31 209 Schoon en zuinig

Nr. 126 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING, RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 17 September 2010

Hierbij stel ik U in kennis van het voorgenomen Besluit brandstoffen luchtverontreiniging.

Het ontwerpbesluit strekt tot implementatie van richtlijn nr. 2009/30/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 tot wijziging van Richtlijn 98/70/EG met betrekking tot de specificatie van benzine, dieselbrandstof en gasolie en tot invoering van een mechanisme om de emissies van broeikasgassen te monitoren en te verminderen, tot wijziging van Richtlijn 1999/32/EG van de Raad met betrekking tot de specificatie van door binnenschepen gebruikte brandstoffen en tot intrekking van Richtlijn 93/12/EEG (PbEU L 140) en tot vervanging van het Besluit kwaliteitseisen brandstoffen wegverkeer en het Besluit zwavelgehalte brandstoffen.

Bij brief van 18 juni 2010 (Kamerstukken II 2009/10, 31 209, nr. 120) heb ik U geïnformeerd over richtlijn 2009/30/EG (ook bekend als de richtlijn brandstofkwaliteit).

Over de inhoud kan ik opmerken dat het ontwerp-Besluit brandstoffen luchtkwaliteit de richtlijn brandstofkwaliteit implementeert en strekt tot vervanging van het Besluit kwaliteitseisen wegverkeer en het Besluit zwavelgehalte brandstoffen. Het ontwerpbesluit verplicht tot het verminderen van de broeikasgasemissie van brandstoffen met 6 procent in 2020. Voor 2014 en 2017 zijn tussendoelen geformuleerd van respectievelijk 2 en 4 procent.

De implementatie van de Europese regelgeving met betrekking tot brandstofkwaliteit voor wegverkeer en mobiele machines was geregeld in het Besluit kwaliteitseisen brandstoffen wegverkeer, het Besluit zwavelgehalte brandstoffen en artikel 3.21 van het Besluit algemene regels inrichtingen milieubeheer. De eerste twee algemene maatregelen van bestuur worden vervangen door het Besluit brandstoffen luchtverontreiniging. Artikel 3.21 van het Besluit algemene regels inrichtingen milieubeheer wordt gewijzigd.

Deze overwegingen hebben geleid tot het oordeel dat implementatie van richtlijn 2009/30/EG bij algemene maatregel van bestuur aangewezen is.

Een eensluidende brief heb ik gezonden aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal. Het ontwerpbesluit is gelijktijdig met het verzenden van deze brief aan de Koningin voorgelegd met het verzoek het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State in te winnen.

De minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

J. C. Huizinga-Heringa

Naar boven