31 288 Hoger Onderwijs-, Onderzoek- en Wetenschapsbeleid

Nr. 842 MOTIE VAN DE LEDEN WIERSMA EN BRUINS

Voorgesteld 4 juni 2020

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat studenten bij aanvang van hun studie soms een afstandsverklaring moeten tekenen, waarmee het intellectueel eigendomsrecht hun wordt ontnomen;

overwegende dat studenten met goede ideeën juist aanmoediging en geen ontmoediging verdienen;

constaterende dat studenten die op voorhand afstand doen van hun eigendom soms meer onderwijsmogelijkheden worden geboden en deze kwaliteitsverschillen onwenselijk zijn;

constaterende dat de VSNU, in samenwerking met de verschillende universiteiten, werkt aan een richtsnoer met eenduidige en transparante regels;

verzoekt de regering, in haar toezichtkader te borgen dat de toegankelijkheid en de kwaliteit en het aanbod van het onderwijs niet mogen afhangen van het wel of niet afstaan van het intellectueel eigendom, en de Kamer voor de zomer 2020 te informeren op welke manier de regering dit gaat vormgeven;

verzoekt de regering tevens, in overleg met de VSNU en DutchSE de eenduidige richtlijn al per september 2020 te borgen en daarnaast te overleggen op welke wijze studentondernemers onafhankelijk juridisch advies kan worden geboden over de beste manier waarop zij met hun eigendomsrecht kunnen omgaan, en hierover de Kamer in september 2020 te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

Wiersma

Bruins

Naar boven