nr. 2
VOORSTEL VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is in het belang
van de volksgezondheid en de veiligheid en gezondheid bij de arbeid en ter
uitvoering van Europeesrechtelijke besluiten in de Warenwet een voorziening
op te nemen die het mogelijk maakt om bij ernstige schendingen van normen
een last onder bestuursdwang op te leggen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der
Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en
verstaan bij deze:
ARTIKEL I
De Warenwet wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd.
1. In het eerste lid, onderdeel g, vervalt: 32,
2. In het vijfde lid wordt:
a. na «kunnen» ingevoegd: ter uitvoering van verplichtingen
voortvloeiende uit een internationaal verdrag.
b. «bij of krachtens deze wet» vervangen door: krachtens
deze wet.
c. een zin toegevoegd, die luidt: Van de plaatsing van de algemene
maatregel van bestuur wordt onverwijld mededeling gedaan aan de beide Kamers
der Staten-Generaal.
B
Artikel 1a komt te luiden:
Artikel 1a
Deze wet en de daarop berustende bepalingen zijn mede van toepassing op:
a. technische voortbrengselen die worden gebruikt in de exclusieve
economische zone bij de arbeid op, vanaf of ten behoeve van civieltechnische
werken, dan wel bij het afbreken van een dergelijk werk;
b. eet- en drinkwaren die worden verhandeld op civieltechnische werken
in de exclusieve economische zone.
C
Artikel 21 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het tweede lid wordt:
a. na «gelasten» ingevoegd: de verhandeling daarvan te
staken dan wel;
b. een zin toegevoegd luidende:
Degene tot wie de last is gericht, geeft daaraan onverwijld gevolg.
2. Het derde lid vervalt.
3. Onder vernummering van het vierde lid tot derde lid wordt in dit
lid «de door Onze Minister gelaste maatregelen» vervangen door:
een door Onze Minister gegeven last.
D
In artikel 21c wordt na «21b,» ingevoegd: 32.
E
Artikel 27, eerste lid, komt te luiden:
1. De in artikel 25 bedoelde ambtenaren zijn bevoegd technische voortbrengselen
te beproeven, te onderzoeken, te doen beproeven of te doen onderzoeken. Onze
Minister kan schriftelijk herstelling of behandeling binnen een daarbij vast
te stellen termijn van het technische voortbrengsel gelasten of besluiten
dat een voor een technisch voortbrengsel afgegeven certificaat van goedkeuring
of overeenstemming of een op een technisch voortbrengsel aangebracht merk
van goedkeuring of overeenstemming zijn geldigheid verliest indien bij een
beproeving of onderzoek blijkt dat het voortbrengsel niet aan de krachtens
deze wet gestelde regels voldoet. De in artikel 25 bedoelde ambtenaar brengt
ten bewijze van de afkeuring een merk van afkeuring aan op het technische
voortbrengsel. Een krachtens de tweede zin gestelde eis moet worden nageleefd
door degene aan wie hij is gesteld.
F
Artikel 30 komt te luiden:
Artikel 30
1. Onze Minister kan besluiten een technisch voortbrengsel buiten
gebruik te stellen indien het gebruik van dat voortbrengsel gevaar oplevert
of indien de op grond van artikel 7 voorgeschreven keurings- of beoordelingsprocedures
niet in acht zijn genomen. De in artikel 25 bedoelde ambtenaar verzegelt het
technische voortbrengsel ten bewijze van de buitengebruikstelling.
2. Onze Minister besluit tot opheffing van de buitengebruikstelling indien het gevaar is weggenomen,de buitengebruikstelling ongegrond
is gebleken of indien de in artikel 7 voorgeschreven keurings- of beoordelingsprocedures
in acht zijn genomen.
3. Het is verboden een technisch voortbrengsel te gebruiken dat op
grond van het eerste lid buiten gebruik is gesteld.
4. Overtreding van het verbod, bedoeld in het derde lid is, een misdrijf.
G
Artikel 32 komt te luiden:
Artikel 32
Onze Minister is in het belang van de volksgezondheid of van de veiligheid,
en indien het technische voortbrengselen betreft, tevens in het belang van
de gezondheid van de mens of van de veiligheid van zaken bevoegd tot oplegging
van een last onder bestuursdwang ter handhaving van:
a. regels gesteld bij of krachtens deze wet;
b. regels gesteld bij of krachtens een verordening, vastgesteld op
grond van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, indien bij
of krachtens deze wet is verboden in strijd met die regels te handelen;
c. de bij artikel 5:20, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht
gestelde verplichting.
ARTIKEL II
Artikel 1 van de Wet op de economische delicten wordt als volgt gewijzigd:
A
Onder 3° wordt in de zinsnede met betrekking tot de Warenwet na «derde
lid» ingevoegd: , 30, derde lid.
B
Onder 4° vervalt in de zinsnede met betrekking tot de Warenwet: 32.
ARTIKEL III
Artikel 27, eerste lid, van de Warenwet, zoals dat luidde direct voorafgaande
aan het tijdstip waarop artikel I, onderdeel C, in werking treedt, blijft
van toepassing ten aanzien van technische voortbrengselen waar op dat tijdstip
een merk van afkeuring op is aangebracht, tot het tijdstip waarop het merk
wordt verwijderd, dan wel, indien dat merk van afkeuring onderwerp is van
een juridische procedure, tot daarin onherroepelijk is beslist.
ARTIKEL IV
Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,