31 200 X
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Defensie (X) voor het jaar 2008

nr. 104
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 7 april 2008

INLEIDING

In de brief van 22 maart 2002 (Kamerstuk 28 000 X, nr. 26) heeft mijn voorganger u geïnformeerd over de verwerving van de «PanzerHaubitze 2000» (PzH2000) ter vervanging van de vuurmonden van het type M114 en M109. De verwerving van 155 mm «Precision Guided Munitions» (PGM) was al voorzien in het project «Instroom PanzerHaubitze 2000 (NL)».

In verband met de verwerving van de nieuwe vuurmond en mede gelet op de strikte kaders waarin operaties plaatsvinden, is er naast langedrachtmunitie tevens behoefte aan nieuwe precisiemunitie. De EVDB-brief van 25 juni 2001 (Kamerstuk 27 400, nr. 48) onderstreepte al het belang van en de behoefte aan precisiemunitie ter versterking van het vermogen van de Nederlandse krijgsmacht.

Over de verwerving van de langedrachtmunitie bent u geïnformeerd in de brief van 29 november 2005 (Kamerstuk 30 300X, nr. 51). Een deel van dat munitiepakket is versneld geleverd voor ISAF III. De verwerving van precisiemunitie was als onderdeel van een Noors-Nederlandse materieelruil voorzien. In de brief van 18 november 2004 (Kamerstuk 29 800X, nr. 18) bent u geïnformeerd over het afstel van deze ruil. In die brief werd de behoefte aan precisiemunitie bevestigd en werd aangekondigd dat u over de invulling ervan te zijner tijd zou worden geïnformeerd.

In de beleidsbrief «Wereldwijd Dienstbaar» (Kamerstuk 31 243, nr. 1) is van de behoefte aan precisiemunitie opnieuw bevestigd. Met deze brief informeer ik u uitgebreider over de behoefte aan 155 mm Precision Guided Munitions voor de PzH2000.

KWALITATIEVE BEHOEFTE

Nederland beschikt over een kwalitatief en technologisch hoogwaardige krijgsmacht die een actieve bijdrage levert aan het Nederlandse geïntegreerde buitenlandse beleid. Iedere militaire operatie wordt zorgvuldig getoetst aan de strikte juridische, humanitaire en operationele kaders. Precisiemunitie vergroot de mogelijkheid om te opereren binnen deze kaders en om geweld proportioneel toe te passen. Met deze munitie kan ongewenste nevenschade, «collateral damage», nog beter worden voorkomen. Dit is ook belangrijk voor het maatschappelijk draagvlak in het missiegebied en in Nederland.

Precisiemunitie maakt het mogelijk een doel zeer nauwkeurig te treffen. Het gewenste effect kan sneller worden bereikt, omdat doelen al bij het eerste schot of salvo worden uitgeschakeld. Ook kan de schade aan het doel beter worden gedoseerd en worden gerelateerd aan het gewenste effect. Daarmee kunnen per actie meer doelen effectiever worden uitgeschakeld wat bovendien munitie bespaart en de logistieke keten ontlast. Verder leidt de toenemende inzet op grotere afstand tot de eis van hogere nauwkeurigheid. Het gebruik van precisiemunitie bevordert de doeltreffendheid en de doelmatigheid in aanzienlijke mate.

De dreiging met of de inzet van vuurkracht is een belangrijke functie van het militaire vermogen. Wapensystemen die vanaf de zee, vanuit de lucht of op het land kunnen worden ingezet, hebben ieder eigen karakteristieken, zwaktes en sterktes. De complementariteit van deze wapensystemen garandeert dat de verschillende effecten onder uiteenlopende omstandigheden kunnen worden bereikt. Die wapensystemen moeten daarvoor wel over het juiste munitiepakket beschikken. Het munitiepakket van de F16 is al aangevuld met precisiegeleide munitie. Hierover bent u geïnformeerd met de brief van 25 februari 2003 (Kamerstuk 27 830, nr. 16). Ook de verwerving van precisiemunitie voor de vloot, een onderdeel van de Marinestudie 2005, is op termijn met het project «Vulcano» voorzien.

De kern van het vuursteunsysteem van de landcomponent wordt gevormd door de PzH2000. De strikte kaders voor de hedendaagse operaties stellen hoge eisen aan de vuursteunketen, van sensor(doelopsporingsmiddel) tot shooter (wapensysteem). Om die reden is de afgelopen jaren veel geïnvesteerd in de verbetering van de diverse onderdelen van die keten. Zo zijn nieuwe doelopsporingsmiddelen ingevoerd waardoor het mogelijk is nauwkeurige doelgegevens te genereren. Ook de commandovoeringsystemen worden binnen het kader van «Network Enabled Capabilities»(NEC) gemoderniseerd. Daarnaast stroomt thans de PzH2000 in waarvan er drie al in Afghanistan worden ingezet. De resterende schakel is het de aanpassing van het munitiepakket. Een deel van het bestaande pakket werd aangeschaft voor de vorige generatie artilleriesystemen en bestaat uit ongeleide («domme») granaten. Precisiemunitie is doeltreffender en doelmatiger en zal op termijn veel van de ongeleide soorten vervangen.

De behoefte aan precisiemunitie voor de PzH2000 bestaat uit twee munitiesoorten: de «Laser Guided Projectiles» (LGP) en de «Course Correcting Fuses» (CCF). Een Laser Guided Projectile is een granaat die met een laser op het doel kan worden geleid. Het doel moet door een waarnemer worden aangestraald met een «Laser Target Designator» (LTD). De verwerving van die LTD’s is reeds gaande. Bepaalde omstandigheden kunnen het gebruik van een LGP beperken. In dergelijke omstandigheden is het gebruik van een granaat voorzien van een Course Correcting Fuse noodzakelijk. Een CCF is een ontstekingsbuis die op de reeds aangeschafte, verbeterde conventionele 155 mm granaat wordt geschroefd. De CCF is goedkoper dan de LGP maar minder nauwkeurig. De CCF maakt het mogelijk van de beschikbare 155 mm granaten precisiegranaten te maken zodat geen sprake is van kapitaalvernietiging. De te verwerven combinatie van LGP en CCF maakt het mogelijk doelen onder diverse operationele omstandigheden effectief en efficiënt te bestrijden.

KWANTITATIEVE BEHOEFTE

Er zijn drie rekenmethodes gehanteerd om tot een goed onderbouwde kwantitatieve behoeftestelling te komen. Allereerst is met het Navo-model «Allied Commands Resource Optimalisation Software System», ondersteund door TNO, de benodigde hoeveelheid munitie voor een brigade in het hogere geweldspectrum berekend. De resultaten hiervan zijn vervolgens met een tweede rekenmethodiek vergeleken. Die houdt in dat op basis van de ervaringsgegevens uit ISAF III is berekend hoeveel munitie nodig is voor het optreden van twee bataljonstaakgroepen, optredend in twee verschillende operatiegebieden, in het lagere deel van het geweldsspectrum. Ten slotte is aanvullend op het gezamenlijke resultaat van beide methodes de behoefte aan munitie voor opleiding en training beschouwd. Het totaal van de berekeningen resulteert in een behoefte aan LGP en CCF die voldoende is voor de operationele inzet en voor opleiding en training.

PROJECTPLANNING

Het lukt waarschijnlijk niet beide soorten munitie gelijktijdig te verwerven. Voor de CCF zal de verwervingsvoorbereiding in 2009 worden voltooid en is de verwerving voor 2011 voorzien. Voor LGP zal de verwervingsvoorbereiding in 2011 worden voltooid en volgt de verwerving in 2012.

PROJECTRISICO’S

Het projectrisico wordt beoordeeld als gemiddeld. Beide PGM-typen zijn weliswaar nog in ontwikkeling maar de benodigde technieken worden al toegepast in precisiemunitie voor luchtstrijdkrachten. Hierdoor wordt het risico op technische tegenvallers op gemiddeld geschat. De urgentie voor de snelle doorontwikkeling van precisiemunitie is door diverse grote landen onderstreept. Uit een markverkenning blijkt dat de munitie in 2011 en 2012 leverbaar moet zijn. Het financiële risico is laag, omdat de munitie van de plank wordt verworven. Door internationale samenwerking kunnen de kosten van typeclassificatie en beproeving worden gedeeld.

OVERIGE CONSEQUENTIES

Omdat de nieuwe munitie oude vervangt, is er voldoende infrastructuur (opslagcapaciteit) voor de nieuwe munitie beschikbaar. De definitieve opslag- en transporteisen worden in de (voor)studiefase vastgesteld. Vooralsnog worden evenmin ingrijpende logistieke en bedrijfsvoeringconsequenties of wijzigingen op het gebied van munitieveiligheid en milieu verwacht.

Gezien de markt en de ontwikkelingen bij Navo-partners wordt internationale samenwerking nagestreefd bij de typeclassificatie en de beproevingen. De mogelijkheden tot inschakeling van Nederlandse industrie en kennisinstituten worden in de (voor)studiefase onderzocht.

FINANCIËLE ASPECTEN

De verwerving van precisiemunitie voor de PzH2000 behelst een projectomvang tussen 25 en 50 miljoen euro in de periode 2010 tot en met 2013. Dit project is in het investeringsbudget opgenomen. Het jaarlijkse exploitatiebudget voor het onderhoud van deze munitiesoorten wordt gefinancierd uit de vrijval van het exploitatiebudget voor de te vervangen oudere munitiesoorten.

TOT SLOT

Met deze brief heb ik u geïnformeerd over de behoefte aan 155 mm Precision Guided Munitions voor de PzH2000. De aanvulling van het munitiepakket met PGM leidt tot de kwalitatieve verbetering van de gehele vuursteunketen. Met de beschikbaarheid van PGM kunnen doelen effectiever worden uitgeschakeld en wordt de kans op collateral damage aanzienlijk kleiner. Deze verbeteringen zijn noodzakelijk gezien de strikte kaders van hedendaagse operaties. Ik ben voornemens de Defensie Materieel Organisatie te mandateren het project uit te voeren.

De staatssecretaris van Defensie,

J. G de Vries

Naar boven