Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2009-2010 | 31311 nr. 35 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2009-2010 | 31311 nr. 35 |
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 23 december 2009
In mijn brief aan de Tweede Kamer van 11 september 20081, mede namens de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW), heb ik u geïnformeerd over mijn voornemen om microfinanciering in Nederland verder te versterken en de mogelijke aanpak om dat te realiseren. Het doel is dat jaarlijks meer potentiële ondernemers de stap kunnen zetten om een eigen bedrijf te starten. Ik gaf toen aan dat het daarvoor nodig is dat initiatieven worden genomen op het terrein van
(i) het bereiken van de (potentiële) ondernemers,
(ii) coaching en
iii) kredietverstrekking tot 35 000 euro.
Het afgelopen jaar is hier door diverse belanghebbende partijen zoals de lokale microfinancieringsinitiatieven, coachingorganisaties, banken, lokale overheden, kamers van koophandel hard aan gewerkt, met steun van de ministeries van SZW en Economische Zaken (EZ).
Ik kan u nu berichten dat microfinanciering in Nederland een goede start heeft gemaakt. Onder microfinanciering in Nederland versta ik: coaching en krediet tot 35 000 euro voor startende en bestaande ondernemers. Er zijn op dit moment 35 microfinancierings-ondernemerspunten (MF-ondernemerspunten) in Nederland die ondernemers begeleiden. Op 4 juni heeft de 2e landelijke bijenkomst van het Netwerk microfinanciering plaatsgevonden en de website voor (aspirant) ondernemers www.eigenbaas.nl is dit jaar 56 000 keer bezocht. En, er zijn dit jaar 500 kredieten verstrekt door Qredits en ruim 50 in het kader van de SZW-borgstellingspilot. 550 mensen hebben dankzij een krediet hun droom om een onderneming te kunnen starten waar kunnen maken.
Box met twee voorbeelden van ondernemers die met microfinanciering een eigen onderneming zijn gestart.
SinS Reiniging
Burhan Dogan werkt sinds 1996 als specialistisch schoonmaker en wilde voor zichzelf beginnen, maar een BKR-registratie stond een banklening in de weg. Met een krediet via de borgstellingspilot lukte het wél. Na de afwijzing van de bank probeerde hij het nog een paar keer tevergeefs bij andere banken. Het balletje ging pas rollen toen een vriend hem wees op MF-ondernemerspunt ROZ-Twente, waar hijzelf goed geholpen was. Een persoonlijke coach van het ROZ hielp Dogan bij het opstellen van een ondernemersplan en het aanvragen van een microkrediet. Dogan: «De BKR was geen probleem, omdat de staat garant stond. Uiteindelijk heb ik de lening gekregen bij dezelfde bank als waar ik in eerste instantie was afgewezen.»
Lovechock
Laura de Nooijer produceert raw chocolate, onder de naam Lovechock. Dit is biologische chocolade gemaakt met koudgemalen cacao. Door deze bereidingswijze zitten er meer anti-oxidanten en «lovechemicals» in Lovechock dan in gewone chocolade. «Gewone banken waren niet bereid me een lening te geven. Ze zeiden dat ik te weinig eigen geld had en dat er te weinig winst gemaakt zou worden. Klopt allebei niet, maar goed, je moet het er wel mee doen met zo’n antwoord. Gelukkig ging het bij Qredits heel anders. Met € 23 000 heb ik m’n chocolademachines gekocht en kon ik de grondstoffen groot inkopen. Het gaat echt super goed, het is niet aan te slepen! Ondanks de crisis. Mijn repen zijn volgens mij een kleine luxe waarmee mensen zichzelf juist in deze tijd verwennen.»
In deze brief wil ik u, mede namens de staatssecretaris van SZW, over een aantal ontwikkelingen informeren. Ten eerste wil ik de brede beleidscontext schetsen. Ten tweede wil ik ingaan op de stand van zaken, inclusief de evaluatie van de pilots MF-ondernemerspunten1. Het is nog te vroeg voor een evaluatie van de pilots rond kredietverstrekking. Wel kan ik u informeren over het bereik van deze pilots tot nu toe, in lijn met mijn toezegging tijdens het AO op 30 oktober 20082.
