31 237
Wijziging van de Wet identificatie bij dienstverlening en de Wet melding ongebruikelijke transacties ter uitvoering van richtlijn nr. 2005/60/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 26 oktober 2005 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme (PbEU L 309) en ter uitvoering van richtlijn nr. 2006/70 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 1 augustus 2006 tot vaststelling van uitvoeringsmaatregelen van Richtlijn 2005/60/EG van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de definitie van politiek prominente personen en wat betreft de technische criteria voor vereenvoudigde klantenonderzoeksprocedures en voor vrijstellingen op grond van occasionele of zeer beperkte financiële activiteiten (PbEU L 214)

31 238
Samenvoeging van de Wet identificatie bij dienstverlening en de Wet melding ongebruikelijke transacties (Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme)

nr. 8
BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 22 mei 2008

Tijdens de plenaire behandeling in de Tweede Kamer op woensdag 21 mei van de wetsvoorstellen 31 237 en 31 238 (Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme) heb ik de volgende toezeggingen gedaan:

1. In kaart brengen van de gevolgen van het neerleggen van het cliëntenonderzoek uit de WWFT en de Wft in één wet.

2. Inzichtelijk maken van de wijze van implementatie van de derde witwasrichtlijn in andere EU lidstaten omtrent het meesturen van gegevens over de begunstigde bij het doen van een melding;

3. Monitoren van de werking van vrijwaringsregeling (artikel 20 WWFT) in de praktijk.

Ik zal u op de hoogte brengen van het resultaat van mijn bevindingen met betrekking tot de punten 1 en 2. Indien het monitoren onder punt 3 leidt tot het constateren van problemen bij de toepassing van deze regeling, zullen wij u hierover berichten.

De minister van Financiën,

W. J. Bos

Naar boven