Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 12 mei 2010
In onze brief van 18 november 2009 (TK 2009–2010, 31 209, nr. 103) heb ik samen met de minister van VROM het besluit kenbaar gemaakt om het door de Europese Commissie voorgeselecteerde CCS-demonstratieproject
op zee van E.ON/Electrabel (ROAD-project) financieel te ondersteunen.
Ik kan u mede namens de minister van VROM mededelen dat ik heden de subsidiebeschikking onder opschortende voorwaarden voor
dit project heb ondertekend, waarmee het ROAD-project voor de periode 2010–2019 in totaal maximaal € 150 mln subsidie zal
ontvangen voor zowel de investeringsfase als de demonstratiefase van het project. Dit komt naast de Europese bijdrage van
maximaal € 180 mln voor de investeringsfase van het ROAD-project in de periode 2010–2014.
Deze beschikking heeft alleen betrekking op de subsidiëring van het ROAD-project. Alle benodigde vergunningen en besluiten
zullen volgens de geldende procedures moeten worden doorlopen.
Dit project zal een belangrijke bijdrage leveren aan het doel dat CCS op zowel land als zee vanaf 2020 een volwassen techniek
is die het bedrijfsleven op eigen benen – zonder overheidsbijdrage – kan toepassen om CO2-emissies op een kostenefficiënte manier te reduceren.
Achtergrond en doel van het ROAD-project
De kosten van CCS zijn thans nog te hoog voor enkel commerciële exploitatie en daarmee is CCS nog niet rendabel toe te passen.
Technologieontwikkeling en schaalvergroting moeten de kosten omlaag brengen. Opslagprojecten op land en op zee moeten hieraan
een bijdrage leveren. Dit levert ook een directe bijdrage aan de vermindering van CO2-uitstoot. Versnelde toepassing van CCS in ons land heeft bovendien als voordeel dat Nederlandse leveranciers van technologie
en knowhow op die manier een kennis- en ervaringsvoorsprong kunnen opbouwen.
Het ROAD-project is het eerste grootschalige CCS-demonstratieproject in Nederland gericht op het ontwikkelen en realiseren
van CO2-afvang, -transport en -opslag bij de in aanbouw zijnde E.ON-kolencentrale Maasvlakte op de Maasvlakte te Rotterdam (investeringsfase).
De eerste vijf jaar na realisatie (2015–2019) van de CCS-keten wordt ervaring opgedaan met zowel het gebruik van de afzonderlijke
componenten van de CCS-keten als de CCS-keten als geheel (demonstratiefase). Deze ervaring en de kennis, die zal worden vergaard
door het demonstreren van de (onderdelen van de) CCS-keten, dragen in belangrijke mate bij aan de ontwikkeling en toepassing
van deze nieuwe technologie die nog niet op deze schaal en onder deze omstandigheden in Nederland wordt gebruikt. Dit geldt
nog meer nu de ervaring en kennis met overheden en de energiesector wordt gedeeld.
In de demonstratiefase wordt naar verwachting ten minste 4 Mton CO2 opgeslagen. Voor de periode daarna wordt verwacht dat – na een eventuele retrofit van de installatie – meer CO2 afgevangen zal kunnen worden, doordat de inzet van de installatie vergroot kan worden.
De CO2 zal per pijpleiding getransporteerd worden naar het P18-A-platform op zee, zo’n 20 km uit de kust. De totale lengte van de
nieuw aan te leggen pijpleiding is circa 25 kilometer, waarvan ca. 4 km op land (Maasvlakte). De capaciteit van de pijpleiding
biedt voldoende transportcapaciteit voor de demonstratiefase en geeft daarnaast andere partijen de mogelijkheid om in de toekomst
gebruik te maken van deze pijpleiding.
Financiering van het project
De Europese Raad heeft in 2007 erop aangedrongen dat binnen de EU vanaf 2015 10 à 12 grootschalige CCS-demonstratieprojecten
operationeel zouden moeten zijn. De Europese Commissie heeft, in overeenstemming met de Europese Raad en het Parlement, besloten
tot het financieel ondersteunen van de eerste zes CCS grootschalige demonstratieprojecten in het kader van het Europees Economisch
Herstelplan. Maximaal € 180 mln is daarbij beschikbaar gesteld voor de investeringsfase van het ROAD-project in de periode
2010–2014. Ook wereldwijd streeft men naar een grootschalige demonstratie van CCS. Ter voorbereiding van de G8 wordt nu geïnventariseerd
hoeveel projecten zijn gestart en hoeveel projecten tussen 2015 en 2020 zullen worden opgeleverd. Het ROAD-project is één
van de in totaal 12 projecten die de EU beoogt te realiseren.
De Nederlandse rijksbijdrage is naast een bijdrage aan de investeringsfase ook bestemd voor de demonstratiefase (2015–2019)
van het ROAD-project, waarin beoogd wordt ten minste 4,0 Mton CO2 op te slaan. De voor deze subsidie beschikbaar gestelde middelen zijn voornamelijk afkomstig uit de enveloppe Pijler 3 Schoon
en Zuinig, die vanaf 2010 reeds deels naar de EZ-begroting zijn overgeboekt. Daarnaast is een bijdrage vanuit de Innovatieagenda
Energie ter beschikking gesteld. Bij 1e Suppletoire begroting 2010 zal het aangaan van de verplichting van in totaal maximaal € 150 mln en de voorziene uitgaven
in 2010 ad. € 15,3 mln in de EZ-begroting worden opgenomen.
De verwachting is dat CCS zich tot een kosteneffectieve CO2-reductiemaatregel zal ontwikkelen die het bedrijfsleven zonder overheidssteun vanaf 2020 kan toepassen. Het ROAD-project draagt bij
aan het fundament voor de verdere, industriebrede uitrol.
De minister van Economische Zaken,
M. J. A. van der Hoeven