31 200 XIII
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Economische Zaken (XIII) voor het jaar 2008

nr. 76
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 24 juli 2008

Bij brief van 2 juli 2008 (08-EZ-B-48) hebben de leden van de vaste commissie voor Economische Zaken mij verzocht om voor 1 augustus 2008 de stand van zaken toe te lichten omtrent het wetsvoorstel dat het mogelijk maakt om managers die het kartelverbod overtreden, strafrechtelijke sancties op te leggen. Aan dat verzoek kom ik in deze brief tegemoet.

Mede op verzoek van uw Kamer heb ik vorig jaar besloten om de bestuursrechtelijke handhaving van de Mededingingswet aan te vullen met een nader uit te werken mogelijkheid van strafrechtelijke sanctionering, waarbij de NMa zaken kan aanbrengen bij het Openbaar Ministerie. De aanvullende werking van het strafrecht zie ik daarbij met name op het vlak van de sanctionering van leidinggevenden (natuurlijke personen), aangezien de NMa reeds doeltreffende sancties aan ondernemingen kan opleggen.

De verhouding tussen het bestuursrecht en het strafrecht is complex. De uitwerking van mijn voornemen in een wetsvoorstel vergt daarom een zorgvuldige en gedegen voorbereiding. Overleg daarover is momenteel gaande tussen mijn ministerie en het ministerie van Justitie. Ik verwacht dat uw Kamer in de eerste helft van volgend jaar een wetsvoorstel tegemoet kan zien.

De minister van Economische Zaken,

M. J. A. van der Hoeven

Naar boven