31 286
Aanpassing van de wet van 11 december 1980, houdende uitvoering van het op 18 maart 1970 te ’s-Gravenhage tot stand gekomen Verdrag inzake de verkrijging van bewijs in het buitenland in burgerlijke en handelszaken (Stb. 653), de wet van 24 december 1958, houdende uitvoering van het op 1 maart 1954 te ’s-Gravenhage ondertekende verdrag betreffende de burgerlijke rechtsvordering (Stb. 677) en de wet van 12 juni 1909 tot uitvoering van het op 17 juli 1905 te ’s-Gravenhage gesloten verdrag betreffende de burgerlijke rechtsvordering (Stb. 141) aan de Uitvoeringswet EG-bewijsverordening

nr. 5
NOTA VAN VERBETERING

Ontvangen 7 december 2007

In het voorstel van wet (stuk nr. 2) worden de volgende verbeteringen aangebracht:

I

In artikel II, onderdeel A, wordt in artikel 6, eerste lid, «rogatoire commissien» vervangen door: rogatoire commissiën.

II

In artikel II, onderdeel G, wordt in artikel 12 na «172» een komma geplaatst.

III

In artikel II, onderdeel K, wordt «Artikel 18 volgt als volgt gewijzigd» vervangen door: Artikel 18 wordt als volgt gewijzigd.

IV

In artikel III, onderdeel A, wordt in artikel 10, eerste lid, «rogatoire commissien» vervangen door: rogatoire commissiën.

V

In artikel III, onderdeel A, wordt het derde lid van artikel 10 op een nieuwe regel geplaatst.

VI

In artikel III, onderdeel K, wordt «Artikel 22 volgt als volgt gewijzigd» vervangen door: Artikel 22 wordt als volgt gewijzigd.

VII

In artikel IV wordt «commisssies» vervangen door: commissies.

Naar boven