31 263
Mensenrechtenstrategie voor het buitenlands beleid

nr. 14
MOTIE VAN HET LID ÇÖRÜZ C.S.

Voorgesteld 17 april 2008

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende, dat Nederland een voortrekkersrol inneemt bij aanpak en bestrijding van internationale misdrijven en terrorisme;

constaterende, dat Nederland c.q. Den Haag vestigingsplaats is voor verschillende internationale juridische instellingen, zoals het Internationaal Strafhof, het Internationaal gerechtshof, Europol, Eurojust en het Joegoslavië-tribunaal;

overwegende, dat de gevestigde internationale instellingen voornamelijk gericht zijn op repressie, terwijl de strijd tegen terrorisme juist ook gebaat is bij programma’s, projecten en analyses die terrorisme kunnen voorkomen;

constaterende, dat Nederland eerder als facilitator heeft opgetreden bij bijeenkomsten zoals de Poelgeest-conferentie, waarbij is gesproken over (een definitie van) terrorisme;

overwegende, dat deze faciliterende rol tevens van belang is voor de verdere ontwikkeling van het internationaal strafrecht;

verzoekt de regering deze rol een meer formele en permanente plaats te geven en met concrete voorstellen te komen voor een in Nederland gevestigd antiterrorisme-instituut,

en gaat over tot de orde van de dag.

Çörüz

Voordewind

Van Baalen

Van der Staaij

Naar boven