nr. 70
VERSLAG OVER HET VERZOEKSCHRIFT1 VAN M.
I. TE A.2 BETREFFENDE UITSTEL VAN BETALING VOOR
EEN BELASTINGSCHULD
Vastgesteld 11 september 2008
Klacht
Verzoeker is het er niet mee eens dat zijn beroepschrift tegen de beschikking
van de ontvanger op een verzoek om uitstel van betaling dan wel een betalingsregeling
voor de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen over het jaar 2004 door
de Belastingdienst is afgewezen.
Feiten
Op de aangifte van verzoeker is hem (voorlopige) belastingteruggave verleend.
De Belastingdienst heeft een definitieve aanslag opgelegd waartegen verzoeker
bezwaar heeft gemaakt. Aan zijn bezwaar is gedeeltelijk tegemoetgekomen zodat
de aanslag is verminderd. Omdat het bedrag van de aanslag niet werd betaald,
is de ontvanger tot dwanginvordering overgegaan. Naar aanleiding van het dwangbevel
heeft verzoeker uitstel van betaling gevraagd dat de ontvanger heeft afgewezen.
Redenen zijn de lange looptijd van het uitstel en de structurele aard van
de betalingsproblemen. Verzoeker heeft tegen de afwijzing van zijn verzoek
om uitstel beroep aangetekend dat op dezelfde gronden is afgewezen.
Overwegingen
Verzoeker voert aan dat hij de aanslag pas kan betalen als hij een verblijfsvergunning
krijgt. Zolang zijn verzoek nog in behandeling is, mag hij geen werk verrichten
en is hij aangewezen op een uitkering zodat hij niet in staat is om de aanslag
te voldoen.
De staatssecretaris ziet geen aanleiding om de ontvanger te verzoeken
om uitstel van betaling toe te staan. Het is immers vast beleid dat voor belastingschulden
waarbij de betalingsproblemen structureel zijn of als de betalingsregeling
zich uitstrekt over een onaanvaardbare lange termijn, geen uitstel van betaling
wordt verleend. Wel heeft hij met de ontvanger afgesproken dat het verzoek
aan de commissie voor de Verzoekschriften en de Burgerinitiatieven
tevens zal worden aangemerkt als een verzoek om kwijtschelding.
Oordeel van de commissie1
Het verzoek van verzoeker aan de commissie zal worden behandeld als een
kwijtscheldingsverzoek. Daarmee wordt voldoende aan de klacht van verzoeker
tegemoetgekomen.
Voorstel aan de Kamer
Er is geen aanleiding om de Kamer een voorstel te doen.
De voorzitter van de commissie,
Remkes
De griffier van de commissie,
De Gier
XNoot
1Dit adres en de stukken welke de commissie bij haar onderzoek ten dienste
hebben gestaan, liggen op het commissiesecretariaat Verzoekschriften, Lange
Poten 4, Den Haag, ter inzage van de leden.
XNoot
2Naam en adres van verzoeker zijn de commissie bekend.
XNoot
1De commissie bestaat uit de leden: Remkes (VVD) voorzitter, Van Gent (GL),
Depla (PvdA), Jager (CDA) ondervoorzitter, Dezentjé Hamming (VVD),
Kraneveldt-van der Veen (PvdA), Luijben (SP) en Anker (CU) en de plaatsvervangende
leden Azough (GL), Blok (VVD), Cörüz (CDA), Van Miltenburg (VVD)
en Blanksma-van den Heuvel (CDA).