31309
Evaluatie Wet Voorraadvorming Aardolieproducten 2001

nr. 1
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 13 december 2007

Hierbij informeer ik u over de resultaten van de in mijn opdracht uitgevoerde evaluatie van de Wet Voorraadvorming Aardolieproducten 2001 (WVA 2001) en over de wijze waarop ik hier vervolg aan zal geven.

De Wet Voorraadvorming Aardolieproducten 2001 geeft invulling aan de internationale verplichtingen van Nederland om olievoorraden aan te houden die kunnen worden ingezet in tijden van verstoring van of onderbreking in de aanvoer van aardolie. De wet geeft uitvoering aan voorraadverplichtingen ingevolge Europese regelgeving en verdragsbepalingen in het kader van het Internationale Energie Agentschap (IEA).

Onderzoeksbureau Ecorys heeft de evaluatie uitgevoerd. Het onderzoek heeft betrekking op:

A. de basisbeginselen van de WVA 2001;

B. de doelmatigheid en doeltreffendheid van het functioneren van de Stichting Centraal Orgaan Voorraadvorming Aardolieproducten (COVA);

C. de effecten van de WVA 2001 op de Nederlandse economie;

D. de logica, interne consistentie en uitvoering van de wet.

Voor de resultaten verwijs ik naar bijgaand onderzoeksrapport.1

Ecorys doet een aantal aanbevelingen waarover ik mij met het oliebedrijfsleven zal beraden. Over de beleidsmatige uitkomsten daarvan zal ik u zo spoedig mogelijk nader informeren. Eventuele aanpassing van de WVA wil ik procedureel koppelen aan mogelijke aanpassing ingevolge een aanstaande nieuwe Europese richtlijn inzake oliecrisisvoorzieningen.

De minister van Economische Zaken,

M. J. A. van der Hoeven


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven