31 207
Aanbestedingsbeleid Ministerie van BZK en KLPD

nr. 5
LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 12 november 2007

De commissie voor de Rijksuitgaven1 en de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties2 hebben een aantal vragen aan de Algemene Rekenkamer voorgelegd over het rapport van de Algemene Rekenkamer «Aanbestedingsbeleid Ministerie van BZK en KLPD» (Kamerstuk 31 207, nrs. 1 en 2).

De Algemene Rekenkamer heeft deze vragen beantwoord bij brief van 12 november 2006.

Vragen en antwoorden zijn hierna afgedrukt.

De voorzitter van de commissie voor de Rijksuitgaven,

Aptroot

De voorzitter van de commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

Leerdam

De griffier van de commissie voor de Rijksuitgaven,

Groen

1

Hoe oordeelt de Algemene Rekenkamer over de informatievoorziening over dit aanbestedingstraject aan de Kamer? Ziet de Algemene Rekenkamer mogelijkheden om de informatievoorziening aan de Kamer rond aanbestedingen te verbeteren om daarmee de controlerende taak van de Kamer te versterken?

Uit ons onderzoek naar de aanschaf van de helikopters bleek onder meer, dat de leverancier het KLPD niet stelselmatig en tijdig geïnformeerd had, en bij implicatie de KLPD de ambtelijke en politiek top niet. Als gevolg daarvan kon uiteraard ook de Tweede Kamer niet stelselmatig en tijdig geïnformeerd zijn.

Het lijkt de Algemene Rekenkamer dat met name aanbestedingen die een vitale rol spelen in het primaire proces van enig departement, al in de begroting duidelijk en VBTB-proef aangeduid moeten zijn. Het is aan de Kamer om dan te beoordelen of de normale jaarlijkse verantwoording over rechtmatigheid en bedrijfsvoering over (het verloop van) de aanbesteding hen voldoende mogelijkheid tot controle biedt. Desgewenst kan de Tweede Kamer specifieke afspraken met de minister maken conform de regeling Grote projecten danwel daaraan ontleend.

De Algemene Rekenkamer acht het bovendien van belang dat naast een duidelijke procedure voor het volgen van het verloop van een (geslaagde) aanbesteding, bij een risicovolle opdracht vooraf ook een exitstrategie wordt vastgelegd. Dit is tot nu toe geen gebruik. Uiteraard wil een leverancier vooral (doorgaan met) leveren. Het is daarom van groot belang dat het opdrachtgevende departement ook zelf de onzekerheden inschat en vooraf bepaalt hoe hiermee om te gaan, inclusief «exitvarianten» (risicomanagement). Informatieverstrekking hierover aan de Tweede Kamer kan zonodig vertrouwelijk.

2

De Algemene Rekenkamer schrijft dat de privaatrechtelijke partijen niet in dit onderzoek betrokken konden worden omdat de Algemene Rekenkamer daarin geen controlebevoegdheid heeft. Heeft de Algemene Rekenkamer privaatrechtelijke partijen wel aangeschreven om hun visie op het proces mee te delen? Had dat meerwaarde aan het onderzoek gegeven?

Het is bij de Algemene Rekenkamer standaard om privaatrechtelijke partijen (waar het contracten betreft) niet te betrekken in diens onderzoek. In die gevallen kunnen wij namelijk eventuele informatie van de private partijen niet zelf verifiëren. Bovendien is niet het bedrijf het controleobject, maar richt de controletaak van de Algemene Rekenkamer zich op de minister.

Daarnaast hebben we bij het uitgebreide archiefonderzoek bij de KLPD alle brief- en e-mailwisselingen tussen beide partijen bekeken (inclusief gerechtelijke stukken). De visie van de privaatrechtelijke partijen kwam hierin naar onze mening goed tot uitdrukking en is als zodanig ook meegenomen in het onderzoek.

3

Uit de beschrijving van het aankoopproces blijkt dat een eenmaal opgestart aanbestedingsproces door de gemaakte keuzes en aangegane verplichtingen moeilijk nog kritisch te beoordelen is. Wat voor aanbevelingen kan de Algemene Rekenkamer aan de ministeries doen om in dergelijke gevallen een tunnelvisie te voorkomen en te bevorderen dat de voortgang kritisch beoordeeld wordt?

