Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2007-2008 | 31290 nr. 2 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2007-2008 | 31290 nr. 2 |
Vastgesteld 12 december 2007
De vaste commissie voor Financiën1 heeft over de Najaarsnota 2007 (Kamerstuk 31 290, nr. 1) de navolgende vragen ter beantwoording aan de regering voorgelegd.
De vragen zijn op 6 december 2007 voorgelegd. Bij brief van 12 december zijn ze door de minister van Financiën beantwoord bij. Vragen en antwoorden zijn hierna afgedrukt.
Is dit jaar meer dan andere jaren sprake van «vertraging» als reden voor bijstelling van de begrotingsbedragen? Wat is de oorzaak daarvan?
Bij Najaarsnota ontstaat over het algemeen voor het eerst in het jaar zicht op vertragingen in de begrotingsuitvoering. De Najaarsnota is dan ook de budgettaire nota waarin vertragingen voor het eerst zichtbaar worden. Dit jaar is er niet vaker sprake van vertragingen dan andere jaren. De oorzaken van vertragingen zijn over het algemeen zeer divers. In de departementale tweede suppletoire wetten zijn gedetailleerdere toelichtingen te vinden op de oorzaken van de bijstelling van de begrotingsbedragen.
Hoeveel is er in de jaren 2004, 2005 en 2006 gerealiseerd aan taakstellende onderuitputting in de Najaarnota van het begrotingsgefinancierde deel van het SZA-kader?
Hoeveel is er gerealiseerd van de taakstellende onderuitputting in de jaren 2004, 2005 en 2006 tussen de Najaarsnota en de slotwet van het begrotingsgefinancierde deel van het SZA-kader?
Onderstaande tabel geeft een overzicht van de taakstellende onderuitputting voor het begrotingsgefinancierde deel van het SZA-kader voor de jaren 2004, 2005 en 2006. In de tabel wordt aangegeven op welk moment van het jaar deze taakstellende onderuitputting gerealiseerd is.
Begrotingsjaar | Taakstellende onderuitputting | Ingevuld bij Najaarsnota | Ingevuld bij Voorlopige Rekening |
---|---|---|---|
2004 | 154 | 123 | 31 |
2005 | 156 | 156 | |
2006 | 156 | 156 |
Hoeveel is er gerealiseerd van de taakstellende onderuitputting in de jaren 2004, 2005 en 2006 tussen de Najaarsnota en de slotwet van het begrotingsgefinancierde deel van het SZA-kader?
Zie het antwoord op vraag 2.
Kan alsnog antwoord worden gegeven op de door de Kamer bij de Miljoenennota 2008 reeds gestelde vraag hoe de regering straks in de verantwoording over 2007 inzicht gaat geven in het ontbreken van effectieve kaders en spelregels over 2007, zoals gesteld in de motie Weekers c.s. (31 061, nr. 5)?
In de Miljoenennota 2008 heeft het nieuwe kabinet de spelregels voor de komende kabinetsperiode gepresenteerd. Deze zijn, op een enkele wijziging na (trendmatige groeiraming ipv behoedzaam, rente uit het kader), vrijwel onveranderd gebleven ten opzichte van de vorige kabinetsperiode. Ook heeft het kabinet in de Miljoenennota 2008 de kaders gepresenteerd voor de komende kabinetsperiode. Daarbij is ook een nieuw uitgavenkader opgesteld voor het jaar 2007. Zoals blijkt uit de Najaarsnota zal het nieuwe uitgavenkader voor 2007 niet worden overschreden. Het kader dat het vorige kabinet hanteerde voor het jaar 2007 is niet meer bruikbaar, mede door definitiewijzigingen, verschuivingen tussen de kaders en de nieuwe afweging die dit kabinet heeft gemaakt tussen inkomsten, uitgaven en saldo.
In de schriftelijke beantwoording van de vragen die zijn gesteld tijdens de Algemene Financiële Beschouwingen is een aansluiting gemaakt tussen de uitgaven onder de kaders in de Miljoenennota 2007 en de Miljoenennota 2008. Daarbij is het volgende antwoord gegeven:
Onderstaande tabel geeft de verticale aansluiting tussen MN 2007 en MN 2008 voor het jaar 2007. Hierbij is gecorrigeerd voor schuiven tussen de uitgavenkaders (kinderopvangtoeslag van SZA naar RBG), en schuiven van buiten het uitgavenkader naar binnen het uitgavenkader (activabeheer, fiscale boetes en heffings- en invorderingsrente) en schuiven van binnen het uitgavenkader naar buiten het uitgavenkader (rentelasten staatsschuld).
MN 2007 | MN 2008 | Verschil | |
---|---|---|---|
RBG | 101,5 | 103,0 | 1,5 |
SZA | 58,4 | 58,3 | – 0,1 |
Zorg | 45,7 | 47,9 | 2,2 |
Totaal | 205,6 | 209,2 | 3,6 |
In totaal zijn de uitgaven met 3,6 miljard toegenomen. Dit wordt voor 2,2 miljard veroorzaakt door de zorguitgaven en voor 1,5 miljard door uitgaven onder het kader Rijksbegroting in enge zin. De verhoging van de zorguitgaven wordt voornamelijk veroorzaakt door afrekeningen uit voorgaande jaren. De uitgavenverhoging onder het kader RBG kan als volgt worden verklaard:
RBG 2007 | 1,5 |
---|---|
Wv Kinderopvang | 0,3 |
Wv Afkoop veren | 0,2 |
Wv Vervallen betaalbaarheidsheffing | 0,4 |
Wv Justitie (o.a. asiel) | 0,3 |
Wv Schuldsanering Antillen | 0,4 |
Wv Onderwijs (o.a. leerlingenraming en zorgleerlingen) | 0,3 |
Wv EU-afdrachten | – 0,3 |
Wv Overig (o.a. winst DNB) | – 0,1 |
Op basis van de Najaarsnota is de verhoging met 0,5 miljard terug gelopen van 3,6 miljard naar 3,1 miljard. Dit is het gevolg van 0,4 miljard onderschrijding van het nieuwe kader en 0,1 miljard lagere rentelasten welke onder de oude definitie nog wel relevant waren.
Hoe komt het dat over de zorguitgaven geen recente uitvoeringsgegevens beschikbaar zijn? Is late levering van gegevens een vaker voorkomend probleem bij de zorguitgaven? Zo ja, waarom en wat is daaraan te doen?
Wanneer zal de nieuwe uitvoeringsinformatie inzake de zorguitgaven wel beschikbaar zijn en is er wel een update te geven?
Wat is de reden dat er nog geen informatie over de uitgavenontwikkeling in de zorgsector beschikbaar is? Hoe was dat voorgaande jaren en wanneer is er wel een volledig en betrouwbaar inzicht in de uitgavenontwikkeling in de zorg? Op welke wijze wordt er (bij)gestuurd op de zorguitgaven in de laatste maanden van het jaar als er geen inzicht bestaat in de uitgavenontwikkeling? Hoe groot acht de minister de kans dat het tekort in 2007 alsnog oploopt als gevolg van mogelijke tegenvallers in de zorguitgaven? Kan de minister een overzicht geven over de afgelopen vijf jaar waarin per jaar wordt aangegeven wat de raming was van de zorguitgaven ten tijde van de Miljoenennota, ten tijde van de Najaarsnota en de feitelijke realisatie?
Over het eerste half jaar van 2007 zijn wel uitvoeringsgegevens beschikbaar, maar die gegevens vormen geen aanleiding om te komen tot bijstelling van het beeld, zoals gepresenteerd bij de Miljoenennota 2008. Dit heeft voor een deel ook te maken met de onzekerheden die verbonden zijn aan het voorlopig karakter van de tussentijds ontvangen informatie over de realisatie voor het lopende jaar. Op het moment dat de najaarsnota wordt opgemaakt zijn in beperkte mate realisatiecijfers beschikbaar met betrekking tot het lopende jaar.
Ten aanzien van de uitgaven kan een onderscheid worden gemaakt tussen gebudgetteerde sectoren en niet-gebudgetteerde sectoren.
Voor de gebudgetteerde sectoren (ziekenhuiszorg, verpleging en en verzorging, gehandicaptenzorg, geestelijke gezondheidszorg) geldt dat het uitgavenniveau daarvan wordt bepaald door de budgetten. Die budgetten komen tot stand op basis van afspraken tussen partijen over de productie en over realisatiegegevens. Op basis hiervan stelt de NZa de definitieve budgetten vast. Voor wat betreft de gebudgetteerde sectoren zijn ten tijde van de najaarsnota slechts (een deel van) de productieafspraken beschikbaar. Voor wat betreft de gebudgetteerde AWBZ-sectoren is een meer volledig beeld van de afspraken beschikbaar in januari en maart. Eerste voorlopige realisatiegegevens zijn binnen de gebudgetteerde sectoren pas in juni beschikbaar.
Voor wat betreft de niet-gebudgetteerde sectoren (huisartsen, fysiotherapie) zijn voorlopige realisatiegegevens beschikbaar over de eerste twee kwartalen. Eerste realisatiegegevens over het volledige jaar zijn beschikbaar in maart en meer definitieve realisatie-gegevens zijn beschikbaar in juni.
Uit het voorlopige karakter van de informatie over het lopend jaar volgt dat bijsturing op de uitgaven in het lopende jaar zijn beperkingen kent. Daarbij moeten voor het eventueel nemen van maatregelen bepaalde implementatietermijnen in acht genomen worden, Ook het karakter van de aanspraken (recht op zorg) stelt beperkingen aan de mogelijkheden om maatregelen te treffen die effect hebben op de uitgaven in het lopende jaar. Sturing kan wél plaatsvinden op de structurele doorwerking van overschrijdingen. Dat gebeurt jaarlijks tijdens de begrotingsvoorbereiding.
Als naar de ervaringen van de afgelopen jaren gekeken wordt (zie onderstaande tabel), is het niet uit te sluiten dat de uitgaven ten tijde van het Jaarverslag hoger blijken te zijn dan ten tijde van Najaarsnota werd verwacht.
