31 260
Verslagen van de commissie voor de Verzoekschriften en de Burgerinitiatieven

nr. 18
VERSLAG OVER HET VERZOEKSCHRIFT1 VAN C. W. TE C., W. P. TE N., J. J. TE N. EN J. M. TE N.2 BETREFFENDE UITSTEL VAN BETALING VOOR EEN BELASTINGSCHULD

Vastgesteld 24 januari 2008

Klacht

De heren C. W. te C. en W. P., J.J. en J.M. te N., hierna: verzoekers, zijn van mening dat de belastingdienst hen ten onrechte geen uitstel van betaling voor een belastingschuld heeft gegeven en hun beroep daartegen onvoldoende gemotiveerd heeft afgewezen.

Feiten

Verzoekers zijn vennoten van een firma en hebben allen zowel een belastingschuld in privé als vanwege hoofdelijke aansprakelijkstelling voor een belastingschuld van de firma. Deze schulden vloeien hoofdzakelijk voort uit belastingaanslagen naar aanleiding van een boekenonderzoek bij de firma.

Zij hebben een verzoek ingediend voor een betalingsregeling voor de in privé aan hen opgelegde belastingaanslagen. Daarin stelden zij voor om de aanslagen in maandelijkse termijnen van een zeker bedrag te voldoen. Als bijzondere omstandigheid voerden zij aan dat een reeds vertrokken vennoot de veroorzaker was van de ondeugdelijkheden in de boekhouding.

De ontvanger der belastingen en vervolgens de directeur van de betreffende eenheid van de belastingdienst hebben het verzoek afgewezen omdat de verlangde zekerheid niet werd gesteld, de regeling veel te lang zou duren, een eerder toegestane regeling niet door hen was nagekomen en zij bovendien ook aansprakelijk waren voor de belastingschuld van de firma.

Overwegingen

Volgens vast beleid wordt aan ondernemers geen uitstel van betaling voor of kwijtschelding van een belastingschuld verleend, omdat dit concurrentieverstorend uitwerkt. Alleen in zeer bijzondere omstandigheden kan daarvan worden afgeweken, waarbij de duur van de regeling ook in dat geval niet langer mag zijn dan 12 maanden. Van bijzondere omstandigheden is sprake indien het belang van betrokkene onevenredig zou worden geschaad in verhouding tot het belang van de ontvanger.

De door verzoekers genoemde bijzondere omstandigheid kan niet tot die omstandigheden worden gerekend. De staatssecretaris erkent wel dat de belastingdienst dit uitgebreider had kunnen toelichten.

De betalingsregeling die verzoekers voorstellen zou daarnaast enkele jaren vergen.

Oordeel van de commissie1

Het is niet gebleken dat de belastingdienst het voorstel van verzoekers onzorgvuldig heeft behandeld of onvoldoende heeft gemotiveerd. De afwijzing van het voorstel is in overeenstemming met het geldende beleid. Verzoekers hebben geen omstandigheden aangevoerd die het zouden kunnen rechtvaardigen om daarvan af te wijken.

Voorstel aan de Kamer

Er is geen aanleiding om de Kamer een voorstel te doen.

De voorzitter van de commissie,

Remkes

De griffier van de commissie,

Van Dijk


XNoot
1

Dit adres en de stukken welke de commissie bij haar onderzoek ten dienste hebben gestaan, liggen op het commissiesecretariaat Verzoekschriften, Lange Poten 4, Den Haag, ter inzage van de leden.

XNoot
2

Naam en adres van verzoeker zijn de commissie bekend.

XNoot
1

De commissie bestaat uit de leden: Remkes (VVD) voorzitter, Van Gent (GL), Depla (PvdA), Jager (CDA) ondervoorzitter, Dezentjé Hamming (VVD), Kraneveldt-van der Veen (PvdA), Luijben (SP) en Anker (CU) en de plaatsvervangende leden Azough (GL), Blok (VVD), Cörüz (CDA), Van Miltenburg (VVD) en Blanksma-van den Heuvel (CDA).

Naar boven