31 260
Verslagen van de commissie voor de Verzoekschriften en de Burgerinitiatieven

nr. 17
VERSLAG OVER HET VERZOEKSCHRIFT1 VAN J.H. EN C.H. TE D. 2 BETREFFENDE HET HANDELEN VAN DE BELASTINGDIENST

Vastgesteld 24 januari 2008

Klacht

Verzoekers zijn van mening dat de belastingdienst hen onzorgvuldig behandelt door alsnog tot invordering van betwiste belastingaanslagen over te gaan.

Feiten

Een van de verzoekers is in 2004 in staat van faillissement gesteld. De belastingdienst behoorde tot de schuldeisers. Verzoeker bestreed de betreffende belastingaanslagen, maar was door de staat van faillissement niet in de gelegenheid aan te tonen dat de aanslagen onjuist waren. Verzoeker en de belastingdienst kwamen overeen dat, tegen een borgstelling door de andere verzoeker, de belastingdienst de vorderingen niet in het faillissement zou inbrengen.

Verzoeker bereikte vervolgens een schuldeisersakkoord met de andere schuldeisers. Ook na afwikkeling van het faillissement was verzoeker volgens de inspecteur der belastingen niet in staat om aan te tonen dat de aanslagen onjuist waren. De ontvanger der belastingen wil tot invordering overgaan, door beslaglegging op eigendommen van verzoeker en uitwinning van de borgstelling.

Overwegingen

Verzoeker heeft in 2006 een bezwaarschrift ingediend tegen enkele van de betwiste aanslagen. De inspecteur heeft dat afgewezen, omdat verzoeker de verlangde bewijzen niet kon overleggen. Omdat verzoeker het bezwaarschrift niet tijdig heeft ingediend staat geen beroep open. Verzoeker heeft volgens de staatssecretaris van Financiën niet aangetoond dat de inspecteur zijn standpunt op onzorgvuldige wijze heeft ingenomen. De commissie kan de staatssecretaris daarin volgen.

Overigens is de inspecteur bereid om ambtshalve correcties aan te brengen in een of meer aanslagen, indien verzoeker alsnog bewijzen overlegt waaruit blijkt dat de aanslagen onjuist zijn.

De ontvanger is gerechtigd tot invordering over te gaan, nu verzoeker ook na de afwikkeling van het faillissement kennelijk nog niet heeft kunnen bewijzen dat de aanslagen onjuist zijn. Niet valt in te zien waarom dit van een onzorgvuldig gedrag van de belastingdienst getuigt.

Oordeel van de commissie1

Het is niet gebleken dat verzoekers onzorgvuldig zijn behandeld.

Voorstel aan de Kamer

Er is geen aanleiding om de Kamer een voorstel te doen.

De voorzitter van de commissie,

Remkes

De griffier van de commissie,

Van Dijk


XNoot
1

Dit adres en de stukken welke de commissie bij haar onderzoek ten dienste hebben gestaan, liggen op het commissiesecretariaat Verzoekschriften, Lange Poten 4, Den Haag, ter inzage van de leden.

XNoot
2

Naam en adres van verzoeker zijn de commissie bekend.

XNoot
1

De commissie bestaat uit de leden: Remkes (VVD) voorzitter, Van Gent (GL), Depla (PvdA), Jager (CDA) ondervoorzitter, Dezentjé Hamming (VVD), Kraneveldt-van der Veen (PvdA), Luijben (SP) en Anker (CU) en de plaatsvervangende leden Azough (GL), Blok (VVD), Cörüz (CDA), Van Miltenburg (VVD) en Blanksma-van den Heuvel (CDA).

Naar boven