Vervolgens wil ik ingaan op een mogelijke toekomstvisie, zoals opgesteld door organisatieadviesbureau McKinsey & Company. Zij hebben afgelopen zomer/herfst pro bono een advies opgesteld en dit op 23 november aan mij aangeboden. In deze brief informeer ik u over de uitkomsten van dit advies en mijn reactie hierop. Tot slot ga ik in op de monitoring van microfinanciering in Nederland.
2. Brede beleidscontext Microfinanciering
Voordat ik u informeer over de ontwikkelingen over microfinanciering wil ik de bredere beleidscontext schetsen. Ondernemerschap is een van de sleutels tot het realiseren van economische groei. De waarde van ondernemerschap zit vooral in de positieve invloed op werkgelegenheid en arbeidsproductiviteit. De waarde van ondernemerschap beperkt zich echter niet tot alleen economische effecten. Ondernemerschap kan ook een positieve invloed hebben op maatschappelijke en sociale doelstellingen, zoals het bevorderen van de arbeidsparticipatie3. Zo biedt het starten van een eigen bedrijf aan mensen die geen passende baan kunnen vinden, de mogelijkheid om een inkomen te verdienen dat gelijk of hoger is aan een uitkering en om zelfstandig actief deel te nemen aan de samenleving. Bovendien blijkt dat ondernemers over het algemeen meer tevreden zijn over hun werk dan werknemers en dat dit effect mogelijk het grootst is voor de groep die uit noodzaak een eigen bedrijf start. Daarnaast kan ondernemerschap ook een belangrijke positieve bijdrage leveren aan de sociale samenhang in de wijken. Maar dan moeten potentiële ondernemers wel de ruimte krijgen.
Om die reden is in het Beleidsprogramma van dit kabinet dan ook de ambitie uitgesproken om het starten van een eigen bedrijf sneller, aantrekkelijker en eenvoudiger te maken. Mensen die de ambitie hebben om ondernemer te worden en een goed en levensvatbaar ondernemingsplan hebben, moeten de kans krijgen om een eigen bedrijf te starten. Drempels voor ondernemerschap moeten worden weggenomen. Concreet betekent dat, dat regelingen beter moeten worden toegesneden op de situatie van de ondernemer met grote ambities ten aanzien van innovatie en groei én op de situatie van de startende en kleine ondernemer. Ook voor de meer kwetsbare groepen op de arbeidsmarkt, zoals uitkeringsgerechtigden, moet ondernemerschap een aantrekkelijk alternatief worden. Vanuit deze ambitie is het kabinet gestart met microfinanciering waarmee specifieke drempels, onder andere de beperkte toegang tot kapitaal en gebrek aan ondernemerschapsvaardigheden, kunnen worden geslecht. Daarnaast ondersteunt het kabinet ondernemers door middel van een totaalpakket aan maatregelen voor ondernemerschap en een excellent ondernemingsklimaat.
3. Stand van zaken microfinanciering Nederland
MF-ondernemerspunten en evaluatie pilots
Er zijn op dit moment 35 MF-ondernemerspunten (en nog een aantal die nu worden opgestart) verspreid over heel Nederland. Bij deze punten (loketten, spreekuren) kunnen aspirant-ondernemers terecht voor begeleiding bij het uitwerken van hun ondernemersidee en het schrijven van een ondernemersplan. Daarnaast worden de ondernemers hier ondersteund bij het aanvragen van een krediet en kunnen ze in contact worden gebracht met een coach.
Deze MF-ondernemerspunten staan op www.eigenbaas.nl, een website van het Kenniscentrum Microfinanciering1. Via deze website kunnen ondernemers aan de hand van een postcodemenu zien bij welk MF-ondernemerspunt in de buurt zij terecht kunnen.
