31 293 Primair Onderwijs

31 289 Voortgezet Onderwijs

Nr. 391 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BASIS- EN VOORTGEZET ONDERWIJS EN MEDIA

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 1 mei 2018

De overgang van het primair onderwijs (po) naar het voortgezet onderwijs (vo) is voor veel leerlingen een kwetsbaar moment, zeker voor kansarme leerlingen. Scholen kunnen met 10–14 onderwijs een bijdrage leveren aan kansengelijkheid. Scholen die met 10–14 onderwijs zijn begonnen, willen leerlingen een betere aansluiting en een geleidelijke overgang bieden door de talenten van leerlingen te stimuleren en meer maatwerk te geven. Zoals vastgelegd in het regeerakkoord (bijlage bij Kamerstuk 34 700, nr. 34) wil dit kabinet initiatieven voor het starten van 10–14 scholen de ruimte geven. Daarom is een pilot gestart met 10–14 onderwijs. In deze brief informeer ik uw Kamer hierover.

Huidige situatie: pilot met 10–14 onderwijs

Scholen voor 10–14 onderwijs zijn een innovatieve samenwerkingsvorm tussen scholen voor primair onderwijs en scholen voor voortgezet onderwijs. Leerlingen tussen de 10 en 14 jaar worden door een team van po- en vo-docenten in een doorlopende leerlijn begeleid en uitgedaagd naar een passende keuze voor het voortgezet onderwijs. Elke leerling heeft zijn eigen leerplan, waarbij veel extra aandacht is voor talentontwikkeling en mensontwikkeling. Wanneer een kind daar aan toe is, kunnen bijvoorbeeld vo-vakken al in groep 7 en 8 gevolgd worden of kunnen achterstanden op lezen en rekenen in de eerste twee klassen van het vo nog worden weggewerkt. De ontwikkelingsbehoefte, de leerstijl en het ontwikkelingstempo wordt afgestemd op de kwaliteiten van het kind.

Dit schooljaar 2017/18 is een pilot gestart met zes 10–14 scholen. De scholen werken binnen de huidige wettelijke kaders en ontvangen hiervoor geen extra financiële middelen van het Ministerie van OCW. OCW heeft met een regiegroep van betrokken partijen – de Inspectie van het Onderwijs, de PO-Raad, de VO-raad en de kwartiermakers van 10–14 onderwijs1 – afspraken gemaakt over de pilot. De pilot wordt gemonitord door onderzoeksbureau Oberon. De deelnemende scholen moeten minimaal een basisarrangement hebben, elk bestuur heeft een informatieplicht jegens de (gemeenschappelijke) medezeggenschapsraden en de scholen nemen verplicht deel aan het monitoringsonderzoek dat Oberon voor OCW uitvoert. Het onderzoek naar 10–14 onderwijs loopt van schooljaar 2017/18 tot en met schooljaar 2019/20. Daar waar scholen tegen knelpunten in wet- en regelgeving oplopen helpt de regiegroep bij het zoeken naar een oplossing.

Het onderzoek van Oberon naar de uitvoering en de inrichting van het concept 10–14 onderwijs gaat over de succesfactoren en belemmerende factoren van de pilot: hoe gaan de scholen om met de veranderingen? In welke mate zijn leraren en schoolleiders in staat om veranderingen en vernieuwing te realiseren? En wat is de tevredenheid van leerlingen, leraren en schoolleiding? Het onderzoek richt zich ook op de effecten, zoals tussentijdse doorstroom, de score op de eindtoets po, het schooladvies dat leerlingen bij 12 jaar krijgen, het advies bij 14 jaar en de onderwijspositie van deze leerlingen in het derde leerjaar voortgezet onderwijs.

Uitbreiding pilot

Dit kabinet wil initiatieven voor het starten van 10–14 scholen de ruimte geven. Daarom kan per 1 augustus 2018 een tweede lichting scholen instromen in de pilot en deelnemen aan het onderzoek. De aanmelding hiervoor staat open. De regiegroep beoordeelt de aanvragen. Uiterlijk 1 juli zal hierover worden beslist. De eerdergenoemde criteria voor de huidige deelnemers gelden vanzelfsprekend ook voor de nieuwe lichting.

Ik vind het wel van belang te benadrukken dat scholen die willen starten van tevoren goed hebben nagedacht over het waarom en waartoe, over de wijze waarop ze het concept willen implementeren in de school en hoe ze de medewerkers daar gedegen op willen voorbereiden. De ervaring van de huidige 10–14 scholen leert dat er veel komt kijken bij een goed onderbouwd plan en dat het veel vraagt van de scholen en hun mensen. Het concept biedt mogelijk wel een antwoord op een behoefte van een groep leerlingen, mits de uitvoering van goede kwaliteit is.

In 2020 verschijnt het eindrapport van Oberon. Op basis daarvan kunnen we het effect van de diverse concepten beoordelen. Ook kunnen we dan bezien of de vigerende wet- en regelgeving onnodige belemmeringen opwerpt voor de verbetering en effectiviteit van dergelijke samenwerkingsconstructen. Indien nodig passen we de regels daar dan op aan.

Vervolg

In het najaar van 2018 zal ik uw Kamer informeren over de uitbreiding van de pilot. Rond die tijd komt ook de eerste rapportage van Oberon beschikbaar. Ik kan uw Kamer dan ook informeren over de eerste bevindingen.

De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media, A. Slob


X Noot
1

De schoolbestuurders van de 10–14 scholen vormen samen de kwartiermakers.

Naar boven