Zorguitgaven in miljarden euro’s (excl ontvangsten)
2003 | 2004 | 2005 | 2006 | 2007 | |
---|---|---|---|---|---|
Stand Miljoenennota t+1 | 43,18 | 44,98 | 45,94 | 47,92 | 51,63 |
Stand Najaarsnota t | 43,40 | 45,18 | 46,01 | 48,06 | – |
Stand Jaarverslag (realisatie) | 43,99 | 44,81 | 46,18 | 48,19 | PM |
Verschil Miljoenennota – Najaarsnota | 0,22 | 0,20 | 0,07 | 0,14 | – |
Verschil Najaarsnota – Jaarverslag | 0,59 | – 0,37 | 0,17 | 0,14 | PM |
Wanneer zal de nieuwe uitvoeringsinformatie inzake de zorguitgaven wel beschikbaar zijn en is er wel een update te geven?
Zie het antwoord op vraag 5.
Kan per departement een overzicht worden gegeven van de onderuitputting in 2006 in de slotwet?
Onderstaande tabel geeft een overzicht van de onderuitputting per begroting.
Begroting | Onderuitputting 2006* |
---|---|
Staten-Generaal | – 5,3 |
HCvS | – 3,0 |
AZ | – 2,2 |
Koninkrijksrelaties | – 2,7 |
Justitie | – 37,2 |
BZK (incl. arbeidsvoorwaarden) | – 75,2 |
OCW | – 73,4 |
Financiën (IXA en IXB) | – 34,5 |
Defensie | 21,3 |
VROM | 11,5 |
V&W | – 38,9 |
EZ | 8,0 |
LNV | – 36,8 |
SZW (rbg-eng) | – 18,2 |
SZA | – 203,9 |
VWS | – 65,7 |
Infrafonds | – 410,9 |
HGIS | – 185,9 |
GF | – 1,3 |
Totaal | – 1 154,2 |
* Een «min» betekent onderuitputting, een «plus» betekent een overschrijding
Hoeveel is er dit jaar al gerealiseerd van de taakstellende onderuitputting in de Najaarnota?
Voor het kader Rijksbegroting eng is de gehele taakstellende onderuitputting van 0,5 miljard euro volledig gerealiseerd bij Najaarsnota. Voor het begrotingsgefinancierde deel van het kader SZA, is bij Najaarsnota 100 mln euro gerealiseerd. Het restant van de taakstellende onderuitputting voor het kader SZA bedraagt circa 50 miljoen euro.
Wat verklaart de meevaller door onderuitputting bij het infrastructuurfonds?
Kan de minister aangeven in welke mate de onderuitputting op het Fes en het Infrastructuurfonds voortvloeit uit meevallers en in welke mate er sprake is van kasvertragingen? Wordt de volledige onderuitputting in 2007 doorgeschoven naar 2008? Zo ja, betekent dit dat in 2008 ceteris paribus het EMU-saldo met 1 miljard extra wordt belast, c.q. de budgettaire ruimte in 2008 nu 1 miljard minder is dan aangenomen bij de opstelling van de begroting 2008?
Voor het Fes bestaat de onderuitputting volledig uit kasvertragingen. Dat betekent dat de volledige onderuitputting wordt doorgeschoven naar latere jaren, afhankelijk van de kasritmes van projecten.
Voor een uitvoerige verklaring bij de onderuitputting bij het Infrastructuurfonds verwijs ik u naar de gelijktijdig bij uw Kamer ingediende suppletoire begroting naar aanleiding van de Najaarsnota 2007 van het Infrastructuurfonds 2007. De belangrijkste oorzaken zijn:
1. Vertraging als gevolg van exogene factoren zoals achterblijvende verzoeken tot uitkering van subsidies in het kader van het hoogwaterbeschermingsprogramma en uitspraken van de Raad van State inzake de luchtproblematiek bij aanleg van wegen;
2. Te hoge ramingen van kasuitgaven;
3. Technische verklaring: reeds gemelde vertraging Hogesnelheidslijn-Zuid (HSL-zuid)/Betuweroute leidt tot overlopende betalingen naar 2008.
Op het Infrastructuurfonds is alleen sprake van een aanbestedingsmeevaller op Rijksweg 2 Everdingen–Deil–Zaltbommel–Empel en Oudenrijn–Deil (totaal 7 miljoen) en op hoofdwatersystemen (Nadere Uitwerking voor het Rivieren Gebied NURG: 1 miljoen). Voor het overige gaat het om kasvertragingen die in latere jaren uitgegeven gaan worden.
De onderuitputting binnen het Infrafonds en het Fes belast de komende jaren het EMU-saldo, afhankelijk van de nieuwe bij voorjaarsnota vast te stellen kasramingen van de vertraagde projecten.
Wat is de oorzaak van de overschrijding van de SZA-uitgaven?
De overschrijding van de SZA-uitgaven wordt veroorzaakt door tegenvallers op basis van de Oktobernota van het UWV. Nieuwe realisatiecijfers stellen het eerdere beeld bij. Per saldo is sprake van hogere uitgaven die worden verklaard uit een tegenvaller bij de ziektewet (ZW)/de werkloosheidswet (WW) (zowel volume- als prijseffecten) en bij de arbeidsongeschiktheidsregelingen (bijna volledig verklaarbaar door een volume-effect). Zie voor een nadere onderbouwing het antwoord op vraag 24.
In welke mate en op welke wijze heeft de minister van SZW op grond van de begrotingsregels uit het Coalitieakkoord getracht overschrijding van de ijklijn SZA te voorkomen? Zijn er compenserende maatregelen getroffen? Op grond van welke bijzondere omstandigheden is in deze Najaarsnota compensatie tussen de afzonderlijke budgetdisciplinesectoren toegestaan?
Het is niet mogelijk om in het najaar voor het lopende boekjaar maatregelen te treffen die compenserend kunnen werken. Eventuele structurele doorwerking van de tegenvallers van de najaarsnota zullen in het voorjaar (mede op basis van macro-economische cijfers van het CPB) worden bezien.
Kan de minister aangeven in welke mate de onderuitputting op het Fes en het Infrastructuurfonds voortvloeit uit meevallers en in welke mate er sprake is van kasvertragingen? Wordt de volledige onderuitputting in 2007 doorgeschoven naar 2008? Zo ja, betekent dit dat in 2008 ceteris paribus het EMU-saldo met 1 miljard extra wordt belast, c.q. de budgettaire ruimte in 2008 nu 1 miljard minder is dan aangenomen bij de opstelling van de begroting 2008?
Zie het antwoord op vraag 9.
Kan de minister een overzicht geven van de onderuitputting van het Infrastructuurfonds in de afgelopen 10 jaar?
Onderstaand is voor de periode 1998–2007 per jaar aangegeven hoeveel er (in € mln) aan uitgaven geraamd was (bron: begroting) en hoeveel er dat jaar gerealiseerd is (bron: jaarverslag; voor 2007 stand Najaarsnota).
Onderuitputting Infrafonds in mln
1998 | 59 |
1999 | – 70 |
2000 | – 187 |
2001 | – 34 |
2002 | 87 |
2003 | – 186 |
2004 | – 156 |
2005 | – 297 |
2006 | – 411 |
2007 | – 706 |
Kan per departement een overzicht gegeven worden van de onderuitputting tot dusver in 2007? Hoe groot zijn de maximale eindejaarsmarges voor 2007 per departement en in welke mate zijn die thans benut als gevolg van de tot op heden opgetreden onderuitputting? Zijn er ook departementen die in 2007 meer geld overhouden dan ze mee kunnen nemen naar 2008? Zo ja, om welke begrotingen en bedragen gaat het?
Onderstaande tabel toont een overzicht van de onderuitputting op de begrotingen tot nu toe, evenals de maximale eindejaarsmarge voor 2007. Een aantal begrotingen heeft op dit moment meer onderuitputting dan er aan maximale eindejaarsmarge meegenomen kan worden naar volgend jaar. Het betreft de begrotingen van de Hoge Colleges van Staat, AZ, Financiën en het begrotingsgefinancierde SZA-kader. Dit is echter een voorlopige stand; indien zich tussen Najaarsnota en Slotwet nog tegenvallers voordoen, zal deze onderuitputting daar – conform de begrotingsregels – nog voor ingezet moeten worden.
Begroting | Onderuitputting* t/m Najaarsnota | Maximale EJM 2007 |
---|---|---|
Staten-Generaal | 0 | – 1,2 |
HCvS | – 2 | – 1,0 |
AZ | – 3,5 | – 0,6 |
Koninkrijksrelaties | – 9,1 | – 9,1 |
Justitie | – 10,7 | – 58,5 |
BZK (incl. arbeidsvoorwaarden) | – 39,5 | – 80,9 |
OCW | 15,6 | – 262,8 |
Financiën (IXA en IXB) | – 67,4 | – 30,8 |
Defensie | – 5,4 | – 136,1 |
VROM (incl. WWI) | 188,5 | – 39,1 |
V&W | 0 | – 26,9 |
EZ | 0 | – 21,2 |
LNV | 0 | – 22,2 |
SZW (rbg-eng) | – 1,1 | – 3,1 |
SZA | – 268,3 | – 160,5 |
VWS (incl. J&G) | 0 | – 36,8 |
Infrafonds | – 705,6 | ** |
HGIS | – 7,5 | – 181,5 |
Totaal | – 916,0 | – 1 072,3 |
«–» = onderuitputting, «+» = overschrijding
** Fondsen hebben geen maximale eindejaarsmarge
Welke bestemming kent de eventuele onderuitputting die buiten de eindejaarsmarge valt?
De onderuitputting in een begrotingsjaar wordt allereerst gebruikt om de in het voorjaar ingeboekte in=uittaakstelling (de «taakstellende onderuitputting») te realiseren. De eventuele onderuitputting die daarna nog resteert, is een meevaller die conform de begrotingsregels indien niet gebruikt ter compensatie van tegenvallers na afloop van het jaar ten gunste van het EMU-saldo komt.
Wat betekent het akkoord omtrent Galileo voor de meevallers in de EU-afdrachten?
