nr. 13
BRIEF HOUDENDE INTREKKING VAN HET WETSVOORSTEL
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
’s-Gravenhage, 26 november 2008
Op 21 december 2007 is het voorstel van rijkswet voorzieningen bij
ziekte voor Nederlands-gepensioneerden in de Nederlandse Antillen bij uw Kamer
ingediend (Kamerstukken II 2007/08, 31 314 (R 1843)). Het betreft
een zogeheten consensus-rijkswet in de zin van artikel 38, eerste lid, van
het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden, hetgeen inhoudt dat er gedurende
het gehele wetgevingstraject consensus dient te bestaan tussen de Nederlandse
regering en de Antilliaanse regering met betrekking tot de wenselijkheid en
inhoud van het wetsvoorstel.
Het wetsvoorstel beoogt een verplichte ziektekostendekking tot stand te
brengen voor mensen met een Nederlands pensioen en hun gezinsleden die in
de Nederlandse Antillen wonen, waarbij betrokkenen recht krijgen op het woonlandpakket
van de Antilliaanse sociale ziektekostenregeling voor ambtenaren en daarvoor
een bijdrage aan Nederland verschuldigd zijn.
Zoals ik in mijn brief van 27 juni jl. (Kamerstukken II, 2007/08,
29 689, nr. 201) heb aangegeven is in het Antilliaanse parlement een
motie aangenomen waarin erop wordt aangedrongen het verplichte karakter van
het voorstel van rijkswet te veranderen in de mogelijkheid van vrijwillige
deelname. Desgevraagd heeft mijn Antilliaanse ambtgenoot ook aangegeven een
vrijwillige regeling te willen en zij heeft mij verzocht het voorstel van
rijkswet op dit punt aan te passen. Zoals ik tijdens het algemeen overleg
met uw Kamer op 29 mei jl. over het Masterplan Buitenland heb aangegeven,
acht ik een sociale ziektekostendekking op basis van vrijwilligheid ongewenst.
Sociale ziektekostendekkingen zijn gebaseerd op het principe van solidariteit
en een mogelijkheid van vrijwillige deelname ondergraaft die solidariteit.
Dat zou namelijk leiden tot een situatie waarbij personen die zich –
vanwege een hoog inkomen en een goede gezondheid – particulier hebben
kunnen verzekeren tegen ziektekosten, niet deelnemen aan de regeling die het
wetsvoorstel beoogt. De rekening voor dat keuzerecht wordt dan neergelegd
bij personen die zich niet particulier kunnen verzekeren en zich, vanwege
een verkleind financieel draagvlak, geconfronteerd zien met een
hogere bijdrage voor de ziektekostendekking die dit wetsvoorstel biedt.
Het standpunt van de Antilliaanse Minister van Volksgezondheid en Sociale
Ontwikkeling raakt aan het fundament van het wetsvoorstel, waarmee de voor
het wetsvoorstel benodigde consensus is weggevallen. Ik heb haar bericht dat
ik met de meerderheid van de betrokkenen van mening ben dat het wetsvoorstel,
zoals dat thans ter behandeling voorligt in het parlement, een goede oplossing
biedt voor de situatie waarin betrokkenen zich bevinden en het zou betreuren
als het wetsvoorstel door het wegvallen van instemming aan de zijde van de
Antilliaanse regering met betrekking tot het verplichte karakter, geen doorgang
zou vinden. Daarbij heb ik haar verzocht haar standpunt te heroverwegen. Aangezien
dat niet het geval is kan het wetgevingstraject op grond van artikel 38 van
het Statuut geen verdere doorgang vinden.
Daartoe gemachtigd door de Koningin trek ik het voorstel van wet hierbij
in.
De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
A. Klink