bestaan over de vertegenwoordigingsbevoegdheid bij verzoeken om (wijziging van de) registratie en het aanwijzen van gemachtigden die bevoegd zijn namens de belangengroepering op te treden.

Anders dan in de Kieswet wordt deelname aan de verkiezingen niet beperkt tot verenigingen. In het licht van het functionele karakter van het waterschapsbestuur is het wenselijk dat ook stichtingen zouden moeten kunnen deelnemen aan de waterschapsverkiezingen. Ook stichtingen kunnen immers worden geacht een belangengroepering te representeren (bijvoorbeeld een milieustichting of een woningbouwstichting). Zowel de (gewone) vereniging als de stichting hebben een in de statuten vermeld doel. Beide vallen bovendien onder de categorie organisaties die niet direct materieel voordeel van de betrokkenen nastreven. Het staat belangengroeperingen derhalve vrij om wat betreft hun rechtsvorm te kiezen voor een vereniging of een stichting en bestaande stichtingen behoeven niet eerst een vereniging op te richten, dan wel de stichting om te vormen tot een vereniging.

Administratieve lasten voor de burger

In de memorie van toelichting bij de Wet (Kamerstukken II 2006/07, 30 601, nr. 3) is al ingegaan op de administratieve lasten die voortvloeien uit de Wet modernisering waterschapsbestel. De lasten voor de burger worden in de nulsituatie geraamd op € 209 500 en 783 000 uur. De administratieve lasten voor burgers zijn sterk afhankelijk van de aannames die gedaan worden ten aanzien van het opkomstpercentage bij de verkiezingen en het percentage stemmen dat per internet uitgebracht wordt. Bij een aanname van een opkomst van 34%, waarbij 31% internetstemmen, is een lichte stijging van de bestede tijd en een lichte daling van de kosten te zien (respectievelijk tot 795 000 uren en € 194 200,–). Bovenstaande berekeningen zijn uitgevoerd in 2006, op basis van het wetsvoorstel zoals dat in de Tweede Kamer is aanvaard.

Het opnemen van de eis van volledige rechtsbevoegdheid leidt tot een toename van de kosten met € 70 200,–. Dit zijn notariskosten. Bij de raming is uitgegaan van 26 waterschappen, gemiddeld per waterschap 6 groepen die nog geen volledige rechtsbevoegdheid hebben en een prijs van € 450,– per akte. In principe zijn dit eenmalige kosten, iedere groepering hoeft ze slechts éénmaal te maken. De extra tijdsbesteding voor de afhandeling bij de notaris wordt geschat op 400 uren.

De staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat,

J. C. Huizinga-Heringa


XNoot
1

Staatscourant van 24 januari 2007, nr. 17, p. 2.

Naar boven