Het akkoord omtrent Galileo heeft geen invloed op de meevaller die zich voordoet op de begroting in het begrotingsjaar 2007 en de jaren erna. De meevaller 2007 wordt veroorzaakt door onderuitputting en door bijstelling van cijfers rond de nationale inkomens van lidstaten en deze komt op de gebruikelijke wijze ten goede aan de lidstaten.
Waarom wordt de in=uittaakstelling als tegenvaller geboekt? Waar bestaat de taakstelling uit? Kan de minister een overzicht geven van deze taakstelling per departement?
Departementen mogen hun onderuitputting, tot een maximum van 1% van hun begrotingsuitgaven, meenemen naar het volgende jaar. Deze zogenoemde «eindejaarsmarge» wordt in het voorjaar verwerkt. Om te voorkomen dat de uitkering van deze eindejaarsmarge het uitgavenkader belast, wordt tegelijkertijd op de aanvullende post van het rijk een taakstellende onderuitputting (de zogenoemde «in=uittaakstelling») ingeboekt. Deze taakstelling is precies gelijk aan het totaal aan eindejaarsmarge dat in het voorjaar wordt verwerkt in de eerste suppletoire begroting en ter goedkeuring aan de Tweede Kamer aangeboden, omdat de ramingstechnische veronderstelling wordt gehanteerd dat de onderuitputting aan het einde van het jaar weer zal optreden.
In deze systematiek wordt ervan uit gegaan dat er in het lopende jaar evenveel onderuitputting optreedt, als er aan eindejaarsmarge is uitgekeerd. De in =uittaakstelling wordt niet automatisch als tegenvaller geboekt, slechts als deze gedurende het jaar niet met onderuitputting op de begrotingen kan worden ingevuld, resteert een tegenvaller voor het uitgavenkader. Deze taakstelling geldt voor het uitgavenkader als totaal, en wordt niet naar departementen toegedeeld.
Kan de minister ervoor zorgen dat de brief inzake nadere informatie over de oorzaak van de tegenvaller bij de huurtoeslag vóór 18 december 2007 (dat is vóór de behandeling van de Najaarsnota) bij de Kamer is?
Zoals in de voortgangsrapportage Toeslagen aan uw Kamer is gemeld (d.d. 30 november 2007, kamerstukken II, vergaderjaar 2006/07, 31 066, nr. 19) zullen, vanwege het ontbreken van gegevens die nodig zijn voor definitief toekennen voor 2006, ongeveer 2 miljoen (zorg- en huur-)toeslagen worden gecontroleerd alvorens ze definitief berekend worden. Dit proces zal, naar verwachting, voor 1 april 2008 afgerond zijn. Na afronding van dit proces kan een beeld worden gegeven van de omvang en oorzaak van de tegenvaller. In de brief die ik de Kamer voor het kerstreces heb toegezegd zal ik u informeren over de meest actuele stand rond de definitieve toekenning van de Toeslagen van dat moment. Deze brief zal uw Kamer uiterlijk 18 december bereiken.
Hoe groot is de totale onderuitputting op de Rijksbegroting? Wat gebeurt er met onderuitputting die nog optreedt na het verschijnen van de Najaarsnota nu de in=uittaakstelling al volledig gehaald is? Kan een overzicht worden gegeven van de jaarlijkse onderuitputting de afgelopen 5 jaar op de rijksbegroting, waarbij inzichtelijk wordt op welke moment deze is ingeboekt en hoe de in=uit-taakstelling in het desbetreffende jaar al dan niet is gehaald? Hoe groot is het nog resterende deel van de in=uit-taaksteling SZA? Hoe en wanneer wordt deze ingevuld?
In onderstaande tabel is een overzicht opgenomen van de onderuitputting van de afgelopen vijf jaar voor het kader Rijksbegroting eng, en de in=uittaakstellingen. Onderuitputting die nog optreedt na het verschijnen van de Najaarsnota komt, nu de in=uittaakstelling voor de Rijksbegroting reeds ingevuld is, zoals gebruikelijk ten gunste van het EMU-saldo. Het is niet de bedoeling om na de Najaarsnota nog beslissingen voor nieuwe uitgaven te nemen, omdat de Kamer dan alleen achteraf een autorisatie kan geven. Het nog resterende deel van de in=uittaakstelling van het kader SZA bedraagt circa 50 miljoen. Verwacht wordt dat dit deel bij Voorlopige Rekening ingevuld zal kunnen worden.
Begrotingsjaar | In=uittaakstelling | Onderuitputting t/m NJN | Onderuitputting na NJN | Verschil onderuit-putting en in=uit |
---|---|---|---|---|
2002 | – 428 | – 210 | – 370 | 152 |
2003 | – 462 | 0 | – 648 | 186 |
2004 | – 693 | – 336 | – 515 | 158 |
2005 | – 560 | 0 | – 764 | 204 |
2006 | – 303 | – 233 | – 306 | 236 |
2007 | – 469 | – 916 | pm | pm |
Wat is de reden dat er nog geen informatie over de uitgavenontwikkeling in de zorgsector beschikbaar is? Hoe was dat voorgaande jaren en wanneer is er wel een volledig en betrouwbaar inzicht in de uitgavenontwikkeling in de zorg? Op welke wijze wordt er (bij)gestuurd op de zorguitgaven in de laatste maanden van het jaar als er geen inzicht bestaat in de uitgavenontwikkeling? Hoe groot acht de minister de kans dat het tekort in 2007 alsnog oploopt als gevolg van mogelijke tegenvallers in de zorguitgaven? Kan de minister een overzicht geven over de afgelopen vijf jaar waarin per jaar wordt aangegeven wat de raming was van de zorguitgaven ten tijde van de Miljoenennota, ten tijde van de Najaarsnota en de feitelijke realisatie?
Zie het antwoord op vraag 5.
Onderschrijft de minister de stelling dat als er in november toch geen actuele zorgcijfers zijn, de najaarsnota dan net zo goed vervroegd kan worden om de bruikbaarheid ervan als sturingsinstrument te vergroten? Acht de minister het mogelijk de toezending van de Najaarsnota aan de Kamer een maand te vervroegen? Welke voor- en nadelen ziet de minister daarbij?
De Najaarsnota bevat uitvoeringsinformatie over het lopende jaar voor het kader zorg, sociale zekerheid en de rijksbegroting. Het gaat dus niet alleen om informatie over de zorg. Het feit dat er geen actuele zorgcijfers zijn, is dan ook geen reden om de Najaarsnota te vervroegen. De bruikbaarheid als sturingsinstrument wordt overigens niet vergroot door het vervroegen, eerder omgekeerd. Hoe later in het jaar, hoe actueler het beeld dat aan de Tweede Kamer kan worden gegeven en hoe minder er na afloop van het jaar achteraf gemeld moet worden (autorisatie achteraf).
Welk deel van de gasbatenmeevaller heeft betrekking op 2006, welk deel op 2007? Wat is (in de ramingswijzigingen t.o.v. stand Miljoenennota 2008) het effect geweest van de warme winter (verkopen in Nederland), wat was het effect van de olieprijs en wat van de dollarprijs?
Wat is de totale aardgasbatenmeevaller in 2007? Waarom wordt deze ook weergegeven op transactiebasis? In welke mate is de aardgasbatenmeevaller structureel? In hoeverre leidt de aardgasbatenmeevaller tot budgettaire ruimte op de begroting? Is de aardgasbatenmeevaller in 2007 op het FES van € 184 miljoen onderdeel van de totale meevaller van € 450 miljoen? Levert deze extra FES-voeding ruimte voor nieuwe FES-projecten?
Kan een specificatie worden gegeven van het volume en prijsontwikkelingen ten aanzien van de ontvangsten uit de aardgasbaten?
De Najaarsnota 2007 laat een meevaller zien ten opzichte van de Miljoenennota 2008 van 450 miljoen euro op kasbasis. Deze wordt bijna geheel verklaard door een meevaller over het jaar 2006 als gevolg van nieuwe uitvoeringsinformatie. De warme winter 2006–2007 was al geheel verwerkt in de Miljoenennota 2008 waardoor deze geen oorzaak van de bijstelling was. De olieprijs en euro dollarkoers hebben nagenoeg geen effect op de meevaller bij najaarsnota. De productievolumes hebben beperkt bijgedragen aan de meevaller bij Najaarsnota. Omdat de meevaller wordt veroorzaakt door nieuwe uitvoeringsinformatie over 2006, is deze niet structureel. De meevaller leidt slechts tot een verbetering van het EMU-saldo in 2007.
De aardgasbatenmeevaller wordt niet alleen op kasbasis, maar ook op transactiebasis weergegeven omdat het EMU-saldo – volgens Brusselse methodiek – op transactiebasis wordt berekend. De aardgasbatenmeevaller in de Najaarsnota werkt daarom niet voor 450 miljoen euro (kas), maar voor 350 miljoen euro (trans) door op het EMU-saldo.
De totale aardgasbaten in 2007 werden in de ontwerpbegroting 2007 geraamd op 12 miljard euro (incl. VPB). De Najaarsnota 2007 gaat uit van 9,4 miljard euro (incl. VPB), dat wil zeggen een tegenvaller van 2,6 miljard euro ten opzichte van de ontwerpbegroting.
De aardgasbatenmeevaller in 2007 ten opzichte van de stand Miljoenennota 2008 in het Fes van 184 miljoen euro is onderdeel van de totale meevaller van 450 miljoen euro. In totaliteit is er in 2007 een neerwaartse bijstelling van het Fes geweest van circa 1 miljard euro. Er is in 2007 dus geen sprake van extra voeding van het Fes.
De aardgasbaten bestaan uit vele posten die bij verschillende instellingen op uiteenlopende grondslag worden geïnd. Enkele belangrijke zijn de Meeropbrengstregeling Groningengas, het Winstaandeel, de winst van EBN (100% staatseigendom) en vennootschapsbelasting. De hoogte van elk van deze posten heeft een indirecte relatie met volume- en prijsontwikkelingen. Voor wat het volume betreft kan worden opgemerkt dat de Miljoenennota 2007 uitging van een totaal Nederlands productievolume van 79 miljard m3 in 2006 en 80 miljard m3 in 2007. De warme winter leidde tot een uiteindelijke productie van 71 miljard m3 in 2006 en een raming van ook 71 miljard m3 in 2007. De Miljoenennota 2008 ging uit van 67,5 miljard m3 in 2007 en de Najaarsnota 2007 van 68,2 miljard m3.
