31 239 Stimulering duurzame energieproductie

Nr. 174 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 7 januari 2014

Tijdens het wetgevingsoverleg van 11 novemberjl. heb ik toegezegd uw Kamer 1 te informeren over windenergie in de provincie Drenthe.

De afgelopen periode hebben gesprekken plaatsgevonden tussen het Rijk, de provincie Drenthe en de initiatiefnemers over windpark De Drentse Monden en Oostermoer. De uitkomst daarvan is als volgt.

  • Het Rijk gaat door met de in 2011 gestarte rijkscoördinatieregeling (RCR) voor windpark De Drentse Monden en Oostermoer.

  • Het kader voor de realisatie van het windpark is de Wet ruimtelijke ordening (Wro), in het bijzonder de RCR, de Wet milieubeheer (MER), de (ontwerp) Structuurvisie Windenergie op land en de afspraken Rijk-IPO over windenergie Op land van 22januari 2013.

  • Binnen dit kader is het de bedoeling om een windpark met een omvang van minimaal 150 MW te realiseren. De omvang kan onder voorwaarden oplopen tot maximaal 185,5 MW. Uitgangspunt bij de studie naar de milieueffecten is de variant waarbij maximaal 255 MW zou kunnen worden ingepast.

  • Bij de uiteindelijke besluitvorming omtrent het rijksinpassingsplan zal het Rijk alle relevante belangen, waaronder die van de initiatiefnemers (businesscase) en de provincie (gebiedsvisie), meewegen.

Bijgaand ontvangt u een afschrift van mijn brief van 20 december 2013 inzake windpark Drenthe die ik mede namens de Minister van Infrastructuur en Milieu heb gezonden aan de heer 3 Commissaris van de Koning van de provincie Drenthe1. In deze brief zijn bovengenoemde punten opgenomen.

De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp


X Noot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer

Naar boven