31 276
Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Staten van Jersey inzake de uitwisseling van informatie betreffende belastingzaken; Den Haag, 20 juni 2007

B
nr. 2
ADVIES RAAD VAN STATE EN NADER RAPPORT

Hieronder zijn opgenomen het advies van de Raad van State d.d. 1 augustus 2007 en het nader rapport d.d. 1 november 2007, aangeboden aan de Koningin door de minister van Buitenlandse Zaken. Het advies van de Raad van State is cursief afgedrukt.

Bij Kabinetsmissive van 24 juli 2007, nr. 07.002442, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de minister van Buitenlandse Zaken, mede namens de staatssecretaris van Financiën, bij de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en Jersey inzake de uitwisseling van informatie betreffende belastingzaken; Den Haag, 20 juni 2007 (Trb. 2007,....), met toelichtende nota.

Het verdrag treft een regeling voor de uitwisseling van gegevens inzake de belastingheffing tussen Jersey en Nederland. Het is het tweede verdrag van Nederland met een zogenoemd gecommitteerd land dat op basis van het Model Agreement on Exchange of Information on Tax Matters (OESO document DAFFE/CFA(220)24/FINAL) tot stand is gekomen. Naast het onderhavige verdrag is ook een verdrag gesloten inzake de toegang tot onderlinge overlegprocedures in verband met de aanpassing van winsten van verbonden ondernemingen en de toepassing van de Nederlandse deelnemingsvrijstelling1, over de goedkeuring waarvan de Raad heden eveneens advies uitbrengt.2

De Raad van State onderschrijft de goedkeuring van het verdrag, maar plaatst daarbij een kanttekening.

Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 24 juli 2007, nr. 07.002442, machtigde Uwe Majesteit de Raad van State zijn advies inzake het bovenvermelde verdrag rechtstreeks aan mij te doen toekomen. Dit advies, gedateerd 1 augustus 2007, nr. W06.07.0243/III, bied ik U hierbij aan.

1. In de toelichtende nota wordt geen aandacht gegeven aan de bescherming van persoonsgegevens. De Raad wijst hierbij op de artikelen 25 en 26 van de Richtlijn van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (Richtlijn 95/46/EEG).

De Raad adviseert de toelichtende nota op dit punt aan te vullen.

1. De Raad van State onderschrijft de goedkeuring van het verdrag, maar merkt daarbij op dat in de toelichtende nota geen aandacht gegeven wordt aan de bescherming van persoonsgegevens. Gevolg gevend aan het advies van de Raad is de toelichting op dit onderdeel aangevuld.

2. Voor een redactionele kanttekening verwijst de Raad naar de bij het advies behorende bijlage.

2. Aan de redactionele kanttekening is gevolg gegeven.

De Raad van State geeft U in overweging goed te vinden dat bedoeld verdrag wordt overgelegd aan de beide kamers der Staten-Generaal, nadat aan het vorenstaande aandacht zal zijn geschonken.

De Vice-President van de Raad van State,

H. D. Tjeenk Willink

Ik moge U, mede namens de staatssecretaris van Financiën, verzoeken mij te machtigen gevolg te geven aan mijn voornemen het verdrag vergezeld van de gewijzigde toelichtende nota ter stilzwijgende goedkeuring over te leggen aan de Eerste en aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal.

De minister van Buitenlandse Zaken,

M. J. M. Verhagen

Bijlage bij het advies van de Raad van State betreffende nr. W06.07.0243/III met een redactionele kanttekening die de Raad in overweging geeft.

– In de toelichting op artikel 8 de begrippen «ordinary» en «extraordinary» (kosten) vervangen door: indirect respectievelijk direct.


XNoot
1

Den Haag, 20 juni 2007 (Trb. 2007, ...).

XNoot
2

Advies nr. W06.07.0245/III.

Naar boven