Kan de regering inzichtelijk maken hoeveel besparingen de verhoging van de WAO/WAZ/Wajong hebben opgeleverd bij de zorg- en huurtoeslag en hoe deze besparingen zijn besteed?
De budgettaire effecten van de verhoging van de WAO/WAZ/Wajong voor volledig arbeidsongeschikten op de huur- en zorgtoeslag worden niet afzonderlijk in beeld gebracht. Bij de raming van de zorgtoeslag volgt Financiën de raming van het CPB. Het CPB raamt doorgaans op basis van realisaties. Daarnaast worden grote beleidsmatige effecten zoals pakketwijzigingen in het model meegenomen. Via de realisaties loopt dit effect mee, maar de budgettaire omvang van dit effect is niet afzonderlijk uit te splitsen.
Bij de huurtoeslag loopt dit effect mee in de realisaties die verwerkt zijn in de NJN. Per saldo is daar sprake van een tegenvaller. Deze wordt enigszins gemitigeerd door besparingen die optreden als gevolg van de verhoging van de WAO/WAZ/Wajong-uitkering van volledig arbeidsongeschikten. Inschatting is dat het in 2007 grosso modo om € 7 miljoen gaat.
Kan de minister een inhoudelijke toelichting geven op van de tegenvaller bij de Ziekte- en Werkloosheidswet alsook de Arbeidsongeschiktheidsregelingen?
De ramingen van de WAO, WIA en WAZ zijn voor 2007 herijkt op de Oktobernota van het UWV, waarin de laatste realisaties verwerkt zijn. Bij de WAZ is sprake van meevallende uitgaven van ca € 24 miljoen omdat op basis van nieuwe inzichten blijkt dat het volume arbeidsongeschikte zelfstandigen lager is dan eerder geraamd. Hier staat een tegenvaller van ongeveer gelijke omvang bij de WGA tegenover. De tegenvaller bij de WGA is het gevolg van een hogere gemiddelde uitkering. T.o.v. de Juninota is de gemiddelde uitkering met ca 10% opwaarts bijgesteld. Het effect van de gemiddeld hogere uitkering wordt enigszins beperkt door een lager volume bij de WGA van ca 500. Omdat de WIA nog een nieuwe regeling is met een klein en opbouwend bestand zijn ramingen nog gevoelig voor fluctuaties in de instroom.
De uitkeringslasten WAO vallen met ca € 90 miljoen tegen. Op basis van realisaties blijkt dat het aantal WAO-ers ca 4 000 hoger is dan eerder geraamd. Dit is te verklaren doordat de uitstroom lager is dan eerder geraamd. Dit is o.a. het gevolg omdat 45–50-jarigen volgens het oude schattingsbesluit worden herbeoordeeld. De nadruk op de reguliere herkeuringen is daardoor meer op latere jaren komen te liggen waardoor de uitstroom wat lager is. Daarnaast speelt ook dat als gevolg van de herbeoordelingen vooral WAO-ers met een lagere mate van arbeidsongeschiktheid de WAO verlaten, terwijl er geen nieuwe instroom met een lager mate van arbeidsongeschiktheid plaatsvindt. De gemiddelde uitkering neemt toe als het aandeel WAO-ers met hoge mate van arbeidsongeschiktheid stijgt.
De daling van de werkloosheid voltrekt zich in 2007 in een lager tempo dan verwacht bij de opstelling van de Miljoenennota 2008. Dit blijkt uit de maandelijkse realisatiecijfers van het CBS en reflecteert zich in hogere geraamde uitgaven (100 miljoen) van de WW-fondsen die door UWV worden beheerd. De hogere ramingen van UWV voor de Ziekte- en Werkloosheidswet uit de «Oktobernota financiële ontwikkeling UWV-fondsen 2007–2008» zijn in de Najaarsnota verwerkt.
De minder grote daling van de werkloosheid wordt bevestigd in de recente CPB Nieuwsbrief december 2007. Het CPB heeft haar raming van het jaargemiddelde van de werkloze beroepsbevolking in 2007 opwaarts bijgesteld van 340 duizend naar 345 duizend.
Hoe werkt de tegenvaller in de arbeidskostenontwikkeling door in 2008 en verder?
De tegenvaller in de arbeidskostenontwikkeling van 2007 is van structurele aard, waar dus eenmalig een structurele dekking voor moet komen. Tijdens het Hoofdbesluitvormingsmoment in het voorjaar zal bezien worden om welke structurele bedragen het precies zal gaan en hoe de overschrijding structureel zal worden opgelost.
Wat is de totale aardgasbatenmeevaller in 2007? Waarom wordt deze ook weergegeven op transactiebasis? In welke mate is de aardgasbatenmeevaller structureel? In hoeverre leidt de aardgasbatenmeevaller tot budgettaire ruimte op de begroting? Is de aardgasbatenmeevaller in 2007 op het FES van € 184 miljoen onderdeel van de totale meevaller van € 450 miljoen? Levert deze extra Fes-voeding ruimte voor nieuwe Fes-projecten?
Zie het antwoord op vraag 22.
Wat is de ratio om de werkgeversbijdrage kinderopvang over te hevelen naar de begroting van OCW? Waarom is daar niet eerder toe besloten? Worden ook andere werkgeversbijdragen op begrotingen verantwoord? Kan deze overheveling nu of in de toekomst gevolgen hebben voor de rest van de OCW-begroting als bijvoorbeeld de bijdragen kinderopvang mee- of tegenvallen? Waarom wordt de meevaller van € 0,2 miljard. bij de premies werknemersverzekeringen nergens toegelicht in de Najaarsnota? Kan een specificatie van, en toelichting op deze meevaller worden gegeven?
De redenatie om de werkgeversbijdrage over te hevelen naar OCW is technisch van aard. De verplichte werkgeversbijdrage loopt namelijk mee met het lastenkader. Een mee- of tegenvaller in de werkgeversbijdrage heeft geen gevolgen voor de OCW begroting. Alleen de uitgaven kinderopvangtoeslag beinvloeden de OCW begroting.
De belastingdienst int de werkgeversbijdrage, maar is verplicht om deze ontvangsten naar OCW over te boeken omdat OCW beleidsverantwoordelijk is voor de kinderopvang. Op de OCW-begroting worden deze ontvangsten vervolgens als niet relevant geboekt, aangezien ze niet mogen meelopen met het uitgavenkader van OCW. Doordat de ontvangsten als niet relevant worden geboekt hebben mee- en tegenvallers bij de verplichte werkgeversbijdrage geen effect op de rest van de OCW-begroting.
De premies werknemersverzekeringen worden sinds 2006 geïnd door de Belastingdienst en gemonitord door het ministerie van Financiën. De opwaartse bijstelling is gebaseerd op de maandelijkse ontvangsten, die tot en met oktober meevallen. De bijstelling is verder gebeurd in samenspraak met het CPB, die de premies werknemersverzekeringen raamt. De oorzaak van de meevaller is op dit moment nog niet bekend. In het Financieel Jaarverslag van het Rijk over 2007 zal de ontwikkeling van de ontvangsten nader worden toegelicht.
Is al onderzoek gedaan naar de tegenvaller in 2007 van € 0,6 miljard. bij de inkomsten uit belastingen op milieugrondslag? Zo ja, wat zijn de uitkomsten? Zo nee, waarom niet? Is deze tegenvaller reden tot bijstelling van de ramingen en/of de ramingsmethodiek? Is het denkbaar dat een deel van de tegenvaller een gevolg is van gedragseffecten? Worden bij belastingen op milieugrondslag ook gedragseffecten beoogd? Zo ja, kan een nadere specificatie gegeven worden van de verschillende belastingen op milieugrondslag, de veronderstelde gedragseffecten ervan en de mate waarin deze in 2007 ook daadwerkelijk zijn opgetreden?
De tegenvaller bij de belastingen op milieugrondslag betreft de energiebelasting. Belangrijkste aanwijsbare oorzaak is het lage energieverbruik vanwege de zachte winter begin 2007. In de laatste maanden is zichtbaar geworden dat dit ook leidt tot lagere eindafrekeningen voor gebruikers, waardoor teveel betaalde energiebelasting eerder in het jaar, nu weer wordt teruggegeven. Dit indirecte effect was nog niet zichtbaar ten tijde van de Miljoenennota, in tegenstelling tot het meer directe effect dat de zachte winter had op de aardgasbaten.
De omvang van budgettaire maatregelen in 2007 met betrekking tot de energiebelasting (verhoging van de energiebelasting met 0,1 miljard euro) is niet van een zodanige omvang dat een gedragseffect in de orde van grootte van deze tegenvaller aannemelijk is.
Het primaire doel van belastingheffing is het innen van collectieve middelen om overheidsuitgaven te financieren. Tegelijkertijd beoogt het kabinet ook in sommige gevallen een bepaalde sturing van het gedrag. Dat geldt bijvoorbeeld ook bij de milieubelastingen. Bij het ramen van belastingmaatregelen worden gedragseffecten conform begrotingsregels buiten beschouwing gelaten. Deze effecten worden wel in de algemene macro economische doorwerking automatisch meegenomen.
De raming van de belastingen op milieugrondslag wordt neerwaarts bijgesteld. Is hier ook sprake van een sterker dan verwacht gedragseffect?
De omvang van fiscale maatregelen bij de energiebelasting (verhoging met 0,1 miljard euro in 2007) is niet van dien aard dat er een groot gedragseffect te verwachten is. Een meer voor de hand liggende oorzaak voor de tegenvallende ontvangsten bij de energiebelasting is de doorwerking van de zachte winter aan het begin van 2007, welke nu leidt tot lagere eindafrekeningen en daarmee tot teruggave van eerder betaalde energiebelasting.
