Aan de Voorzitters van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 11 december 2014
Hierbij zend ik u, mede namens mijn ambtgenoot van Economische Zaken, het Besluit
van 2 december 2014 houdende wijziging van het Eindexamenbesluit VO, het Staatsexamenbesluit
VO, het Inrichtingsbesluit WVO, de overeenkomstige BES-besluiten, alsmede enkele andere
besluiten, in verband met onder meer verruiming van de mogelijkheid tot deelname van
gehandicapte leerlingen aan het staatsexamen, verruiming van de examineermogelijkheden
voor toptalenten, verduidelijking van bepalingen, en technische verbeteringen1.
Deze toezending geschiedt in het kader van de procedure, bedoeld in de artikelen 10b,
elfde lid, 10d, elfde lid, 29, vierde lid, en 84, vijfde lid, van de Wet op het voortgezet
onderwijs, en in artikel 119a van de Wet op het primair onderwijs. Deze artikelen
noemen een termijn van vier weken. Zij betreffen de artikelen I, V, VII en VIII van
het bijgaande besluit. Omdat meer dan een vierde deel van de termijn van vier weken
binnen de recesperiode van uw Kamer valt, wordt de termijn zodanig verlengd dat drie
vierde deel daarvan buiten die recesperiode van uw Kamer valt. Dat betekent dat de
termijn loopt tot en met 3 februari 2015.
Gestreefd wordt naar inwerkingtreding van de artikelen I, V en VII zo spoedig mogelijk
na afloop van deze termijn, en voor 1 juli 2015 en per 1 augustus 2015 wat artikel
VIII, onderdeel A respectievelijk onderdeel B betreft.
Eenzelfde brief, zonder de verwijzing naar artikel 119a van de Wet op het primair
onderwijs, heb ik heden gezonden aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal.
De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
S. Dekker