Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 27 maart 2023
Zoals verzocht door de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap stuur
ik u hierbij mijn reactie op de uitkomsten van het Promovendi Netwerk Nederland (PNN)
rapport «PhD regulations in the Netherlands».
In het rapport doet het PNN vier aanbevelingen, hieronder geciteerd uit het rapport:
-
1. Essentiële informatie dient te worden opgenomen en gemakkelijk toegankelijk te zijn
via het centrale promotiereglement (of eventuele bijlagen), aangezien het voor promovendi
cruciaal is om alle rechten en plichten van het promotietraject te kennen.
-
2. De fundamentele criteria, op basis waarvan wordt besloten tot het al dan niet toekennen
van het doctoraat aan een promovendus, zouden meer geharmoniseerd moeten worden tussen
reglementen.
-
3. Academische instellingen dienen het ceremoniële karakter van de verdediging expliciet
vast te leggen in hun doctoraatsreglement.
-
4. Academische instellingen dienen elementen uit de Erkennen en Waarderen-beweging op
te nemen in hun promotiereglement of eventuele bijlagen.
Ik onderschrijf in grote lijnen deze aanbevelingen, waarbij de laatste zeker nog verdere
discussie verlangt. Het is belangrijk dat alle rechten en plichten behorende bij een
promotietraject duidelijk gecommuniceerd worden richting promovendi, inclusief de
criteria voor toekenning van het doctoraat en het succesvol verdedigen van het proefschrift.
Onzekerheid over het traject kan leiden tot ongewenste stress en werkdruk, hetgeen
met transparant beleid vermeden kan worden. Daarbij kan ik me voorstellen dat het
voor instellingen eventueel wenselijk is als de criteria worden genuanceerd per vakgebied.
Zolang hier duidelijk over wordt gecommuniceerd richting de promovendi hoeft dit de
adviezen van het PNN niet in de weg te staan.
Ik heb met het PNN gesproken over diens aanbevelingen. Gezien de aard van de aanbevelingen
zijn wij van mening dat het aan de instellingen is om te kijken hoe deze mee te nemen
in de doorontwikkeling van hun promovendibeleid. Het PNN is in gesprek met Universiteiten
van Nederland (UNL) over de aanbevelingen en zal deze ook bespreken met de rectoren
van de universiteiten. Ik steun het PNN hierin.
Voor een duurzaam en sterk wetenschapssysteem zijn goede onderzoekers nodig. Het is
daarom belangrijk dat instellingen met hun beleid de ontwikkeling, het aantrekken
en het behoud van talent faciliteren. Ik steun met mijn investeringen in het hoger
onderwijs en de wetenschap de instellingen met hun inspanningen om hun promovendibeleid
verder te ontwikkelen. Ik zal hier ook aandacht aan besteden in mijn visie op jonge
onderzoekers, die ik momenteel uitwerk. Ik heb uw Kamer toegezegd dat ik mijn visie
dit najaar naar uw Kamer zal sturen.1
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
R.H. Dijkgraaf