Wat zijn de oorzaken van de meevaller van € 0,5 miljard bij de dividendbelasting? Op welke veronderstellingen was de raming voor 2007 van de dividendbelasting gebaseerd? Mag verondersteld worden dat als zich een meevaller voordoet bij de dividendbelasting dit duidt op een hogere winstgevendheid en er dus ook een meevaller bij de vennootschapsbelasting verwacht mag worden? Zo nee, waarom niet? Zo ja, waarom is deze nog niet verwerkt?
De raming van de dividendbelasting wordt gebaseerd op de economische groei. Er is ook een verband met de winstgevendheid van bedrijven; de vennootschapsbelasting ontwikkelt zich op dit moment ook (licht) positief ten opzichte van de raming.
Echter, waar de winstontwikkeling ook voor bedrijven in zekere mate een gegeven is, kunnen zij bij de dividendbelasting meer eigen keuzes maken, bijvoorbeeld door ook in mindere jaren dividend uit te keren om aandeelhouders tevreden te stellen. Verder hebben bedrijven natuurlijk altijd de keuze om winst niet als dividend uit te keren maar in te houden, bijvoorbeeld voor overnames of nieuwe investeringen. Daardoor is er geen automatisch verband tussen een toename van de dividendbelasting-ontvangsten en een toename van de vennootschapsbelasting.
Kan er een nadere specificatie worden gegeven van de meevaller bij de BTW van 0,3 miljard euro?
De omzetbelasting heeft tot nu toe in 2007 een enigszins wisselend beeld laten zien. Pas in de laatste maanden is een enigszins stabiel patroon ontstaan op basis waarvan de raming in de Najaarsnota met 0,3 miljard euro opwaarts is bijgesteld. Omdat er geen nieuw economisch beeld beschikbaar is, en de meevaller bij de omzetbelasting in relatieve zin beperkt van omvang is (0,3 miljard euro op een geraamde jaarontvangst van 41,9 miljard euro, 0,65%), is het niet mogelijk aan te geven wat de oorzaak is van deze meevaller.
Zijn er bij alle accijnzen meevallers? Zo niet, bij welke accijnzen is er sprake van meevallers?
De meevaller bevindt zich bij de tabaksaccijns (0,1 miljard) en in zeer beperkte mate bij de alcoholaccijns (5 miljoen). De ontvangsten bij de brandstofaccijnzen tot en met oktober hebben geen aanleiding gegeven om de raming aan te passen.
Wat is de verklaring voor de meevaller, oftewel het verschil tussen de raming en realisatie van de vennootschapsbelasting?
De vennootschapsbelasting is een belastingsoort die van nature volatiel van aard is en daardoor lastig te voorspellen. De basis voor de bijstelling met 0,1 miljard euro zijn de meevallende realisaties tot en met oktober en een positieve ontwikkeling van de aanslagoplegging door de Belastingdienst in de periode augustus/september. De cijfers over de aanslagoplegging in augustus/september komen te laat om te worden meegenomen in de Miljoenennotaraming. Als gevolg daarvan en van de volatiele aard van deze belastingsoort wordt de raming vaak bij Najaarsnota bijgesteld.
Kan de gunstige ontwikkeling van de overdrachtsbelasting verklaard worden door hogere mobiliteit of door hogere huizenprijzen? Welke effecten heeft de verlaging van de overdrachtsbelasting op de mobiliteit?
In 2007 lijkt vooralsnog sprake te zijn van een licht achterblijvend volume van huizenverkoop, maar dat wordt meer dan gecompenseerd door een hogere verkoopprijs, waardoor per saldo de ontvangsten in de overdrachtsbelasting licht hoger zijn dan verwacht. Een verlaging van de overdrachtsbelasting zou over het algemeen een toename betekenen van de mobiliteit. Over verhuismobiliteit is in februari 2007 een literatuurstudie naar de Kamer gezonden (bijlage bij Kamerstuk 30 607, nr. 2) door het ministerie van VROM.
Wat eisen stelt de Europese Unie aan het Nederlandse EMU-saldo en de EMU-schuld over 2007?
Nederland moet binnen de plafondwaarden voor het overheidstekort en overheidsschuld uit het EG-Verdrag van respectievelijk 3% BBP en 60% BBP blijven (deze eisen gelden elk jaar voor alle lidstaten). Met een klein tekort van 0,2% BBP en een schuldquote van 46,5% BBP blijft Nederland hier ruim binnen. Daarnaast heeft Nederland in het kader van het Stabiliteits- en Groeipact een Europees middellange termijndoel. Dit middellange termijndoel is een structureel tekort tussen de 0,5% BBP en 1,0% BBP. Op basis van het huidige structurele saldo (– 0,1% BBP) wordt in 2007 ruimschoots aan deze doelstelling voldaan.
Wanneer is het wel mogelijk om op basis van een bijgewerkt economisch beeld te bepalen in hoeverre de economische ontwikkelingen verantwoordelijk zijn voor de bijstellingen van de inkomstenramingen? Is de minister bereid alsnog op een later moment het aandeel van de economische ontwikkelingen in de bijstellingen inzichtelijk te maken voor de Kamer?
In het Financieel jaarverslag van het Rijk over 2007 zal nader worden toegelicht in hoeverre de bijstellingen het gevolg zijn van de economische ontwikkelingen danwel een andere oorzaak hebben (zoals incidenten of eenmalige ontvangsten). De informatie die nodig is om dit onderscheid te maken is op dit moment niet beschikbaar, maar komt voor het merendeel in de eerste maanden na afloop van het kalenderjaar beschikbaar. De gevolgen voor de raming voor 2008 zullen in de Voorjaarsnota 2008 worden verwerkt.
Kan de minister de tabel met de landen in de Eurozone zodanig maken dat ook ontwikkelingen van saldo en schuld per EU-lidstaat inzichtelijk worden (bijvoorbeeld door met pijlen ook aan te geven waar een land uit 2006 vandaan komt en naar verwachting in 2008 naar toe zal gaan)?
Kan de minister inzichtelijk maken wat de ontwikkelingen van EMU-saldo en schuld per EU-lidstaat zijn?
Voor het EMU-saldo en de EMU-schuld ziet de ontwikkeling voor de lidstaten er als volgt uit (voor Nederland is uitgegaan van de Najaarsnota voor 2007 en de Miljoenennota voor de cijfers 2008):
EMU-saldo | EMU-schuld | |||||
---|---|---|---|---|---|---|
Lidstaat | 2006 | 2007 | 2008 | 2006 | 2007 | 2008 |
België | 0,4 | – 0,3 | – 0,4 | 88,2 | 84,6 | 81,7 |
Duitsland | – 1,6 | 0,1 | – 0,1 | 67,5 | 64,7 | 62,6 |
Ierland | 2,9 | 0,9 | – 0,2 | 25,1 | 25,2 | 26,9 |
Griekenland | – 2,5 | – 2,9 | – 1,8 | 95,3 | 93,7 | 91,1 |
Spanje | 1,8 | 1,8 | 1,2 | 39,7 | 36,3 | 34,6 |
Frankrijk | – 2,5 | – 2,6 | – 2,6 | 64,2 | 64,3 | 64,1 |
Italië | – 4,4 | – 2,3 | – 2,3 | 106,8 | 104,3 | 102,9 |
Cyprus | – 1,2 | – 1 | – 0,8 | 65,2 | 60,5 | 53,3 |
Luxemburg | 0,7 | 1,2 | 1 | 6,6 | 6,6 | 6 |
Malta | – 2,5 | – 1,8 | – 1,6 | 64,7 | 63,1 | 61,3 |
Nederland | 0,6 | – 0,2 | 0,5 | 47,9 | 46,5 | 45,0 |
Oostenrijk | – 1,4 | – 0,8 | – 0,7 | 61,7 | 60 | 58,4 |
Portugal | – 3,9 | – 3 | – 2,6 | 64,8 | 64,4 | 64,7 |
Slovenië | – 1,2 | – 0,7 | – 1 | 27,1 | 25,6 | 24,5 |
Finland | 3,8 | 4,6 | 4,2 | 39,2 | 35,7 | 32,4 |
Eurozone | – 1,5 | – 0,8 | – 0,9 | 68,6 | 66,5 | 65 |
Bulgarije | 3,2 | 3 | 3,1 | 22,8 | 19,3 | 15,9 |
Tsjechië | – 2,9 | – 3,4 | – 2,8 | 30,1 | 30,2 | 30,3 |
Denemarken | 4,6 | 4 | 3 | 30,3 | 25 | 20,9 |
Estland | 3,6 | 3 | 1,9 | 4 | 2,8 | 2,3 |
Letland | – 0,3 | 0,9 | 0,8 | 10,6 | 10,2 | 7,8 |
Litouwen | – 0,6 | – 0,9 | – 1,4 | 18,2 | 17,7 | 17,2 |
Hongarije | – 9,2 | – 6,4 | – 4,2 | 65,6 | 66,1 | 66,3 |
Polen | – 3,8 | – 2,7 | – 3,2 | 47,6 | 46,8 | 47,1 |
Roemenië | – 1,9 | – 2,7 | – 3,2 | 12,4 | 12,5 | 12,8 |
Slowakije | – 3,7 | – 2,7 | – 2,3 | 30,4 | 30,8 | 30,7 |
Zweden | 2,5 | 3 | 2,8 | 47 | 41,1 | 35,7 |
Verenigd Koninkrijk | – 2,7 | – 2,8 | – 3 | 43,2 | 43,6 | 44,8 |
EU27 | – 1,6 | – 1,1 | – 1,2 | 61,4 | 59,5 | 58,3 |
Bron: Europese Commissie, Economic Forecast, autumn 2007, tabellen 37 en 42, pagina 150 en 152.
Zijn er ook actuele cijfers voor 2007 beschikbaar met betrekking tot het structurele EMU-saldo en het zogenaamde «robuuste EMU-saldo»?