Begin dit jaar heb ik een aantal pilots MF-ondernemerspunten financieel gesteund. Doel was het testen van drie mogelijke modellen, te weten ondernemershuis (Groningen, Deventer, Utrecht), ondernemersloket (West-Brabant) en ondernemersnetwerk (Eindhoven en omgeving, Zeeland) op effectiviteit, duurzaamheid en efficiëntie.
De pilots lopen op dit moment allemaal, maar zijn helaas niet allemaal begin dit jaar gestart. Er heeft een evaluatie in september/oktober plaatsgevonden. Het doel van de evaluatie was om kennis en ervaring in kaart te brengen. De uitkomsten van de evaluatie bevatten eerste indrukken, maar kunnen voor een netwerk in opbouw toch interessant zijn. Eerste ervaringen kunnen worden meegenomen bij de verdere ontwikkeling van bestaande en bij de opstart van nieuwe MF-ondernemerspunten.
Tot eind augustus 2009 hebben 776 aspirant-ondernemers contact gehad met een adviseur van één van de betreffende pilots MF-ondernemerspunten. Daarnaast is van 317 aspirant-ondernemers hun ondernemerschapsidee beoordeeld en zijn 188 mensen geholpen bij het uitwerken van hun ondernemingsplan. Een deel van deze ondernemers heeft een krediet nodig en is naar Qredits doorverwezen. De aspirant-ondernemers die via een MF-ondernemerspunt naar Qredits worden doorverwezen blijken beter voorbereid en het aantal gehonoreerde kredietaanvragen dat langs die weg binnenkomt, is hoger dan van ondernemers die direct naar Qredits gaan.
Een belangrijke les uit de pilots is dat draagvlak van een MF-ondernemerspunt bij lokale relevante organisaties, zoals financiers en mogelijk doorverwijzende partijen, van belang is voor het succes en ook voor de duurzaamheid. De meeste pilots zullen volgend jaar ook nog lopen, maar duurzaamheid is niet gegarandeerd. Een andere les is dat, als het MF-ondernemerspunt is ondergebracht bij een organisatie die ook andere taken uitvoert, de herkenbaarheid van het MF-ondernemerspunt extra aandacht behoeft.
De lessen zullen worden opgenomen in de toolbox op www.microfinanciering.com, zodat andere (startende) MF-ondernemerspunten hiervan kunnen leren bij het opzetten/runnen van hun eigen punt.
Microkrediet en voortgang pilots SZW-borgstellingsregeling en Qredits
Alvorens in te gaan op de stand van zaken omtrent de microkredietpilots wil ik vermelden dat er in Nederland reeds een (krediet)infrastructuur bestaat op het terrein van het stimuleren van ondernemerschap onder uitkeringsgerechtigden. Voorbeelden zijn het Besluit Bijstandsverlening (BBZ 2004), de mogelijkheden voor starters uit de WW en mensen met een arbeidsbeperking. In het kader van de bestrijding van jeugdwerkloosheid wordt door het kabinet daarnaast ingezet op het stimuleren van ondernemerschap onder jongeren. De Werkplein plus vestigingen zijn hierbij aangespoord om in hun planvorming en uitvoering alert te zijn op de kansen die ondernemerschap aan jongeren kan bieden.
Sinds januari 2009 zijn er in Nederland daarnaast twee pilots om twee manieren te testen voor de verstrekking van kredieten tot 35 000 euro: de «tijdelijke SZW-borgstellingsregeling ondernemers 2009–2010» (hierna SZW-borgstellingsregeling) en de pilot «Stichting Microkrediet Nederland, handelend onder de naam Qredits»1. Met deze pilots is het voor ondernemers die bij een bank geen krediet kunnen krijgen en wel een goed ondernemersplan hebben, mogelijk geworden om een krediet te verkrijgen tot 35 000 euro met een borgstelling van de Staat of via kredietverlening door Qredits. Doel van beide pilots is het proefondervindelijk vaststellen van de meest optimale wijze van kredietverstrekking. Beide pilots hebben een looptijd van twee jaar, tot eind 2010.
