31 239
Stimulering duurzame energieproductie

nr. 1
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 5 oktober 2007

In antwoord op uw verzoek d.d. 13 september 2007 (nr. 07-EZ-B-036) om uiterlijk eind september 2007 geïnformeerd te willen worden over de stand van zaken met betrekking tot de subsidieregeling duurzame energie (SDE) en daarbij AMvB en het bijbehorende advies van de Raad van State te voegen, bericht ik u het volgende.

Voor de door de uw Kamer gevraagde toezending van de AMvB is van belang dat ingevolge de Wet op de Raad van State de AMvB, het advies van de Raad van State en het nader rapport vertrouwelijk zijn tot het moment van publicatie van de AMvB in het Staatsblad. Ik kan de AMvB derhalve niet eerder aan uw Kamer toezenden dan na publicatie. De betreffende AMvB heb ik gelijktijdig met het verzenden van deze brief ter ondertekening aan de Koningin gestuurd. Ik verwacht dat het besluit binnen twee weken in het Staatblad wordt gepubliceerd. Zodra de publicatie heeft plaatsgevonden zend ik u het Besluit SDE, het advies van de Raad van State en het nader rapport per ommegaande toe.

Voor wat betreft de stand van zaken, kan ik u het volgende melden:

1. De Europese Commissie toetst thans de AMvB aan het Milieusteunkader. Naar verwachting is het oordeel van de Commissie eind oktober beschikbaar. Mocht dit tot aanpassing van de AMvB leiden dan moet de formele wijzigingsprocedure (ministerraad, advies Raad van State) worden gevolgd. De AMvB zal niet eerder in werking treden dan nadat goedkeuring van de Europese Commissie is verkregen, danwel een eventuele wijzigingsprocedure is afgerond.

2. Aan de nadere uitwerking van de SDE wordt thans gewerkt. Dat betreft met name de selectie van categorieën duurzame energie die in aanmerking komen voor subsidiëring en de hoogte daarvan.

De minister van Economische Zaken,

M. J. A. van der Hoeven

Naar boven