Het EMU-saldo Centrale Overheid slaat om van een tekort van € 0,6 miljard naar een overschot van € 1,6 miljard, terwijl het tekort Sociale Fondsen stijgt van € 1,5 miljard naar € 2,5 miljard. Wat verklaart de verslechtering van het EMU-tekort Sociale Fondsen met circa een miljard euro in 2007 ten opzichte van de raming bij de Miljoenennota 2008? Zijn er ook actuele cijfers voor 207 beschikbaar met betrekking tot het structurele EMU-saldo en het zogenaamde «robuuste EMU-saldo»?
Welke activiteiten zijn vanuit de rijksoverheid in 2007 ondernomen om het EMU-saldo Lokale Overheid van – 1600 (Miljoenennota 2007) op – 300 miljoen te krijgen of te houden?
Is de stijging van het geraamde EMU-tekort Sociale Fondsen met 900 miljoen t.o.v. de raming in de Miljoenennota 2007 een gevolg van beleidskeuzes? Zo ja, welke?
Naar welke verhouding tussen EMU-saldi van Centrale Overheid – Lokale Overheid – en Sociale Fondsen streeft de regering?
Waaruit bestaan de tekorten van het EMU-saldo Lokale Overheid, respectievelijk het EMU-saldo Sociale Fondsen?
Het EMU-saldo geldt voor de gehele collectieve sector. Hiertoe behoren naast het rijk ook de lokale overheden (gemeenten, provincies, waterschappen) en de sociale fondsen (in de zorg: AWBZ en ZVW en in de sociale zekerheid onder andere AOW, WAO en WW). Bij het opstellen van het Coalitieakkoord is gekoerst op een structureel begrotingsoverschot van 1%. Daarbij is geen doelstelling voor de afzonderlijke overheidslagen geprikt. Na het afsluiten van het Coalitieakkoord zijn uitgavenkaders opgesteld, ook voor de sectoren sociale zekerheid en de zorg. De inkomsten van de sociale fondsen (hoofdzakelijk premiebaten) vallen onder het regime van automatische stabilisatie.
De tegenvaller in het saldo van de sociale fondsen ten opzichte van de Miljoenennota is ook voor het grootste deel (0,6 miljard) het gevolg van lagere premiebaten, naast de uitgaventegenvaller van 0,2 miljard in de premiegefinancierde sociale zekerheid. De tegenvallende premiebaten kennen een tegenhanger in meevallende belastinginkomsten. Deze vormen een belangrijke bijdrage voor de verbetering van het saldo van de centrale overheid, naast de meevallende gasbaten en FES-uitgaven en lagere uitgaven onder het kader rijksbegroting in enge zin.
Het kabinet kan niet rechtstreeks ingrijpen in het EMU-saldo van de lokale overheid. Lokale overheden voeren hun financiële huishouding middels het baten- & lastenstelsel. Effecten op resultaat en balans op lokaal niveau kunnen verschillend uitwerken in de EMU-definitie van het tekort/overschot. De afgelopen jaren is de informatievoorziening over deze cijfers verbeterd: via kwartaalrapportages en enquêteren worden deze effecten zoveel mogelijk gemonitored. Sinds de Miljoenennota heeft deze monitoring geen afwijkende informatie opgeleverd. De raming van het saldo van de lokale overheden is in de Najaarsnota daarom niet aangepast. De verbetering van het saldo van de lokale overheden in 2007 ten opzichte van 2006 zoals voorzien in de Miljoenennota is het gevolg van de gunstige conjuncturele situatie.
Naast het «gewone» EMU-saldo worden ook de begrippen structureel saldo en primair robuust saldo gehanteerd. Deze betrekken de stand van de economie bij de duiding van het EMU-saldo: de conjuncturele component die leidt tot hogere belastingontvangsten als de economie op volle toeren draait of tot lagere belastingontvangsten in geval de economie achterblijft bij de potentiële groei wordt in mindering gebracht op het «gewone» EMU-saldo om tot het structureel saldo te komen. Bij het primair robuuste saldo telt ook de rentelasten en de gasbaten niet mee. Dit saldobegrip is vooral geschikt als maatstaf voor de houdbaarheid van de overheidsfinanciën. Ten tijde van het opstellen van de Najaarsnota waren nog geen nieuwe macro-economische ramingen beschikbaar. Het ligt voor de hand te veronderstellen dat de verbetering van het «gewone» EMU-saldo ook is opgetreden bij het structurele saldo en het primair robuuste saldo. Het onlangs verschenen decemberrapport van het CPB ondersteunt deze veronderstelling: ondanks onrust op financiële markten, stijgende olieprijs en wegzakkende dollar is het beeld voor 2007 nauwelijks gewijzigd ten opzichte van de MEV.
Kan de minister inzichtelijk maken wat de ontwikkelingen van EMU-saldo en schuld per EU-lidstaat zijn?
Zie het antwoord op vraag 37.
Het EMU-saldo Centrale Overheid slaat om van een tekort van € 0,6 miljard naar een overschot van € 1,6 miljard, terwijl het tekort Sociale Fondsen stijgt van € 1,5 miljard naar € 2,5 miljard. Wat verklaart de verslechtering van het EMU-tekort Sociale Fondsen met circa een miljard euro in 2007 ten opzichte van de raming bij de Miljoenennota 2008? Zijn er ook actuele cijfers voor 207 beschikbaar met betrekking tot het structurele EMU-saldo en het zogenaamde «robuuste EMU-saldo»?
Zie het antwoord op vraag 38.
In 2008 zal de staatsschuld in absolute termen weer stijgen van € 256 miljard naar € 262 miljard. Wordt nog steeds verwacht (als in de Miljoenennota 2008) dat de staatschuld in 2008 weer zal toenemen van € 256 miljard in 2007 naar € 262 miljard in 2008?
Op dit moment zijn er nog geen nieuwe ramingen binnen voor de schuld in 2008 (de mutatie van 6 miljard is dus nog steeds actueel). Echter, door de mutaties in de schuldquote in deze Najaarsnota zal de beginstand voor het jaar 2008 (eindstand 2007) licht dalen. Ceteris paribus zal de raming van de schuld in 2008 daarom veranderen met de schulddaling in 2007.
Welke activiteiten zijn vanuit de rijksoverheid in 2007 ondernomen om het EMU-saldo Lokale Overheid van – 1600 (Miljoenennota 2007) op – 300 mln. te krijgen of te houden?
Zie het antwoord op vraag 38.
Is de stijging van het geraamde EMU-tekort Sociale Fondsen met 900 mln. t.o.v. de raming in de Miljoenennota 2007 een gevolg van beleidskeuzes? Zo ja, welke?
Zie het antwoord op vraag 38.
Naar welke verhouding tussen EMU-saldi van Centrale Overheid – Lokale Overheid – en Sociale Fondsen streeft de regering?
Zie het antwoord op vraag 38.
Waaruit bestaan de tekorten van het EMU-saldo Lokale Overheid, respectievelijk het EMU-saldo Sociale Fondsen?
Zie het antwoord op vraag 38.
Wat is de reden dat op de aanvullende post reeds rekening gehouden was met het niet doorgaan van op de VROM-begroting geboekte ontvangsten? Is deze voorziening op de aanvullende post voor het niet doorgaan van de Interim-wet Betaalbaarheidsheffing Huurwoningen structureel? Zo nee, betekent dit dan een gat van € 0,5 miljard in de begroting 2008? Zo nee, wordt nu in feite een meevaller van € 0,5 miljard in 2008 en latere jaren misgelopen? Wat verklaart het verschil tussen de tegenvaller op de VROM-begroting van € 331 miljoen en het vrijvallen van de reservering hiervoor van € 350 miljoen? Waarvoor wordt deze onverwachte meevaller van € 19 miljoen in 2007 aangewend?
Waarom wordt bij de Aanvullende Post gesproken over 350 miljoen vanwege het eventueel niet doorgaan van de Wet betaalbaarheidsheffing en bij de VROM-begroting over 331 miljoen?
Op de VROM-begroting 2007 zijn ontvangsten geraamd uit hoofde van de Interim-wet Betaalbaarheidsheffing. Gezien het onderhandelingstraject met de woningcorporaties over met name de aanpak van de prachtwijken, is rekening gehouden met de mogelijkheid dat de Interim-wet Betaalbaarheidsheffing wordt ingetrokken. Om te voorkomen dat dit tot belasting van het uitgavenkader zou leiden, is vooruitlopend op definitieve besluitvorming, een reservering op de aanvullende post opgenomen. Er is indertijd voor gekozen om een globaal, afgerond bedrag in te boeken.
De reservering op de aanvullende post is structureel. Dit betekent echter niet dat in latere jaren een meevaller wordt misgelopen, maar dat een tegenvaller wordt voorkomen. De meevaller als gevolg van het verschil tussen het op de aanvullende post voor 2007 geraamde bedrag en de feitelijke tegenvaller op de VROM-begroting in 2007 komt ten gunste van de algemene middelen.
Wat is de verklaring voor het feit dat de aanvullende post Algemeen, in tegenstelling tot andere aanvullende posten, bij de Najaarsnota nog niet leeg is? Is er uit hoofde van de aanvullende post algemeen nog een meevaller van € 451 miljoen te verwachten in 2007 op de rijksbegroting?
Op de aanvullende post Algemeen zijn een aantal reserveringen opgenomen voor lopende onderhandelingen, onder andere voor de schuldsanering Antillen (354,5 miljoen) en de omgevingsvergunning VROM (20 miljoen). Ook de knelpuntenreserve voor flankerend beleid voor de vernieuwing van de rijksdienst (25 miljoen) uit het Coalitieakkoord staat nog op de aanvullende post. Aangezien er nog geen duidelijkheid bestaat of er in 2007 overeenstemming wordt bereikt in deze verschillende onderhandelingen, blijven deze middelen gereserveerd op de aanvullende post. De middelen kunnen pas na overeenstemming worden toebedeeld aan een specifiek begrotingshoofdstuk. Bij Slotwet zal de aanvullende post volledig zijn leeggeboekt.
Wat houden de bestaande afspraken ten aanzien van de reservering schuldsanering Aruba in? Moeten deze middelen gereserveerd blijven?