In de regio’s Rotterdam, Twente, Tilburg, Leeuwarden en omgeving en Flevoland wordt de SZW-borgstellingsregeling uitgevoerd. Het krediet wordt verstrekt door de deelnemende banken onder borgstelling van het Rijk. De gemeenten zijn verantwoordelijk voor het screeningproces.
Daarnaast kunnen niet-uitkeringsgerechtigden, en in een beperkt aantal gemeenten, uitkeringsgerechtigden een microkrediet verkrijgen via Qredits. Dit is een stichting die opgericht is met steun van de banken, waarbij de funding voor de pilotperiode tot nu toe beschikbaar is gesteld door EZ. Qredits verstrekt het krediet en voert de daarmee samenhangende activiteiten uit, zoals het screenen van aspirant-ondernemers (ondernemingsplannen) en het beheer van de leningen. In mijn brief van 11 september 2008 heb ik deze pilots in meer detail beschreven.
Qredits heeft t/m 30 november 498 kredieten verstrekt voor een totaalbedrag van € 10,4 miljoen. Het gemiddelde bedrag is 20 000 euro. Van degene die dit eerste jaar een krediet van Qredits hebben ontvangen is 31% vrouw en 69% man. Daarnaast is 65% starter en 35% heeft reeds een bedrijf als hij/zij een krediet krijgt. Verder is 17% van de ondernemers die een krediet krijgen uitkeringsgerechtigd en 83% niet. Tot slot is ongeveer drie kwart van deze ondernemers een ZZP-er2.
Onder de SZW-borgstellingsregeling zijn er in 2009 t/m 30 november 52 kredieten verstrekt door banken voor een totaalbedrag van € 1,1 miljoen3. Het gemiddelde kredietbedrag van de SZW-borgstellingsregeling bedraagt € 20 950.
De looptijd van de pilots is twee jaar. Eind 2010 kunnen de pilots worden geëvalueerd. Voor de evaluatie is het van belang dat beide pilots voldoende ervaring opdoen met het bereiken van de doelgroep en de vraag die in de beheerfase zo belangrijk is, namelijk of ondernemers succesvol zijn en hun krediet kunnen terugbetalen. Het komende jaar is daarvoor de medewerking van alle partijen (met name gemeenten en banken) cruciaal.
McKinsey heeft afgelopen zomer/herfst pro bono een advies aan EZ opgesteld over de toekomst van microfinanciering. Dit advies richt zich op microfinanciering in algemene zin en gaat niet in detail in op het algemene beleid voor starten vanuit de uitkering zoals hierboven beschreven. In het advies spreekt McKinsey haar waardering uit over de tot nu toe bereikte resultaten en geeft aan dat de in korte tijd bereikte resultaten vertrouwen geven voor het neerleggen van een ambitieuze toekomstvisie voor 2015. De ambitie behelst twee elementen, namelijk een kwantitatieve en een kwalitatieve. Beide ambities zal ik toelichten:
1. Aanzienlijk ambitie voor 2015 kwantitatief
In het advies wordt een ambitie neergelegd om jaarlijks 10 000 extra starters te ondersteunen met microfinanciering, waarvan 5000 starters met coaching & krediet en 5000 starters met alleen coaching. Dat is aanzienlijk hoger dan het aantal kredieten waar eerder vanuit werd gegaan, namelijk 2000. Dit zou een behoorlijk effect hebben op de uitvoeringskosten en de funding van de kredieten die in de pilots door de banken of Qredits worden verstrekt.