In ons antwoord op vraag 1 hebben wij al gewezen op de noodzaak van risicomanagement. Verder raden wij de departementen meer in het algemeen aan vaker van elkaars expertise gebruik te maken. Zo heeft Rijkswaterstaat bijvoorbeeld naar aanleiding van de HSL-Zuid een risicomanagementsysteem ontwikkeld, waarin een actueel en integraal beeld van alle risico’s wordt bijgehouden en een lijst van beheersmaatregelen (voorzien van een planning en met verantwoordelijke probleemhouders) wordt opgesteld om risico’s waar nodig te verkleinen. Aan de Tweede Kamer zou vervolgens over deze risico’s en bijbehorende getroffen beheersmaatregelen gerapporteerd kunnen worden1.

Tenslotte viel het ons bij de reactie van de minister van BZK over het algemene aanbestedingsbeleid van haar departement op, dat het verplicht stellen van het Inkoop- en Aanbestedingscentrum zich beperkt tot het kerndepartement.


XNoot
1

Samenstelling:

Leden: Van der Vlies (SGP), Crone (PvdA), ondervoorzitter, Vendrik (GL), Kant (SP), Blok (VVD), Ten Hoopen (CDA), Weekers (VVD), Van Haersma Buma (CDA), De Nerée tot Babberich (CDA), Aptroot (VVD), voorzitter, Dezentjé Hamming (VVD), Omtzigt (CDA), Koşer Kaya (D66), Luijben (SP), Van der Veen (PvdA), Kalma (PvdA), Van Gerven (SP), Blanksma-van den Heuvel (CDA), Cramer (CU), Kortenhorst (CDA), Van Dijck (PVV), Gesthuizen (SP), Ouwehand (PvdD), Heijnen (PvdA) en Tang (PvdA).

Plv. leden: Van der Staaij (SGP), Depla (PvdA), Van Gent (GL), Roemer (SP), Van der Burg (VVD), Jonker (CDA), Snijder-Hazelhoff (VVD), De Vries (CDA), Van Hijum (CDA), Van Beek (VVD), Boekestijn (VVD), De Pater-van der Meer (CDA), Van der Ham (D66), Gerkens (SP), Vermeij (PvdA), Kuiken (PvdA), Van Gijlswijk (SP), Vacature (CDA), Anker (CU), Mastwijk (CDA), De Roon (PVV), Irrgang (SP), Thieme (PvdD), Heerts (PvdA) en Besselink (PvdA).

XNoot
2

Samenstelling:

Leden: Van Beek (VVD), Van der Staaij (SGP), De Pater-van der Meer (CDA), Van Bochove (CDA), Duyvendak (GL), Wolfsen (PvdA), Hessels (CDA), Gerkens (SP), Haverkamp (CDA), Leerdam (PvdA), voorzitter, De Krom (VVD), ondervoorzitter, Griffith (VVD), Irrgang (SP), Kalma (PvdA), Schinkelshoek (CDA), Van der Burg (VVD), Brinkman (PVV), Pechtold (D66), Van Raak (SP), Thieme (PvdD), Kuiken (PvdA), Leijten (SP), Heijnen (PvdA), Bilder (CDA) en Anker (CU).

Plv. leden: Teeven (VVD), Van der Vlies (SGP), Van de Camp (CDA), Atsma (CDA), Van Gent (GL), Vermeij (PvdA), Knops (CDA), Polderman (SP), Spies (CDA), Wolbert (PvdA), Aptroot (VVD), Zijlstra (VVD), Van Gerven (SP), Van der Veen (PvdA), Çörüz (CDA), Remkes (VVD), De Roon (PVV), Van der Ham (D66), Van Bommel (SP), Ouwehand (PvdD), Bouchibti (PvdA), De Wit (SP), Kraneveldt-van der Veen (PvdA), Van Haersma Buma (CDA) en Cramer (CU).

XNoot
1

Zie rapport Risicobeheersing HSL-Zuid, Tweede Kamer, vergaderjaar 2006–2007, 31 072, nrs. 1–2.

Naar boven