31 257
Wijziging van de Wet Justitie-subsidies in verband met slachtofferhulp

nr. 6
NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 4 maart 2008

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

A

In het opschrift wordt na «slachtofferhulp» ingevoegd: en reclassering

B

In de considerans wordt na «slachtofferhulp,» ingevoegd: alsmede de wettelijke basis voor de subsidiëring van de reclassering

C

In ARTIKEL I wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

T

Artikel 48e komt te luiden:

Artikel 48e

1. Onze Minister verstrekt per boekjaar subsidie aan een reclasseringsinstelling of een samenwerkingsverband van reclasseringsinstellingen voor de uitvoering van reclasseringswerkzaamheden.

2. Afdeling 4.2.8 van de Algemene wet bestuursrecht is van toepassing.

3. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld omtrent het bepaalde in het eerste lid.

Toelichting

Onderdeel C voorziet in een wijziging van de grondslag voor de subsidieverstrekking aan de reclasseringsinstellingen. Deze wijziging is noodzakelijk, omdat niet langer subsidie wordt verstrekt aan de Stichting Reclassering Nederland (SRN). Deze Stichting was verantwoordelijk voor de verdeling van de subsidie over de drie erkende reclasseringsinstellingen Leger des Heils, verslavingsinstellingen SVG en de SRN zelf.

Op dit moment wordt aan de drie reclasseringsinstellingen afzonderlijk subsidie verleend en wordt door de Minister van Justitie met elk van hen een directe subsidierelatie onderhouden.

Op de subsidieverstrekking zijn de regels van afdeling 4.2.8 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing. Daarnaast kunnen in een algemene maatregel van bestuur nadere regels worden gesteld over de wijze van subsidieverlening en de verplichtingen die voor de reclasseringsinstellingen uit de subsidieverlening voortvloeien. Deze nadere regels zijn thans opgenomen in de Reclasseringsregeling 1995.

Door deze nota van wijziging heeft het voorstel van wet niet enkel meer betrekking op de slachtofferhulp, maar ook op de reclassering. Om die reden worden het opschrift en de considerans aangepast en wordt deze nota van wijziging mede namens de Staatssecretaris van Justitie ondertekend.

De minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin