De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de NVAO expliciet de taalkeuze bij de toets nieuwe opleiding moet
beoordelen en hierbij het advies van de CDHO meeneemt;
overwegende dat een scan van de recente aanvragen nieuwe opleidingen bij de CDHO laat
zien dat het overgrote deel van de nieuwe wo-bachelor en wo-masteropleidingen Engels
als voertaal wil hanteren;
constaterende dat in de regeling macrodoelmatigheid staat dat de CDHO haar bevindingen
over de taalkeuze opneemt in het advies, maar dat de CDHO in geen enkel recent advies
hieraan aandacht heeft besteed;
overwegende dat zowel in de Regeling macrodoelmatigheid als in het beoordelingskader
van de NVAO alleen opgenomen staat dat de opleiding de keuze voor de taal motiveert
en niet aan de hand waarvan deze motivering getoetst moet worden;
overwegende dat zolang er vrijwel alleen maar Engelstalige opleidingen aangevraagd
worden door universiteiten het dweilen met de kraan open is om de instroom van internationale
studenten in goede banen te leiden;
verzoekt de regering om in het beoordelingskader van de NVAO de wijze van toetsing
van de taalkeuze te expliciteren en dit tevens te expliciteren voor het advies van
de CDHO rondom de taalkeuze, en de Kamer daarover te informeren voor het einde van
het kalenderjaar;
en verzoekt de regering om op alle lopende aanvragen voor Engelstalige nieuwe opleidingen
die bij de CDHO, bij het ministerie of de NVAO in behandeling zijn voorafgaand aan
de definitieve besluitvorming alsnog een toets op de taalkeuze toe te passen en de
uitkomst daarvan te publiceren,
en gaat over tot de orde van de dag.
Van der Molen
Van der Woude