31 311 Zelfstandig ondernemerschap

Nr. 58 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 22 juni 2010

Hierbij bied ik u de resultaten aan van de tussenevaluatie van de subsidieregeling «Beroepsonderwijs in Bedrijf».1 De evaluatie is aangekondigd in mijn reactie op de motie Blanksma-van den Heuvel/Elias (kamerstukken II, 2009–2010, 31 311, nr. 38).

De tussenevaluatie, die is uitgevoerd door Berenschot, heeft zich gericht op de 104 projecten die in de jaren 2007 en 2008 van start zijn gegaan. In deze projecten werken ruim 1.000 bedrijven samen met onderwijsinstellingen aan de verbetering van het praktijkleren.

Het subsidieprogramma BiB is zeer relevant gebleken voor de behoeften en vraagstukken van onderwijsinstellingen en mkb-bedrijven. Berenschot concludeert dat de BiB-regeling bijdraagt aan een betere aansluiting van het beroepsonderwijs op de arbeidsmarkt omdat de samenwerking op het gebied van praktijkleren door de projecten is versterkt en de drempel voor docenten om bij bedrijven binnen te komen is verlaagd. Hierdoor is het inzicht in elkaars werkprocessen vergroot, zijn wederzijdse verwachtingen realistischer geworden en is er meer inzicht in elkaars mogelijkheden en onmogelijkheden. Ook is de inbreng van het bedrijfsleven op het onderwijsprogramma en de kwalificatie-eisen vergroot.

Berenschot stelt daarom vast dat de BiB-regeling aantoonbare toegevoegde waarde heeft en bijdraagt aan de gestelde doelen en ambities van de regeling. De resultaten uit de projecten zouden voor een groot deel niet tot stand zijn gekomen zonder BiB-financiering. Ook de doelmatigheid van het BiB-programma is als goed beoordeeld. Het aantal betrokken leerlingen, docenten en praktijkopleiders dat wordt bereikt, staat in verhouding tot de kosten. Berenschot heeft wel enkele suggesties gedaan om de wijze waarop de doelmatigheid van de projecten wordt gemeten, verder te verbeteren.

Ik ga er vanuit u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.

De minister van Economische Zaken,

M. J. A. van der Hoeven


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven