31 291
Bepalingen houdende regeling van de inwerkingtreding van de Binnenvaartwet (Invoeringswet Binnenvaartwet)

nr. 5
VERSLAG

Vastgesteld 22 januari 2008

De vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat1, belast met het voorbereidend onderzoek, brengt als volgt verslag uit van haar bevindingen omtrent dit wetsvoorstel.

Onder het voorbehoud dat de regering de in dit verslag opgenomen vragen en opmerkingen afdoende beantwoordt, acht de commissie de openbare behandeling van het wetsvoorstel voldoende voorbereid.

De leden van de fractie van de SP hebben kennisgenomen van het wetsvoorstel.

Deze leden kunnen zich goed vinden in het laten wegvallen van het onderscheid tussen bedrijfsmatige en pleziervaart met betrekking tot het voorschrijven van een certificaat van onderzoek, vooral in het belang van de veiligheid van het verkeer over het water. Het is dan niet meer dan billijk dat een fatsoenlijke overgangsregeling wordt gecreëerd en naar de mening van de leden van de SP-fractie lijkt het huidige voorstel daaraan te voldoen.

Genoemde leden vragen zich wel af wat de getalsmatige gevolgen zijn van de wijzigingen in artikel 13 aangaande de bemanning in de binnenvaart, voor zover deze bij voorbaat te onderzoeken of in te schatten zijn. De eisen uit de voormalige Wet vaartijden en bemanningssterkte binnenvaart worden vervangen door nieuwe voorschriften. Voor hoeveel schippers zal deze wijziging gevolgen hebben, welke vorm zal deze wijziging aannemen en welke groepen zullen hiervan profiteren of nadelen ondervinden?

De leden van de SP-fractie nemen met instemming kennis van de wijziging in de regelgeving met betrekking tot het niet langer hoeven halen van een nieuw groot vaarbewijs voor de houders hiervan op hun 55e en hun 60e. Een bewijs van medische geschiktheid zou hier inderdaad afdoende moeten zijn.

De voorzitter van de commissie

R. W. F. Kortenhorst

De adjunct-griffier van de commissie

Van der Sman


XNoot
1

Samenstelling:

Leden: Van der Staaij (SGP), Snijder-Hazelhoff (VVD), Mastwijk (CDA), Duyvendak (GL), Kortenhorst (CDA), voorzitter, Koopmans (CDA), Gerkens (SP), Van der Ham (D66), Nicolaï (VVD), Haverkamp (CDA), De Krom (VVD), Samsom (PvdA), Roefs (PvdA), Jansen (SP), Cramer (CU), Roemer (SP), Koppejan (CDA), Vermeij (PvdA), Madlener (PVV), Ten Broeke (VVD), ondervoorzitter, Besselink (PvdA), Ouwehand (PvdD), Polderman (SP), Tang (PvdA) en de Rouwe (CDA).

Plv. leden: van der Vlies (SGP), Boekestijn (VVD), Bilder (CDA), Van Gent (GL), Hessels (CDA), Jager (CDA), Van Bommel (SP), Koşer Kaya (D66), Neppérus (VVD), Van Gennip (CDA), Aptroot (VVD), Dijsselbloem (PvdA), Besselink (PvdA), Vacature (algemeen), Anker (CU), Van Leeuwen (SP), Knops (CDA), Depla (PvdA), Agema (PVV), Verdonk (Verdonk), Jacobi (PvdA), Thieme (PvdD), Lempens (SP), Waalkens (PvdA) en Van Heugten (CDA).

Naar boven