31 255 Uitvoering van de op 14 november 1970 te Parijs tot stand gekomen Overeenkomst inzake de middelen om de onrechtmatige invoer, uitvoer of eigendomsoverdracht van culturele goederen te verbieden en te verhinderen (Uitvoeringswet UNESCO-verdrag 1970 inzake onrechtmatige invoer, uitvoer of eigendomsoverdracht van cultuurgoederen)

Nr. 14 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 2 november 2012

Bijgevoegd treft u het verkennende onderzoek aan dat de Erfgoedinspectie in 2010–2011 heeft gedaan naar illegale handelingen op het gebied van archeologie en archieven*). Aanleiding voor het onderzoek is het in 1970 tot stand gekomen UNESCO-verdrag inzake de middelen om de onrechtmatige invoer, uitvoer of eigendomsoverdracht van culturele goederen te verbieden en te verhinderen. Nederland is partij bij dit verdrag. Het UNESCO-verdrag werd in 2009 van kracht in Nederland door middel van de Uitvoeringswet UNESCO-verdrag 1970 inzake onrechtmatige invoer, uitvoer of eigendomsoverdracht van cultuurgoederen. In de uitvoeringswet is aangegeven dat de Erfgoedinspectie is belast met het toezicht op de naleving.

Om inzicht te krijgen in de aard en omvang van illegale activiteiten in Nederland heeft de Erfgoedinspectie een verkennend onderzoek uitgevoerd. Er is voor gekozen om het onderzoek te richten op de erfgoedvelden archeologie en archieven omdat deze een kwetsbare categorie vormen.

Archeologie

Een voorzichtige inschatting van de Erfgoedinspectie geeft aan dat per jaar in 5 000 tot 10 000 gevallen sprake is van opgraven zonder vergunning of het niet melden van vondsten, zoals munten.

Ik kan mij vinden in de aanbeveling dat een discussie nodig is binnen de sector om de omvang en de ernst van de illegale handelingen te bepalen. De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed zal dit oppakken. De aanbeveling om te onderzoeken of voor bepaalde vondstcategorieën een vrijstelling mogelijk is van de verplichte uitvoering, kan in deze discussie worden meegenomen.

Daarnaast wordt in het onderzoek geconstateerd dat er onduidelijkheid is met betrekking tot het melden van vondsten. Op dit moment wordt er door de Rijksdienst Cultureel Erfgoed gewerkt aan een verbetering van het Archeologische informatiesysteem (ARCHIS III) zodat het doen van vondstmeldingen door bijvoorbeeld amateurs gebruiksvriendelijker wordt.

Archieven

Bij de archieven is het probleem eenduidiger en goed benoembaar: het gaat vooral om diefstal van archiefmateriaal. De Erfgoedinspectie constateert dat het juridische kader voldoende mogelijkheden biedt om illegale handelingen tegen te gaan, maar dat instellingen niet altijd goed op de hoogte zijn van de bestaande regelgeving. Veel archiefinstellingen hebben wel preventieve maatregelen genomen, maar kennen geen vastgesteld beleid tegen diefstal. Ik onderschrijf de aanbeveling dat veel kan worden gewonnen worden door in te zetten op voorlichting, zowel ten aanzien van wet- en regelgeving als registratie en melding van vermissingen en diefstallen bij de eigen organisatie, de politie en bij de Erfgoedinspectie. Registratie door de Rijksdienst Cultureel Erfgoed van incidenten in DICE (Database Incidenten Cultureel Erfgoed) hoort hier ook bij.

Conform de aanbevelingen van de Erfgoedinspectie zal de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed in het kader van het thema Veilig Erfgoed en in afstemming met de Erfgoedinspectie, de Koninklijke Bibliotheek, het Nationaal Archief en de sector een eenduidige aanpak ontwikkelen voor voorlichting, beleid en veiligheidszorg in de archieven. Daarnaast zal de Erfgoedinspectie samenwerking zoeken met provinciale en gemeentelijke toezichthouders om te komen tot een gemeenschappelijk toezichtskader en interne kwaliteitscontrole.

De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, H. Zijlstra

*) Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer

Naar boven