nr. 151
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN DEFENSIE
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 18 augustus 2008
In het Wetgevingsoverleg Materieel van 12 november 2007 (Kamerstuk
31 200 X, nr. 45) is door mijn ambtsvoorganger toegezegd de
Kamer te informeren over de positie van en de materiële knelpunten bij
de Nationale Reserve (NATRES). De vaste commissie voor Defensie verzocht mij
op 26 juni 2008 (08-DEF-B-112) uiterlijk dit zomerreces aan die toezegging
te voldoen. Met deze brief voldoe ik aan het verzoek.
In het defensiebeleid wordt geen onderscheid gemaakt tussen beroepsmilitairen
en reservisten en in dat licht ook niet tussen reguliere eenheden en NATRES-eenheden.
In de Nota Reservistenbeleid 2005 (Kamerstuk 29 800 X,
nr. 82) is het beleid ten aanzien van reservisten vastgelegd waarbij
deReservisten Militaire Taken een belangrijke
rol hebben in de uitvoering van steunverlening en militaire bijstand in Nederland.
Daarmee is deze categorie reservisten ingedeeld bij de NATRES van wezenlijk
belang voor een deel van de uitvoering van het convenant Civiel Militaire
Bestuursafspraken en de intensivering civiel-militaire samenwerking (ICMS).
Het opleidings- en trainingsprogramma van de NATRES-eenheden is daarop mede
afgestemd.
De inzetbaarheid van de vijf bataljons NATRES is hoog, zowel op het gebied
van de materiële gereedheid als de personele gereedheid en geoefendheid.
De periodieke rapportages over de NATRES-eenheden zijn positief waarbij de
gereedheidspercentages sinds 2007 hoger zijn dan de gestelde minimale normen.
Ondanks de hoge inzetbaarheid zijn er materiële knelpunten op het gebied
van bewapening, nachtzichtapparatuur en verbindingsmiddelen. De lichte machinegeweren
zijn vervangen door geweren en de ingedeelde oudere generaties optronica en
verbindingsmiddelen vertonen bij operationeel gebruik veelvuldig uitvalsverschijnselen.
De ingedeelde MINIMI machinegeweren werden
het afgelopen jaar door twee NATRES-bataljons ingeleverd ten behoeve van de
eenheden in Afghanistan en zijn vervangen door DIEMACO C7 geweren. De missie in Afghanistan trekt een extra
zware wissel op het beschikbare defensiematerieel dat harder slijt dan aanvankelijk
werd ingeschat. Er moest daarom een beroep worden gedaan op onder meer deze
wapens van de NATRES. Na afloop van de missie komen de machinegeweren weer
beschikbaar. De operationele gevolgen van deze tijdelijke vervanging worden
aanvaardbaar geacht.
De ingedeelde radio’s en portofoons
zijn weliswaar in ruime mate aanwezig maar technisch verouderd. Naast veelvuldige
uitval levert het geringe zendbereik beperkingen op in de operationele inzet.
Het personeel voelt zich daardoor veelvuldig genoodzaakt om gebruikt te maken
van (privé) GSM toestellen. Deze tekortkomingen zijn onderkend. De
vervanging van de verbindingsapparatuur is voorzien in 2009.
De verouderde optronica betreft helderheidversterkende
(HV) handkijkers van de 1e generatie. Deze kijkers zijn verouderd en verkeren
in een niet optimale technische staat. Veel kijkers zijn daardoor in reparatie.
De geringere beschikbaarheid beperkt het NATRES optreden bij duisternis en
slecht zicht. Door middel van poolvorming en het stellen van operationele
prioriteiten wordt zo goed mogelijk met deze beperking omgegaan. De krijgsmachtbrede
behoefte aan deze middelen is hoog mede als gevolg van de huidige missie in
Afghanistan. Er wordt thans een studie uitgevoerd ter voorbereiding op toekomstige
projecten voor vervanging en/of uitbreiding van nachtzichtapparatuur. De behoeften
van de NATRES worden daarin betrokken.
De staatssecretaris van Defensie,
J. G. de Vries