31 209
Schoon en zuinig

nr. 71
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING, RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 9 januari 2009

Op 26 september jl. ontving ik uw verzoek om een reactie op het rapport «Schoon Fossiel» van het Rathenau Instituut.1 Ik ben mij ervan bewust dat uw verzoek al enige tijd geleden is binnengekomen. Mijn excuus voor deze late reactie.

Het rapport bevat veel nuttige informatie en biedt een goed overzicht van wat er leeft aan gedachten en gevoelens over dit onderwerp. Terecht wordt in het rapport gewezen op het feit dat rondom het onderwerp CCS bij de burgers nog veel vragen leven. Dat is niet zo verwonderlijk omdat CCS nog relatief onbekend is bij de burger. Ik plaats echter kanttekeningen bij de weging die in het rapport aan de diverse opvattingen wordt gegeven en vraag mij af of de gehanteerde methode deze weging wel voldoende rechtvaardigt.

Dat neemt niet weg dat het een belangrijk signaal is dat zo’n nieuw onderwerp vragen bij de burger oproept. Vanuit het Rijk moeten we ons daarvan goed rekenschap geven en ik beschouw het mede mijn verantwoordelijkheid om ervoor te zorgen dat er meer informatie over CCS voor het bredere publiek beschikbaar komt. De basisinformatie over CCS die onlangs op de website van mijn ministerie is geplaatst, is daartoe een eerste stap. Daarnaast heb ik, samen met Minister Van der Hoeven, opdracht gegeven voor de ontwikkeling van een CCS-kennisbasis, die inhoudelijke informatie zal bevatten over allerlei aspecten van CCS (nut en noodzaak, technologie, veiligheidsissues etc.). De informatie voor de kennisbasis wordt door een breed samengestelde redactieraad (bedrijven, ngo’s en wetenschappers) getoetst. Naar verwachting zal de kennisbasis binnenkort toegankelijk worden.

Omdat CCS een belangrijk onderwerp is waarover we zorgvuldig moeten communiceren, wordt op dit moment een communicatiestrategie voorbereid. Regelmatig onderzoek naar de opvatting van de bevolking over CCS, zal één van de ankers in de communicatiestrategie worden.

Bij de voorbereiding van e.e.a. zal dankbaar gebruik worden gemaakt van het voorwerk dat door het Rathenau Instituut is verricht. Komend voorjaar zal ik u in de beleidsbrief CCS verder informeren over de communicatiestrategie.

De minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

J. M. Cramer


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven