nr. 12
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VERKEER EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 1 november 2007
Hiermee informeer ik u over de resultaten van de 14e Rijnministerconferentie
die plaatsvond op 18 oktober 2007 te Bonn.
Hoofdpunten
De conferentie onder leiding van de Duitse milieuminister Sigmar Gabriel
was succesvol en verliep in een goede sfeer. Aanwezig waren delegaties van
de 8 Rijnoeverstaten en van de Europese Commissie. Voorts hebben delegaties
van inter-gouvernementele en niet-gouvernementele organisaties deelgenomen
aan de conferentie.
De Nederlandse delegatie stond onder leiding van de staatssecretaris van
Verkeer en Waterstaat mw. J. C. Huizinga-Heringa.
De ministers hebben de volgende concrete besluiten genomen:
– er zal een gemeenschappelijke strategie worden opgesteld ter vermindering
van de belasting door microverontreinigingen uit stedelijk afvalwater zoals
bijvoorbeeld door medicijnenresten en huishoudchemicaliën;
– er zal een integrale strategie inzake het sedimentmanagement worden
uitgewerkt;
– er zal voor eind 2009 een «masterplan trekvissen Rijn»
worden uitgewerkt. De eerste stappen die in het kader hiervan voor 2015 zullen
worden gezet zijn de verbetering van de visintrek via de Haringvlietsluizen
en de aanleg van een vispassage bij de stuw te Straatsburg;
– alle realistische mogelijkheden zullen worden onderzocht om aanvullende
retentiegebieden aan te leggen ter verlaging van de extreme hoogwaterstanden
en ter reductie van hoogwaterschade;
– er zullen gemeenschappelijke adaptatiestrategieën worden
ontwikkeld voor het waterbeheer in het Rijnstroomgebied met het oog op de
verwachte klimaatverandering.
Vermindering van de verontreiniging
De ministers hebben de door de internationale Rijncommissie voorgestelde
maatregelen goedgekeurd en bekrachtigd. De belasting van de Rijn met verontreinigende
stoffen zal daardoor verder moeten afnemen. Het gaat daarbij ook om microverontreinigingen,
stoffen die in zeer lage concentraties worden geloosd, zoals bepaalde huishoudelijke
chemicaliën, cosmetica, geneesmiddelen en röntgencontrastmiddelen.
Hiervoor zal de internationale Rijncommissie een strategie opstellen.
Het bleek nog niet mogelijk om normen vast te stellen voor de 15 zogenaamde
Rijnrelevante stoffen, hiervoor is meer onderzoek noodzakelijk. Er is wel
een termijn vastgesteld voor het afronden van deze werkzaamheden.
Van Nederlandse zijde is nogmaals het belang benadrukt van een gezamenlijk
beleid ten aanzien van diffuse bronnen. Daarbij is aangetekend dat dit moet
worden ondersteund door de gemeenschappelijke inzet op dit terrein in het
bredere Europees verband.
De extra aandacht voor het sedimentprobleem van de Rijn is een gunstig
resultaat voor Nederland.
Verbetering van het ecosysteem
De ministers hebben de doelstelling bekrachtigd om de Rijn tot aan Bazel
passeerbaar te maken voor trekvissen zoals zalm en zeeforel. Daartoe zal voor
eind 2009 een masterplan worden opgesteld met concrete maatregelen en termijnen.
Voor 2015 worden maatregelen voorzien ter verbetering van de visintrek bij
de Haringvlietsluizen en wordt een vispassage aangelegd bij de stuw te Straatsburg.
Ook zal verder gewerkt worden aan het vergroten van de biodiversiteit
en het herstel van het ecosysteem van de Rijn.
Een Frans voorstel om de aanleg van vistrappen bij een aantal Franse stuwdammen
in de Rijn ten zuiden van Straatsburg gemeenschappelijk te laten financieren
door de Rijnoeverstaten is niet aangenomen. Vastgesteld is dat de veroorzaker
van de barriëre voor trekvissen de kosten moet dragen voor het weer passeerbaar
maken van de hindernis. Mocht dat niet tot een oplossing leiden dat kan in
tweede instantie binnen de internationale Rijncommissie gesproken worden over
alternatieve methoden van financiering.
Ten aanzien van de bijvangst van trekvissen is afgesproken dat nadere
maatregelen genomen zullen worden zodra de noodzaak daartoe blijkt uit de
resultaten van onderzoek.
Hoogwaterpreventie
De ministers hebben de internationale Rijncommissie opgedragen om de uitvoering
te coördineren van de op 18 september 2007 goedgekeurde EU hoogwaterrichtlijn,
daarbij rekening houdend met Zwitserland als niet-EU Lidstaat.
Het Actieplan Hoogwater Rijn, dat concrete doelstellingen bevat voor het
jaar 2020, zal worden geactualiseerd op basis van de resultaten van een haalbaarheidsonderzoek.
Dit onderzoek betreft ondermeer de realistische mogelijkheden voor aanvullende
retentiegebieden en andere waterstandsverlagende maatregelen.
Klimaatverandering
De ministers hebben vastgesteld dat er naast maatregelen ter vermindering
van de uitstoot van broeikasgassen er adaptatiestrategieën moeten worden
ontwikkeld op het gebied van het waterbeheer. Daarbij kan terug gegrepen
worden op regelingen binnen de EU en op maatregelen in niet-EU lidstaten.
De internationale Rijncommissie zal de opwarming van het Rijnwater verder
onderzoeken evenals de effecten van klimaatverandering op het afvoerregime
van de Rijn.
Toekomstige samenwerking
De ministers benadrukken hun wens tot verdere intensieve onderlinge samenwerking
bij de uitvoering van de EU Kaderrichtlijn Water in het stroomgebied van de
Rijn. Zwitserland en Liechtenstein blijven de samenwerking met de EU ondersteunen
op basis van hun nationale wetgeving.
De constructieve samenwerking met niet-gouvernementele organisaties zal
worden voortgezet.
Slotverklaring
Na afloop van de conferentie hebben de ministers een communiqué
goedgekeurd.
De tekst van dit communiqué treft u als bijlage1 bij deze brief aan.
De staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat,
J. C. Huizinga-Heringa