Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 6 oktober 2015
De leden Grashoff en Van Tongeren (Groen Links) hebben op 30 september 2015 een motie
ingediend, waarin de regering wordt verzocht om Volkswagen AG en eventuele andere
autofabrikanten die dit betreft, voorlopig uit te sluiten van aanbestedingen en bestellingen
van voertuigen van Volkswagen AG op te schorten hangende het onderzoek vanuit Europa
(Kamerstuk 32 800, nr. 35).
De overwegingen voor de motie zijn dat Volkswagen AG de testresultaten van haar dieselvoertuigen
bewust heeft gemanipuleerd en de software fraude heeft toegegeven en dat de Aanbestedingswet
2012 de mogelijkheid biedt ondernemers van deelname aan aanbestedingen in dit soort
gevallen uit te sluiten. De regering hecht er met de Kamer aan dat bij aanbestedingen
integer wordt gehandeld; fraude kan niet worden getolereerd.
Met deze brief ontvangt uw Kamer conform de toezegging die de Staatssecretaris van
Financiën tijdens het VAO Autobrief (Handelingen II 2015/16, nr. 8, VAO Autobrief
II) heeft gedaan, mede namens de Ministers van Economische Zaken en van Defensie,
mijn reactie op de ingediende motie.
De Aanbestedingswet 2012 biedt inderdaad de mogelijkheid om op grond van de daarin
opgenomen uitsluitingsgronden een inschrijver waarop een of meer van die gronden van
toepassing is, uit te sluiten van de aanbesteding. Er zijn enkele uitsluitingsgronden
die in dit geval van toepassing zouden kunnen zijn.
Voor uitsluiting van de deelname aan een aanbesteding op grond van «fraude» moet er
sprake zijn van een onherroepelijke veroordeling (artikel 2.86, tweede lid, sub c),
die zich in de vijf jaar voorafgaand aan de aanbesteding heeft voorgedaan. Bij Volkswagen
AG is (nog) geen sprake van een onherroepelijke veroordeling. Wel kwalificeren de
frauduleuze handelingen van Volkswagen AG zich naar verwachting als een «ernstige
beroepsfout». Dit is een facultatieve uitsluitingsgrond uit de Aanbestedingswet 2012
(artikel 2.87, eerste lid, sub c). Dat betekent dat wanneer de aanbestedende dienst
ervoor kiest om die eis in de aanbestedingsstukken te stellen, op grond daarvan Volkswagen
AG is uit te sluiten wanneer zij inschrijft op een aanbesteding.
Op grond van artikel 2.88, sub b Aanbestedingswet 2012 kan van de uitsluiting worden
afgezien, indien de inschrijver voldoende maatregelen heeft genomen om het geschonden
vertrouwen te herstellen. Een beslissing om een inschrijver uit te sluiten, moet altijd
worden genomen op basis van een proportionaliteitsafweging. Of deze afweging in een
concreet geval tot uitsluiting van Volkswagen AG kan leiden, kan ik op voorhand niet
met zekerheid stellen.
Volkswagen AG schrijft overigens in de praktijk nooit in op aanbestedingen in Nederland.
Op aanbestedingen wordt ingeschreven door de importeur PON. Uitsluitingsgronden zien
op de inschrijvende partij en dus niet op het product. Er zijn geen feiten bekend
op grond waarvan kan worden geconstateerd dat PON een ernstige beroepsfout heeft begaan.
Of importeur PON zich als inschrijver schuldig heeft gemaakt aan het afleggen van
een «valse verklaring» – eveneens een facultatieve uitsluitingsgrond uit de Aanbestedingswet
2012 (artikel 2.87, eerste lid, sub h) – is niet op voorhand vast te stellen.
Wat betreft het opschorten van bestellingen hangende het onderzoek vanuit Europa acht
ik het volgende van belang. Importeur PON heeft inmiddels de nodige maatregelen genomen
door de levering van de voertuigen die het betreft in ieder geval stop te zetten.
Ook heeft PON aangekondigd de reeds geleverde voertuigen aan te zullen passen. Bij
de verplichte minicompetitie onder de huidige rijksbrede raamovereenkomsten voor het
leveren van dienstvoertuigen gelden de meest recente milieueisen. Een juridische grondslag
voor het opschorten van de bestelling van voertuigen die het niet betreft ontbreekt
momenteel. Wel zal ik nagaan of er aanvullende maatregelen in het kader van contractmanagement
of anderszins nodig zijn.
Uit Europees onderzoek moet blijken of Volkswagen AG en andere fabrikanten aan de
normen voldoen en/of welke maatregelen hierop kunnen volgen. Zodra de uitkomst van
dit onderzoek beschikbaar is, zal de regering uw Kamer daarover informeren.
Gezien het bovenstaande ontraad ik de motie.
De Minister voor Wonen en Rijksdienst,
S.A. Blok