In het kader van de Arubadeal is afgesproken dat Nederland gedurende de periode 2000–2009 jaarlijks een bedrag oplopend tot NLG 120 miljoen zal reserveren voor de schuldsanering van Aruba. Aruba mag deze middelen alleen dan aanwenden voor schuldsanering wanneer aan de voorwaarde van begrotingsevenwicht is voldaan. Indien na drie aaneengesloten jaren niet aan deze voorwaarde is voldaan, vindt politiek overleg plaats over de schuldsanering, inclusief de aanwending van de tot dan toe gereserveerde middelen. Uitgangpunt is dat desbetreffende middelen voor Aruba beschikbaar blijven.
Is de verlaging van de EU-afdrachten met 288 miljoen structureel?
De lagere EU-afdrachten worden enerzijds veroorzaakt doordat de Europese Commissie de cijfers van het Europese Bruto Nationaal Inkomen (BNI) en de BTW heeft aangepast op basis van realisaties. Het meerjarige effect van deze bijstelling is nog niet bekend, maar zal naar verwachting beperkt zijn. Op de EU-begroting onderuitputting opgetreden bij de landbouwuitgaven, bij de structuurfondsen en bij onderzoeksprogramma’s. Deze onderuitputting op de EU-begroting heeft naar verwachting geen meerjarig effect.
Waarom is er een vertraging in de ophoging van de leges voor naturalisatie ontstaan?
De vertraging is voornamelijk ontstaan door het uitblijven van nadere politieke besluitvorming. Met name de Nederlandse Antillen en Aruba blokkeren een verhoging van de leges.
Welke uitgaven zijn niet gedaan om daarmee toekomstig budget voor lerarensalarissen vrij te spelen? Welke gevolgen heeft dat voor die aanvankelijk voorgenomen uitgaven?
In 2007 is 29 miljoen geëxtensiveerd op de artikelen primair onderwijs en voortgezet onderwijs. Bij primair onderwijs heeft 6 miljoen betrekking op de in de CAO afgesproken salarisverhoging in augustus 2007. Door het lumpsum betaalritme is in 2007 6 miljoen minder nodig en kan dat ingezet worden ter dekking van de maatregelen Rinnooy Kan. Daarnaast wordt er 6 miljoen minder loonbijstelling op het budget voor Personeels- en Arbeidsmarktbeleid in het Primair Onderwijs uitgekeerd.
Bij het artikel voortgezet onderwijs wordt 17 miljoen geëxtensiveerd op middelen voor kwaliteit en innovatie. De aanvankelijk voorgenomen uitgaven worden hierdoor verlaagd.
Welke gedragseffecten, van de maatregelen ten aanzien van de kinderopvang, worden onderscheiden? Hoe groot zijn deze gedragseffecten?
Per 1 januari 2006 en 1 januari 2007 is de kinderopvang een stuk goedkoper geworden voor de ouders, door aanpassing van de ouderbijdragentabellen. Tevens is per 1 januari 2007 de verplichte werkgeversbijdrage ingevoerd. Daarnaast zorgt de motie van Aartsen/Bos dat buitenschoolse opvang toegankelijker is geworden. Bij de raming van de effecten van de maatregelen zijn destijds, op basis van analyses van SCP en CPB, relatief beperkte gedragseffecten verondersteld. Uit gegevens van de Belastingdienst over de periode t/m de maand oktober blijkt dat het aantal huishoudens en het aantal kinderen dat gebruik maakt van formele kinderopvang in 2007 met circa 30% is toegenomen ten opzichte van 2006. Dit is veel hoger dan geraamd. Op dit moment kan nog niet gezegd worden waar de groei precies door wordt veroorzaakt. De bewindslieden van OCW en Financiën hebben afgesproken dat dit op korte termijn wordt onderzocht.
Wat was de ratio achter de verkoop van Connexxion? Zijn daarbij voorwaarden gesteld over de levering van diensten? Zo ja, welke?
Zoals mijn voorganger minister Zalm ook in zijn brief van 24 mei 2006 (Tweede Kamer, 2005–2006, 28 165, nr. 30) heeft aangegeven komt de regionale behoefte aan vervoer tot uiting in de eisen die concessieverleners stellen bij de aanbesteding van vervoersconcessies. De in het aanbestedingstraject overeengekomen vervoersafspraken worden vervolgens vastgelegd in het concessiecontract, dat geldt tot er wederom aanbesteed wordt. Op dat moment bepaalt de verantwoordelijke concessieverlener opnieuw de behoefte aan vervoer in de betreffende regio alvorens aan te besteden. Dit aanbestedingsregime is bestendigd in de Wet Personenvervoer (Wp 2000). De conclusie van de evaluatie die inz. Connexxion is uitgevoerd in samenwerking met V&W was dan ook dat er geen belemmeringen zijn voor verkoop, nu de publieke belangen adequaat zijn geborgd. Wat betreft levering van diensten: de verkoop doet niets af aan de verplichtingen die Connexxion Holding of één van haar werkmaatschappijen is aangegaan met derden. Voorwaarden ten aanzien van de levering van diensten zijn daarom niet van toepassing.
Wat wordt bedoeld met de vertraging in de ontvangsten van de huurtoeslag van 42,4 miljoen? Zijn dit terug te vorderen toeslagen van 2006 of zijn dit vorderingen die reeds vóór 2006 zijn ontstaan? Verwacht de regering het volledige bedrag te kunnen vorderen?
Het betreft een vertraging in de terugvordering door het Rijk van in 2006 te veel verstrekte huurtoeslagen. De verwachting is dat een deel van de huurtoeslaggerechtigden een te laag inkomen heeft geraamd, waardoor er te veel aan huurtoeslagen is ontvangen. Pas na afloop van het jaar kan het geraamde inkomen worden geconfronteerd met het feitelijk ontvangen inkomen, en kan de definitieve vaststelling van de huurtoeslagen plaatsvinden. Door problemen in de loongegevensuitwisseling vindt de definitieve vaststelling van de huurtoeslagen 2006 voor een deel niet in 2007, maar in 2008 plaats. Dit betekent dat de terugvorderingen daardoor ook opschuiven. In de raming wordt 4% van de teveel verstrekte huurtoeslagen als oninbaar beschouwd. Dit cijfer is gebaseerd op de ervaringen met de invordering van huursubsidie terugvorderingen bij VROM.
Heeft de task force die onderzoek doet naar de overschrijdingen huurtoeslag 2006 haar onderzoek afgerond? Zo ja, tot welke conclusies is deze task force gekomen? Wat zijn de gevolgen van deze conclusies voor de raming huurtoeslag 2008 en verder?
Verwacht de regering – nu de huurtoeslaguitgaven in 2007 zijn overschreden – dat het budget huurtoeslag voor 2008 wel toereikend is? Waarop baseert de regering deze verwachting?
Beschikt de regering, gezien het feit dat de oorzaken van de budgetoverschrijding van 2006 en 2007 nog niet zijn vastgesteld, over betrouwbare beleidsinformatie voor het ramen van het budget huurtoeslag 2008? Zo neen, wanneer verwacht de regering wel over deze beleidsinformatie te beschikken?
Zoals in de voortgangsrapportage Toeslagen aan uw Kamer is gemeld (d.d. 30 november 2007, kamerstukken II, vergaderjaar 2006/07, 31 066, nr. 19) zullen, vanwege het ontbreken van gegevens die nodig zijn voor definitief toekennen voor 2006, ongeveer 2 miljoen (zorg- en huur-)toeslagen worden gecontroleerd alvorens ze definitief berekend worden. Dit proces zal, naar verwachting, voor 1 april 2008 afgerond zijn. Na afronding van dit proces kan een beeld worden gegeven van de omvang en oorzaak van de tegenvaller.
De task force actief, die belast is met het genereren van adequate beleidsinformatie terzake van de huurtoeslag, heeft om deze reden haar opdracht nog niet afgerond.
Tot het moment waarop helderheid ontstaat over de oorzaken van de overschrijdingen, kunnen ook geen conclusies worden getrokken voor de raming van de huurtoeslagen in 2008. Uiterlijk 18 december zal de Tweede Kamer een brief met nadere informatie ontvangen.
Verwacht de regering – nu de huurtoeslaguitgaven in 2007 zijn overschreden – dat het budget huurtoeslag voor 2008 wel toereikend is? Waarop baseert de regering deze verwachting?
Zie het antwoord op vraag 55.
Beschikt de regering, gezien het feit dat de oorzaken van de budgetoverschrijding van 2006 en 2007 nog niet zijn vastgesteld, over betrouwbare beleidsinformatie voor het ramen van het budget huurtoeslag 2008? Zo neen, wanneer verwacht de regering wel over deze beleidsinformatie te beschikken?
Zie het antwoord op vraag 55.
Wanneer (in welke periode) verwacht de regering de Interim-wet Betaalbaarheidsheffing huurwoningen in te kunnen trekken?
In het onderhandelaarsakoord dat op 17 september jl. is overeengekomen tussen minister Vogelaar en Aedes, de koepel van de woningcorporaties, is opgenomen dat het wetsvoorstel Interimwet betaalbaarheidsheffing huurwoningen zal worden ingetrokken. Het onderhandelaarsakkoord is echter niet bekrachtigd. Ik verwacht dat begin volgend jaar duidelijkheid zal bestaan over het verdere traject van de afspraken uit het onderhandelaarsakkoord.
Wanneer gaat de verplaatsing van het Centraal Betaalkantoor Defensie naar Kerkrade zijn beslag krijgen?
Het Centraal Betaalkantoor Defensie (CBD) start in 2008 met 120 functies in Kerkrade. Op de huidige betaalkantoorlocaties blijven tot 2012 steunpunten bestaan.
Is de VPB-taakstelling losgelaten en, zo ja, waarom?
De VPB-taakstelling is niet losgelaten, maar bij de Najaarsnota ingevuld voor het jaar 2007. In 2005 is besloten om het VPB-tarief structureel te verlagen. Om de hieruit voortvloeiende lagere belastingontvangsten op te vangen is medebesloten om te korten op subsidies aan het bedrijfsleven. Daarom werd op de EZ-begroting een taakstelling opgenomen. Voor 2008 en latere jaren zal het restant van de VPB-taakstelling nog in de kas worden ingevuld.
Moet uit de opwaarts bijgestelde raming voor de uitvoering van amendement Mosterd-Verbeet worden afgeleid dat er veel meer arme gepensioneerde vrouwen zijn dan verondersteld? Wordt voor dit doel nog budget in 2008 nodig geacht?
Bij de voorbereiding van de regeling is geraamd dat het aantal rechthebbenden circa 13 000 zou bedragen. De oorzaak van de overschrijding ligt in het inkomensbegrip in de regeling dat gebruikt wordt om te toetsen of iemand in aanmerking komt voor de tegemoetkoming. Als toetsingsinkomen wordt, zoals in de uitvoering gebruikelijk, het verzamelinkomen uit de aangifte inkomstenbelasting gehanteerd. In de raming van de budgettaire effecten en bij de voorbereiding van de regeling is daarentegen gebruik gemaakt van analyses op basis van statistische gegevens over het bruto belastbaar inkomen. Het verzamelinkomen is meestal lager dan het bruto inkomen als gevolg van aftrekposten (ziektekosten, alimentatie, hypotheekrente, etcetera). In dit geval leidt dat ertoe dat het aantal personen dat voldoet aan de inkomensvoorwaarde voor de tegemoetkoming pensioenverevening hoger is dan geraamd. Naar verwachting zullen er geen verdere tegenvallers optreden.
Zijn de apurementskosten teruggevorderde subsidies en/of boetes? Worden deze kosten verhaald op de (ten onrechte) begunstigden?
Apurement heeft betrekking op de boekhoudkundige en conformiteitsgoedkeuring van de door LNV bij de Europese Commissie ingediende rekeningen. De Europese Commissie legt apurementboetes op aan de Lidstaat bij geconstateerde gebreken in de EU-conformiteit. Deze kunnen niet verhaald worden op begunstigden van subsidies omdat het ministerie eindverantwoordelijk is voor de EU-conforme implementatie en uitvoering van EU-wet-en regelgeving.
Kon de bestuurlijke vertraging vanwege medezeggenschap van provincies niet worden voorzien? Of komt dit door gewijzigd beleid?
De bestuurlijke afspraken impliceren dat LNV niet zonder instemming van de provincies gronden kunnen verkopen. Dit gaat in medezeggenschap. In het eerste jaar van het ILG is gebleken dat zowel provincies als LNV nog worstelen met hoe deze afspraken in de praktijk moeten worden toegepast.
Er is hier dus geen sprake van gewijzigd beleid. De verwachting bij DLG is overigens dat met de provincies inmiddels goede vooruitgang is geboekt en dat de ontvangstentaakstelling in 2008 kan worden ingelopen.
Wanneer zal er zicht zijn op de oorzaken van de onderbesteding bij de Stimuleringsregeling Mantelzorg?
Het onderzoek naar de oorzaken van de onderbesteding bij de Stimuleringsregeling Mantelzorg zal begin 2008 worden afgerond.
Wat is de reden dat het aantal kinderen dat recht heeft op AKW te laag is ingeschat? Hoe heeft men deze fout kunnen maken? Is het aantal kinderen ineens toegenomen, of is er een andere verklaring (bijvoorbeeld migratie) voor deze foute inschatting?
De opwaartse bijstelling is het gevolg van een te lage inschatting door de SVB van het aantal kinderen dat recht heeft op AKW in het eerste kwartaal van dit jaar. Deze te lage inschatting is niet als gevolg van bijvoorbeeld een plotse toename van het aantal kinderen of hogere migratie, maar is louter van statistische aard. Het aantal telkinderen kent een relatief stabiel patroon van ca. 3,5 miljoen per kwartaal. Abusievelijk is in de SVB-ramingen voor één kwartaal uitgegaan van slechts 3,4 miljoen telkinderen terwijl het er in werkelijkheid, net als in andere kwartalen, weer 3,5 miljoen waren. Dit heeft – ten onrechte – doorgewerkt in een te lage jaarraming 2007 voor de uitgaven en eerder dit jaar geleid tot een meevaller. Dit wordt gecorrigeerd met deze bijstelling voor 2007, die geen gevolgen heeft voor de meerjarenramingen.
Welk deel van de bijstellingen in de begroting van uitgaven van het Infrastructuurfonds heeft betrekking op versnelling, welk deel op vertraging, welk deel op meevallende kosten en welk deel op tegenvallende kosten?
In de bijstellingen van de begroting van uitgaven van het Infrastructuurfonds is voor 245 mln aan versnellingen op de verschillende onderhouds-programma’s begrepen. Verder is de lening voor de aanschaf van vliegtuigen voor de kustwacht dit jaar versneld afgelost (20 miljoen). Daarnaast is sprake van een aanbestedingsmeevaller op Rijksweg 2 Everdingen–Deil–Zaltbommel–Empel en Oudenrijn–Deil (totaal 7 miljoen) en op hoofdwatersystemen (Nadere Uitwerking voor het Rivieren Gebied, NURG: 1 miljoen).
Het resterend deel heeft sec betrekking op kasvertragingen. De oorzaken per modaliteit zijn nader toegelicht in de suppletoire begroting van het Infrastructuurfonds (zie ook het gestelde bij vraag 12).
Kan de minister een overzicht geven van de W-middelen sinds de invoering van WWB? Kan de minister ook een overzicht geven van de feitelijke uitgaven; van het gedeelte dat is opgepot en het gedeelte dat is teruggevorderd?
Uit onderstaande tabel blijkt dat gemeenten vanaf de invoering van de WWB (t/m 2006) 4,8 miljard hebben ontvangen en dat daar voor 4,2 miljard aan feitelijke uitgaven tegenover staan. Dat gemeenten geld niet allemaal besteden wil niet direct zeggen dat er sprake is van «oppotten». Hier kunnen ook legitieme redenen voor zijn. Voor een deel kan dit bijvoorbeeld voortvloeien uit aangegane verplichtingen die pas in latere jaren tot kasuitgaven zullen leiden. Mede om die reden mogen gemeenten bij onderbesteding tot 75% van het beschikbaar gestelde bedrag meenemen naar het volgende jaar (per individuele gemeente). Wat boven deze grens uitkomt wordt teruggevorderd. Het bedrag dat gemeenten mee hebben genomen naar volgende jaren is opgelopen tot 782 miljoen. In de jaren van 2004 tot 2007 is 82 miljoen door SZW teruggevorderd.
In miljoen euro | 2004 | 2005 | 2006 | 2007 | Cumulatief 2004–2006 |
---|---|---|---|---|---|
Budget W-deel | 1 586,0 | 1 610,9 | 1 629,3 | 1 590,6 | 4 826,2 |
Feitelijke uitgaven gemeenten | 1 451,7 | 1 359,7 | 1 371,6 | NB | 4 183,0 |
Meeneemregeling (cumulatief) | 363,71 | 592,1 | 782,1 | NB | 782,1 |
Teruggevorderd2 | 1,3 | 19,4 | 61,3 | NB | 82,0 |
1 Naast de middelen die in 2004 in aanmerking kwamen voor de meeneemregeling werd van 2003 naar 2004 234 miljoen euro meegenomen van voorliggende regelingen.
2 De vermelde bedragen betreffen de terug te vorderen bedragen voor het desbetreffende jaar. Feitelijke terugvordering vindt over het algemeen een jaar later plaats.
Waarom wordt bij de Aanvullende Post gesproken over 350 miljoen vanwege het eventueel niet doorgaan van de Wet betaalbaarheidsheffing en bij de VROM-begroting over 331 miljoen?
Zie het antwoord op vraag 46.
Kan een specificatie worden gegeven van de volume en prijsontwikkelingen ten aanzien van de ontvangsten uit de aardgasbaten?
Zie het antwoord op vraag 22.
Wat was de verwachte instroom van asielzoekers in de begroting voor 2007? En wat was de verwachte instroom bij de Voorjaarsnota 2007? Wat was de verwachte instroom van asielzoekers in de begroting voor 2008? En wat is de verwachte instroom thans? Hoe hebben de asielaanvragen zich elders in de EU ontwikkeld in het afgelopen jaar?
De meerjarige verwachting betreffende de instroom van asielzoekers in zowel de begroting 2007, voorjaarsnota 2007 en begroting 2008 lag op het niveau van 10 500. Deze verwachting is tot op heden niet aangepast. De cijfers voor de asielinstroom in de EU voor 2007 zijn niet volledig bekend. Op basis van wat er wel bekend is, verwachten we dat de asielinstroom in de EU circa 10% hoger zal uitvallen dan in 2006.
Samenstelling:
Leden: Van der Vlies (SGP), Vendrik (GL), Blok (VVD), voorzitter, Ten Hoopen (CDA), ondervoorzitter, Weekers (VVD), Gerkens (SP), Van Haersma Buma (CDA), De Nerée tot Babberich (CDA), Dezentjé Hamming (VVD), Omtzigt (CDA), Koşer Kaya (D66), Irrgang (SP), Luijben (SP), Kalma (PvdA), Blanksma-van den Heuvel (CDA), Cramer (CU), J. Kortenhorst (CDA), Van der Burg (VVD), Van Dijck (PVV), Spekman (PvdA), Heerts (PvdA), Gesthuizen (SP), Ouwehand (PvdD), Tang (PvdA) en Vos (PvdA).
Plv. leden: Van der Staaij (SGP), Halsema (GL), Remkes (VVD), Jonker (CDA), Aptroot (VVD), Van Gerven (SP), De Vries (CDA), Van Hijum (CDA), De Krom (VVD), De Pater-van der Meer (CDA), Pechtold (D66), Kant (SP), Ulenbelt (SP), Van der Veen (PvdA), Vacature (CDA), Anker (CU), Mastwijk (CDA), Nicolaï (VVD), De Roon (PVV), Van Dam (PvdA), Smeets (PvdA), Karabulut (SP), Thieme (PvdD), Heijnen (PvdA) en Roefs (PvdA).
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-31290-2.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.