Vervolgens wordt in het advies een businesscase uitgewerkt voor Qredits. Voorwaarde daarvoor is een positief besluit over de voortzetting van Qredits gebaseerd op een positieve evaluatie. De inschatting is dat Qredits vanaf 2011 de operationele kosten en default1 kan bekostigen uit de renteopbrengsten, uitgaande van de 15 miljoen euro renteloze lening die Qredits van EZ heeft ontvangen. Voor 2010 zou voor de exploitatiekosten nog wel een additioneel bedrag van 200 000 euro nodig zijn. Voor het verstrekken van kredieten kan tot 2019 een fonds van 200 miljoen euro worden opgebouwd. Vanaf dat moment zou op basis van de gehanteerde aannames2 het fonds voldoende omvang moeten hebben om revolverend te kunnen zijn. McKinsey stelt voor om de funding uit de markt te halen. Qredits is met de banken en ook met het Europees Investeringsfonds (EIF) in overleg over extra funding naast de lening van EZ. Het advies gaat niet in op het businessmodel voor de SZW-borgstellingsregeling.
2. Ambitie 2015 kwalitatief; voorstel voor een Netwerk Microfinanciering NL
Om meer ondernemers te bereiken, constateert McKinsey, dat schaalvergroting en professionalisering en het onafhankelijk maken van de overheid van het hele microfinancieringsproces noodzakelijk is. In het advies wordt voorgesteld een netwerk van MF-ondernemerspunten en kredietverstrekkers (stichting, coöperatie of vereniging) op te richten die zich richt op de volgende activiteiten:
– De promotie van en communicatie van microfinanciering
– De coördinatie en kwaliteitsverbetering MF-ondernemerspunten
– Het bevorderen samenhang van betrokken partijen (MF-ondernemerspunten en microkredietverstrekkers)
– Het beheer van het landelijk coachingplatform
– De monitoring met betrekking tot het bereiken van beoogde doelen en doelgroepen.
Deze activiteiten worden nu (vanwege de aanjaagfunctie) deels uitgevoerd door het Kenniscentrum Microfinanciering en de projectdirectie Microfinanciering van het Ministerie van Economische Zaken. Deels zou dit een uitbreiding van activiteiten betekenen, met name op het terrein van kwaliteitsverbetering. In het advies wordt ook een voorstel gedaan voor de financiering van deze organisatie door sponsoring, vergoeding van ondernemers voor coaching, bijdragen van MF-ondernemerspunten en microkredietverstrekkers. De inschatting is dat vanaf 2014 financiële zelfstandigheid mogelijk is.
De Raad voor Microfinanciering heeft positief gereageerd op het advies van McKinsey. De Raad plaatst kanttekeningen bij de hoge aantallen en adviseert die eerder te zien als «wenkend perspectief» dan als «target», maar steunt het idee om te streven naar schaalvergroting en professionalisering. Vervolgens is het advies 24 november aan de MF-ondernemerspunten gepresenteerd1. Zij hebben interesse voor het netwerk en een actieve participatie daarin.
Ik neem het advies van McKinsey, met de nuancering van de Raad, mee bij de verdere stimulering van microfinanciering in Nederland. Ik ben daarbij voornemens om Qredits in 2010 extra exploitatiesubsidie te verlenen. Qredits overlegt daarnaast met het EIF, diverse Nederlandse banken en EZ over additionele funding. Ik sta positief tegenover additionele funding door private partijen en ben in gesprek met Qredits over de voorwaarden waaronder dit mogelijk is. Daarmee steun ik dat Qredits als pilot volgend jaar doorloopt, naast de SZW-borgstellingsregeling, zodat met beide pilots meer ervaring kan worden opgedaan. Zoals eerder aangegeven is het doel van beide pilots het proefondervindelijk vaststellen van de meest optimale wijze van kredietverstrekking. Beide pilots hebben een looptijd van twee jaar. Eind 2010 kunnen de pilots worden geëvalueerd, met betrokkenheid van partijen in het veld en met oog voor de huidige infrastructuur rond kredietverstrekking en begeleiding van uitkeringsgerechtigden.
Tevens wil ik het nog op te richten Netwerk Microfinanciering NL voor de komende vier jaar financieel ondersteunen. De inzet vanuit EZ en SZW via het Kenniscentrum Microfinanciering en de projectdirectie Microfinanciering wordt in de loop van volgend jaar teruggebracht. De aanjaagfunctie is vervuld en de overgebleven activiteiten kunnen worden overgenomen door Netwerk Microfinanciering NL. Het initiatief voor de opzet van het netwerk ligt bij de MF-ondernemerpunten en microkredietverstrekkers. Er hebben zich daarvoor twee kwartiermakers gemeld met een voorstel om dit uit te werken met betrokkenheid van andere partijen in het veld.
