nr. 66
VERSLAG OVER HET VERZOEKSCHRIFT1 VAN A.
K. TE B.2 BETREFFENDE UITSTEL VAN BETALING IN
AFWACHTING VAN UITSPRAAK OP BEZWAARSCHRIFT
Vastgesteld 11 september 2008
Klacht
Verzoeker beklaagt zich erover dat hem hangende een bezwaarschrift ten
onrechte geen uitstel van betaling voor belastingaanslagen is verleend en
zijn beroep daartegen is afgewezen.
Feiten
Aan verzoeker zijn naheffingsaanslagen loonheffing en omzetbelasting opgelegd.
Daarnaast zijn vergrijpboeten voor beide belastingen opgelegd. Tegen deze
aanslagen heeft verzoeker bezwaar aangetekend en hij heeft uitstel van betaling
gevraagd. Op 13 november 2007 heeft de ontvanger de ontvangst van de
pro-forma bezwaarschriften en het verzoek tot uitstel van betaling bevestigd
onder de voorwaarden dat de motivering van de bezwaarschriften uiterlijk 10 december
2007 zou zijn overgelegd en dat voldoende zekerheid zou worden geboden. Omdat
op 17 december 2007 geen zekerheid was geboden, heeft de ontvanger geen
uitstel van betaling verleend. Hiertegen heeft verzoeker beroep ingesteld.
Wegens termijnoverschrijding was het beroepschrift niet ontvankelijk maar
is wel ambtshalve beoordeeld en afgewezen. Overwegingen waren het feit dat
de verlangde zekerheid, in verband met verhaalsmogelijkheden, niet is verstrekt
en het in het verleden getoonde aangifte- en betalingsgedrag.
Overwegingen
Verzoeker voert aan dat de ontvanger uitstel van betaling heeft verleend
op 13 november 2007 zonder dat zekerheid werd verlangd. Telefonisch is
uitstel voor de motivering van het bezwaarschrift en voor betaling verleend
tot 21 december 2007. Toen op 17 december 2007 toch een afwijzende
beslissing is gekomen op het verzoek tot uitstel van betaling, heeft hij een
beroepschrift ingediend, dat naar zijn mening ten onrechte niet ontvankelijk
was.
De staatssecretaris stelt zich op het standpunt dat hij geen aanleiding
ziet om de Belastingdienst te verzoeken alsnog uitstel van betaling te verlenen
zonder dat daarvoor zekerheid wordt verstrekt. Uit de afwijzende beschikking
van de ontvanger van 17 december 2007 blijkt dat hij uitstel van betaling
heeft afgewezen omdat er geen zekerheid was gesteld en omdat verzoeker daarover
ook geen contact heeft opgenomen. De beslissing van de ontvanger om zekerheid
te verlangen, is in overeenstemming met de letter en geest van de bepalingen
op dit punt van de Leidraad Invordering 1990. Het ging immers om naheffingsaanslagen
die voortkomen uit een ingesteld boekenonderzoek. In de aanslagen is een boete
opgenomen onder meer omdat de boekhouding is verworpen. Ook betrof het een
substantiële belastingschuld. Van bijzondere omstandigheden is volgens
de staatssecretaris niet gebleken zodat hij geen aanleiding ziet in te grijpen
in het gevoerde invorderingsbeleid.
Oordeel van de commissie1
De staatssecretaris kan worden gevolgd in zijn standpunt. Het is niet
gebleken dat de Belastingdienst het verzoek van verzoeker onzorgvuldig heeft
behandeld of onvoldoende gemotiveerd. De afwijzing van het verzoek is in overeenstemming
met het geldende beleid op basis van de Leidraad Invordering 1999. Verzoeker
heeft geen omstandigheden aangevoerd die het zouden rechtvaardigen van dit
beleid af te wijken. Het bezwaar van verzoeker dat het beroepschrift tijdig
bij de Belastingdienst is ingediend en daarom ten onrechte niet ontvankelijk
is verklaard, is ongegrond omdat het beroepschrift inhoudelijk is beoordeeld.
Voorstel aan de Kamer
Er is geen aanleiding om de Kamer een voorstel te doen.
De voorzitter van de commissie,
Remkes
De griffier van de commissie,
De Gier
XNoot
1Dit adres en de stukken welke de commissie bij haar onderzoek ten dienste
hebben gestaan, liggen op het commissiesecretariaat Verzoekschriften, Lange
Poten 4, Den Haag, ter inzage van de leden.
XNoot
2Naam en adres van verzoeker zijn de commissie bekend.
XNoot
1De commissie bestaat uit de leden: Remkes (VVD) voorzitter, Van Gent (GL),
Depla (PvdA), Jager (CDA) ondervoorzitter, Dezentjé Hamming (VVD),
Kraneveldt-van der Veen (PvdA), Luijben (SP) en Anker (CU) en de plaatsvervangende
leden Azough (GL), Blok (VVD), Cörüz (CDA), Van Miltenburg (VVD)
en Blanksma-van den Heuvel (CDA).