31 200 XIII
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Economische Zaken (XIII) voor het jaar 2008

nr. 11
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 15 oktober 2007

Aanleiding

Op 5 juli 2007 hebben de Staatsecretaris van Financiën en ik met de vaste commissie van Economische Zaken en de vaste commissie voor Financiën overleg gevoerd (kamerstuk 30 800 XIII, nr. 76) over de brief betreffende de evaluatie van de WBSO (30 800 XIII, nr. 51).

Tijdens dit overleg heb ik toegezegd om u voor de begrotingsbehandeling van het Ministerie van Economische Zaken te informeren over de stand van zaken betreffende de in het beleidsprogramma aangekondigde intensivering van de WBSO. Meer specifiek zou daarbij aandacht worden besteed aan de mogelijkheid om het plafond, dat voor de WBSO wordt gehanteerd, te verhogen en aan de herziening van het urencriterium voor zelfstandige ondernemers.

Mede namens de Staatssecretaris van Financiën wil ik deze toezegging gestand doen.

Plafond

Tijdens het overleg over de evaluatie van de WBSO is gevraagd naar de bereidheid de hoogte van het plafond dat in de WBSO wordt gehanteerd te indexeren. Ik ben bereid om het plafond van 8 mln. met een half mln. te verhogen tot 8,5 mln. in 2011. Van een vaste jaarlijkse indexatie wordt afgezien om geen budgettaire claim op de jaren na 2011 te leggen.

Zelfstandige ondernemers

Ten aanzien van het urencriterium van zelfstandige ondernemers blijkt uit de evaluatie van de WBSO dat de ondernemers de ondergrens van 500 uur te hoog vinden. Tevens leidt de huidige regeling ertoe dat er geen stimulans is om meer dan 500 uur S&O te verrichten. Tijdens het overleg van 5 juli jl. heeft een aantal fracties gevraagd wat de regering gaat doen om de WBSO aantrekkelijker te maken voor zelfstandigen.

De Staatssecretaris en ik zijn bereid om het urencriterium te herzien. Hierbij denken wij aan een regeling waarbij ondernemers die minder dan 500 uren aan speur- en ontwikkelingswerk (S&O) besteden, bijvoorbeeld tussen de 250 en 500 uur, ook recht hebben op een bedrag aan WBSO. Ondernemers, die meer dan de huidige 500 uur aan S&O doen, willen we extra belonen. Ondernemers die bijvoorbeeld meer dan 750 uur aan S&O doen zouden dan recht op meer WBSO krijgen.

Intensivering

Zoals eerder aangekondigd in de beleidsbrief zal in 2011 115 mln extra WBSO beschikbaar zijn. Dit houdt in dat in 2011 een totaalpakket van maatregelen die zijn genoemd in de beleidsbrief kan worden ingevoerd, namelijk maatregelen voor doorgroeiende bedrijven die voor het eerst S&O verrichten, verbreding van de definitie van S&O, een eventuele verhoging van de grens tot waar bedrijven kunnen profiteren van de hoogste aftrekpost en een verhoging van het plafond. Van 2009 tot 2011 loopt het beschikbare budget stapsgewijs op. Dit betekent dat wij niet alle maatregelen in één keer kunnen invoeren. Het urencriterium voor zelfstandige ondernemers kan bijvoorbeeld al in 2009 worden aangepast. Gezien de oploop ligt het voor de hand om niet eerder dan in 2010 de definitie van S&O te verbreden. Een interne projectgroep is thans bezig om de mogelijkheden te bestuderen. Over de volgorde van de invoering van de maatregelen en de exacte invulling van de maatregelen voeren de Staatssecretaris van Financiën en ik nog nader overleg. Deze invulling is afhankelijk van diverse factoren. Door een stijgende loonontwikkeling en/of een groeiende economie kan het budgettaire beslag op de WBSO stijgen. De WBSO is een gebudgetteerde regeling. Dit betekent dat indien het budgettaire beslag stijgt er minder geld voor bovengenoemd nieuw beleid is. Ook is het mogelijk dat het budgettaire beslag juist vermindert, waardoor er meer geld voor nieuw beleid is. Dit heeft tot gevolg dat wij u pas jaarlijks met prinsjesdag kunnen informeren over de exacte vormgeving van de te nemen maatregelen in de komende jaren.

Ik ga ervan uit u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.

De minister van Economische Zaken,

M. J. A. van der Hoeven

Naar boven