In deze brief heb ik u aan de hand van enkele cijfers de stand van zaken geschetst van de ontwikkeling van microfinanciering in Nederland. Om periodiek inzicht te verkrijgen in de implementatie, voortgang en effecten van (het) microfinanciering(sbeleid) in Nederland heb ik een informatiesysteem uitgewerkt. Belangrijk uitgangspunt bij de opzet van dit informatiesysteem is dat de administratieve lasten voor de verschillende microfinancieringsorganisaties en (potentiële) ondernemers beperkt blijven. Vanaf de eerste helft 2010 zullen microfinancieringsorganisaties een aantal gegevens over de doelgroep (o.a. man/vrouw, hoger/lager opgeleid) en hun prestaties (zoals aantal potentiële ondernemers die worden bereikt, aantal kredieten en defaults, gemiddelde krediet, aantal begeleidingstrajecten) bijhouden. Het monitoren van microfinanciering wordt ook één van de activiteiten van het Netwerk Microfinanciering NL. Ik zal de Tweede Kamer begin 2011 aan de hand van de uitkomsten van het informatiesysteem, informeren over hoe microfinanciering zich in 2010 heeft ontwikkeld.
Microfinanciering kan een belangrijke rol spelen bij het verder stimuleren van ondernemerschap in Nederland. Belangrijk bij microfinanciering is dat het om meer gaat dan alleen kredietverstrekking inclusief een goede screening. Coaching is evenzeer van belang. Daarnaast blijft ook voor de toekomst het bereiken van (potentiële) ondernemers in de wijken van Nederland een belangrijk aspect. In de afgelopen periode zijn hiertoe belangrijke stappen gezet. Ook in de komende periode blijft het kabinet in samenwerking met betrokken partijen zich inzetten om microfinanciering in Nederland verder op de kaart te zetten.
In mijn brief aan uw kamer van 11 september 2008 noemde ik deze pilots: «pilots op het gebied van intake en advies». De evaluatie is tussenevaluatie, uitgevoerd door EIM.
Deze kabinetsdoelstelling is doorvertaald in afspraken met gemeenten en vastgelegd in het bestuurlijk akkoord met gemeenten, deelakkoord Participatie. In dit akkoord staat het voornemen om de SZW-borgstellingspilot uit te voeren.
Het Kenniscentrum Microfinanciering is tijdelijk ondergebracht bij het Agentschap NL, onderdeel van EZ.
De SZW-borgstellingsregeling is in juli 2007 van start gegaan in Rotterdam, Leeuwarden en omstreken en Flevoland voor uitkeringsgerechtigden. Per 26 februari 2009 is de pilot uitgebreid met Tilburg en Twente en met niet-uitkeringsgerechtigden.
Bron Qredits. Hierbij wordt aangetekend dat hiernaast kredietmogelijkheden bestaan specifiek voor uitkeringsgerechtigden (Besluit Bijstandsverlening (BBZ 2004), mogelijkheden voor starters uit de WW en mensen met een arbeidsbeperking). Dit is een reden dat het aantal uitkeringsgerechtigden laag is. Daarnaast geldt voor alle specifieke doelgroepen dat de bekendheid van microfinanciering in Nederland nog verder kan worden vergroot.
De cijfers voor de SZW-borgstellingspilot zijn van 26 februari 2009 t/m 30 november 2009 en de cijfers van Qredits van 15 januari 2009 t/m 30 november 2009.
Aannames betreffen o.a. totaal aantal kredieten, condities op basis waarvan Qredits geld kan lenen, personeelskosten.
Tijdens een bijeenkomst van de MF-ondernemerspunten, waar 32 van de toen 33 punten aanwezig waren.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-31311-35.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.