31 262
Wijziging van de Warenwet in verband met de opneming van de mogelijkheid om een last onder bestuursdwang op te leggen en enkele andere wijzigingen

nr. 8
TWEEDE NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 8 september 2008

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

1. Artikel I wordt als volgt gewijzigd:

1. Onderdeel A, eerste lid, komt te luiden:

1. In het eerste lid, onderdeel g, wordt na «eerste lid, laatste volzin en derde lid,» ingevoegd «30, derde lid,» en vervalt: 32,.

2. Er wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

H

In artikel 32a, eerste lid, wordt na «eerste lid, laatste volzin en derde lid,» ingevoegd «30, derde lid,» en vervalt: 32,.

2. Artikel IV wordt vervangen door:

ARTIKEL IV

Indien deze wet in werking treedt op een tijdstip vóór het wetsvoorstel van de Vierde tranche Algemene wet bestuursrecht (TK 2003–2004, 29 702, nr. 2) tot wet is verheven en in werking is getreden, vinden de volgende wijzigingen plaats:

a. In artikel 32 van de Warenwet wordt «oplegging van een last onder bestuursdwang in» vervangen door «toepassing van bestuursdwang».

b. Artikel 11, onderdeel B, van het voorstel van wet tot aanpassing van bijzondere wetten aan de vierde tranche van de Algemene wet bestuursrecht (Aanpassingswet vierde tranche Awb) (TK 2006–2007, 31124, nr. 2) vervalt op het tijdstip dat dat voorstel tot wet wordt verheven.

3. Onder vernummering van artikel VI tot artikel VII wordt een artikel ingevoegd, luidende:

ARTIKEL VI

Indien deze wet in werking treedt op een tijdstip nadat artikel 11 van het voorstel van wet tot aanpassing van bijzondere wetten aan de vierde tranche van de Algemene wet bestuursrecht (Aanpassingswet vierde tranche Awb) (TK 2006–2007, 31124, nr. 2) tot wet is verheven en in werking is getreden, komt artikel I, onderdeel A, te luiden:

A

In artikel 1, vijfde lid, wordt:

a. na «kunnen» ingevoegd: ter uitvoering van verplichtingen voortvloeiende uit een internationaal verdrag.

b. «bij of krachtens deze wet» vervangen door: krachtens deze wet.

c. een zin toegevoegd, die luidt: Van de plaatsing van de algemene maatregel van bestuur wordt onverwijld mededeling gedaan aan de beide Kamers der Staten-Generaal.

4. Artikel VII (nieuw) wordt gewijzigd als volgt:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1» geplaatst.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

2. Indien deze wet inwerking treedt op een tijdstip voordat artikel 11 van het voorstel van wet tot aanpassing van bijzondere wetten aan de vierde tranche van de Algemene wet bestuursrecht (Aanpassingswet vierde tranche Awb) (TK 2006–2007, 31124, nr. 2) tot wet is verheven en in werking is getreden, treedt artikel I, onderdeel H, in afwijking van het eerste lid, in werking op het tijdstip dat dat artikel 11 in werking treedt.

Toelichting

Deze nota van wijziging dient twee doelen:

1. Verdere afstemming met de Vierde tranche van de Algemene wet bestuursrecht.

2. Het herstel van een verzuim tot aanwijzing van artikel 30, derde lid, als verbodsbepaling waarvoor, bij overtreding daarvan, een bestuurlijke boete kan worden opgelegd.

Inmiddels is een tweede nota van wijziging voor het Voorstel van wet tot aanpassing van bijzondere wetten aan de vierde tranche van de Algemene wet bestuursrecht (Aanpassingswet vierde tranche Awb) (TK 2006–2007, 31 124, nr. 2) in voorbereiding. Om de samenloop met het wetsvoorstel tot wijziging van Warenwet in verband met de opneming van de mogelijkheid om een last onder bestuursdwang op te leggen en enkele andere wijzigingen goed te laten verlopen met de invoering van de Vierde tranche Algemene wet bestuursrecht, zijn nog een aantal wijzigingen van dat wetsvoorstel noodzakelijk. Los van de hierna te bespreken wijziging, zijn alle wijzigingen puur technisch van aard. Zo wordt bijvoorbeeld voorkomen dat in het kader van de wijzigingen van de Warenwet opdracht tot wijziging van artikel 1, eerste lid, onderdeel g, van de Warenwet wordt gegeven nadat dat onderdeel al in het kader van de Wet tot aanpassing van bijzondere wetten aan de vierde tranche van de Algemene wet bestuursrecht (Aanpassingswet vierde tranche Awb) (TK 2006–2007, 31 124, nr. 2) is vervallen. Deze nota van wijziging voorziet erin dat in dat geval direct een aanpassing plaatsvindt van artikel 32a van de Warenwet. De aanwijzing van bestuurlijk beboetbare feiten vindt na de invoering van de Vierde tranche Algemene wet bestuursrecht immers niet meer plaats in artikel 1, eerste lid, onderdeel g, doch in artikel 32a van de Warenwet.

In het wetsvoorstel is verzuimd het nieuwe artikel 30, derde lid, van de Warenwet als bestuurlijk beboetbaar feit aan te wijzen. Er is uiteraard geen enkele reden dat feit (het gebruik van een technisch voortbrengsel dat door de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport buiten gebruik is gesteld) uit te sluiten van het stelsel van de bestuurlijke boeten. Dat verzuim wordt hiermee hersteld.

De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

A. Klink

Naar boven