Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 17 september 2019
Hierbij bied ik u het rapport aan van de review die ABDTOPConsult (hierna: ABD) desgevraagd
heeft uitgevoerd naar aanleiding van het incident met de onjuiste toetsadviezen1, waarover ik uw Kamer heb op 21 juni jl. heb geïnformeerd.2 Met deze brief wil ik toelichten op welke manier een dergelijke situatie in de toekomst
wordt voorkomen.
In de afgelopen maanden heeft de ABD een review uitgevoerd naar de oorzaak van het
incident. Daarbij is ook gekeken naar de aanwezige kwetsbaarheden in het systeem en
hoe deze weggenomen kunnen worden. De ABD heeft zich voor de review gebaseerd op gesprekken
met betrokkenen en relevante documentatie. Ik ben de ABD erkentelijk voor de zorgvuldigheid
waarmee zij te werk zijn gegaan. Het heeft geleid tot een gedegen rapport met daarin
bruikbare aanbevelingen voor het vervolg. In deze brief zal ik kort uiteenzetten hoe
aan de aanbevelingen gevolg wordt gegeven.
De ABD spreekt in het rapport van een kwetsbaar proces met kans op fouten en onvoorziene
gebeurtenissen rondom de eindtoets. Die kwetsbaarheid nemen we weg door onze regierol
te versterken. Er wordt onder voorzitterschap van OCW een stuurgroep Eindtoetsing
PO ingericht, waar daarnaast de directeuren van de eindtoetsaanbieders en de Expertgroep
deel van uitmaken.
Wat betreft de kwaliteitsbewaking wordt de procedure rondom het gezamenlijk anker
en de normering strakker ingericht. Stichting Cito krijgt een reguliere controlerende
rol bij de berekeningen. Tevens worden er als achtervang extra experts toegevoegd
aan de Expertgroep, zodat volgens het vier-ogen-principe kan worden gewerkt. Deze
vernieuwde werkwijze zal al dit schooljaar (2019/2020) ingaan en zal in ieder geval
gelden voor de tussenliggende periode totdat de – zoals in de Kamerbrief van 21 juni
jl. over de eindevaluatie aangekondigde – wetswijziging van kracht wordt, waarin het
College voor Toetsen en Examens (CvTE) de rol van toezichthouder krijgt.
Het ABD-rapport laat zien dat er veel waardering is voor de rol van OCW in de afhandeling
van het incident met de onjuiste toetsadviezen. De constatering is wel dat er bij
scholen en bij de private toetsaanbieders nog behoefte is aan aanvullende communicatie
over de stand van zaken naar aanleiding van het incident, wat er gaat gebeuren om
herhaling te voorkomen en waarom de private toetsaanbieders niets te verwijten valt
bij de oorzaak van het incident. Deze aanbeveling neem ik ter harte. We zullen daarom
dit najaar via de gebruikelijke kanalen (nieuwsbrieven en websites) en via de toetsaanbieders
met scholen over deze zaken communiceren, zodat het incident van zo min mogelijk invloed
is op de keuze die scholen maken voor de eindtoets van 2020.
Met deze brief vertrouw ik erop u voldoende geïnformeerd te hebben over de genomen
en nog te nemen stappen naar aanleiding van het incident.
De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media,
A. Slob