Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 4 november 2014
De vrijwillige ouderbijdrage in het primair onderwijs heeft in de afgelopen periode
de nodige aandacht gekregen. Zo zou, volgens signalen uit het veld, de hoogte van
de ouderbijdrage sterk zijn gestegen en zouden scholen de vrijwilligheid van de bijdrage
niet altijd vermelden in de schoolgids. Deze signalen leidden tot belangstelling van
de pers en tot Kamervragen. Ik heb de Inspectie van het Onderwijs (hierna: inspectie)
begin 2014 verzocht hun onderzoek uit 2009 naar de vrijwillige ouderbijdrage te herhalen
om zo te kunnen beschikken over recentere cijfers.
Resultaten onderzoek 2014
De resultaten van het onderzoek dat de inspectie heeft uitgevoerd naar de vrijwillige
ouderbijdrage in het primair onderwijs 2013/2014 treft u bijgaand aan1. In dit rapport wordt verslag gedaan van een onderzoek naar de wijze waarop ouders
via de schoolgids over de vrijwillige ouderbijdrage worden geïnformeerd en naar de
hoogte van deze vrijwillige bijdrage. De onderzoeken die de inspectie en ook anderen
in de loop van de afgelopen veertien jaar hebben gedaan naar de hoogte en de melding
van vrijwilligheid van de ouderbijdrage laten in grote lijnen hetzelfde beeld zien.
Vrijwel alle scholen melden vrijwillige ouderbijdrage in schoolgids
Uit het huidige onderzoek blijkt dat 94% van de 151 scholen, die in de representatieve
steekproef zaten, voldoet aan het wettelijke voorschrift rond het vermelden van de
ouderbijdrage en het vrijwillige karakter ervan (artikel 13 lid 1, sub e WPO). In
nagenoeg alle schoolgidsen blijken ouders hierover te worden geïnformeerd.
Ouderbijdrage in 5 jaar met € 10,– gestegen
Voor wat betreft de hoogte van de vrijwillige ouderbijdrage meldt de inspectie dat
deze de afgelopen vijf jaar ongeveer met € 10,– is gestegen. Een gemiddelde basisschool
vraagt een vrijwillige ouderbijdrage van € 42,–. De spreiding van de gevraagde bedragen
is groot, maar het aantal scholen dat een hoge (> € 50,–) of zeer hoge (> € 100,–)
bijdrage van ouders vraagt is daarentegen laag (8 procent) respectievelijk zeer laag
(3 procent). Driekwart van de scholen vraagt een bijdrage van minder dan € 50,–.
Tegelijkertijd moet ook worden opgemerkt dat de gevraagde ouderbijdrage vaak niet
de volledige kosten voor ouders dekt. Naast de ouderbijdrage rekenen scholen namelijk
ook andere kosten voor bijvoorbeeld overblijven, schoolzwemmen, schoolreisjes en schoolkamp.
Deze kosten – die vaak niet onder de ouderbijdrage vallen – zijn ook vrijwillig, maar
worden in veel gevallen niet als zodanig gepresenteerd. Ook worden ze vaak op andere
plaatsen in de schoolgids vermeld. Het ontbreekt daarom nogal eens aan een helder
overzicht van de te verwachten kosten.
Afrondende conclusies en vervolg
Op basis van de onderzoeksuitkomsten constateer ik dat de communicatie over het vrijwillige
karakter van de ouderbijdrage in de schoolgids – vanuit het perspectief van ouders
– lichtelijk is verbeterd. Sommige scholen geven echter nog onvoldoende duidelijkheid
over het vrijwillige karakter van alle gevraagde bedragen of presenteren de bedragen
van diverse vrijwillige bijdragen van ouders niet overzichtelijk of onder één noemer.
Ouders van leerlingen in het primair onderwijs krijgen niet te maken met extreem hoge
kosten en de toegankelijkheid van het onderwijs is niet in het geding.
De inspectie controleert jaarlijks of scholen de vrijwillige ouderbijdrage in de schoolgids
vermelden. Naar aanleiding van dit onderzoek zal de inspectie in haar communicatie
nog duidelijker zijn over de (vermelding van de) vrijwillige ouderbijdrage in de schoolgids
en over welke constructies daarbij niet zijn toegestaan. Bovendien zal zij streng
toezien op de naleving van de wettelijke eisen hieromtrent.
De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
S. Dekker