nr. 100
BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 20 maart 2008
Conform mijn eerdere toezegging aan uw Kamer (30 800X, nr. 115) informeer
ik u hierbij over de uitspraak van het Gerecht in eerste aanleg van de Nederlandse
Antillen van 25 januari 2008 in de strafzaak tegen twee medewerkers van
de Kustwacht voor de Nederlandse Antillen en Aruba (hierna Kustwacht NA&A).
Ook bericht ik u over de maatregelen die de Kustwacht NA&A heeft genomen
naar aanleiding van het ongeval en de uitspraak van de rechter.
Achtergrond
In het jaarverslag van de Kustwacht NA&A over 2006 wordt melding gemaakt
van een tragisch ongeval met dodelijke afloop dat op 19 novem- ber 2006
plaats had in de wateren rond Curaçao. Hierbij was een vaartuig van
de Kustwacht NA&A betrokken.
De Kustwacht NA&A stelde een onderzoek in naar aanleiding van het
ongeval. Het Openbaar Ministerie van de Nederlandse Antillen (OM NA) besloot
na eigen onderzoek twee kustwachtmedewerkers aan boord van het vaartuig te
vervolgen voor dood door schuld. De Kustwacht NA&A heeft vervolgens de
twee medewerkers, aan wie reeds een vaarverbod was opgelegd, geschorst. Een
nabestaande heeft bij de Kustwacht NA&A een schadeclaim ingediend. De
civielrechtelijke afwikkeling van het ongeval is nog niet voltooid.
Vonnis strafrecht
De strafrechter stelt in zijn vonnis van 25 januari 2008 dat voorop
staat dat er geen specifiek wettelijk kader bestaat voor het vaarverkeer in
de kustwateren. Zaken als toegestane snelheid, de afstand tot de kustlijn
en het varen in de buurt van zwemplaatsen zijn zeer beperkt geregeld. Het
Land de Nederlandse Antillen beschikt over de Landsverordening Maritiem Beheer,
maar de uitvoeringsbepalingen moeten door het Land of het Eilandgebied Curaçao
nog worden gemaakt.
De rechter komt vervolgens tot het oordeel dat de twee kustwachtmedewerkers
gezien de omstandigheden, waaronder met name de hoge snelheid, het beperkt
zicht bij hoge golven en het varen dicht bij de kust in een omgeving waar
veel zwemmers aanwezig zijn, onvoorzichtig hebben gehandeld. Ten aanzien van
de oplegging van de straf benadrukt de rechter dat het hier om een ongeluk
gaat, wat de kustwachtmedewerkers nooit hebben gewild en dat van roekeloos «spelevaren»
geen sprake was. Bovendien geeft de rechter in zijn vonnis aan dat de persoonlijke
verwijtbaarheid van beide kustwachtmedewerkers betrekkelijk is. Zij zijn niettemin
schuldig bevonden aan dood door schuld en hebben een gevangenisstraf opgelegd
gekregen van twaalf maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar.
Zij hebben geen Hoger Beroep tegen het vonnis ingesteld. Het vonnis is daarmee
onherroepelijk.
Aanvullende maatregelen
De rechter gaat ook in op de verantwoordelijkheid van de Kustwacht NA&A
en geeft aan dat aanvullende maatregelen van de Kustwacht NA&A noodzakelijk
zijn op het gebied van opleiding en materieel. De Commandant Kustwacht heeft
naar aanleiding van de uitkomsten van het eigen onderzoek een aantal maatregelen
getroffen. Zo heeft de Kustwacht NA&A een dienstvoorschrift uitgegeven
voor Kustwachtpersoneel met vaarregels op het gebied van maximale snelheden
en vaargedrag in kustwateren. Ook zijn de kwalificaties en vaarbevoegdheden
van het personeel geactualiseerd. Bovendien is het lesprogramma en het studiemateriaal
van de Kustwachtopleidingen geëvalueerd en zal meer aandacht worden geschonken
aan het varen in drukke gebieden voor de kust.
Gegeven de straf die de Kustwachtmedewerkers opgelegd hebben gekregen,
het feit dat betrokkenen vertraging hebben opgelopen in hun loopbaan en de
betrekkelijke persoonlijke verwijtbaarheid, heeft de Kustwacht NA&A besloten
de medewerkers niet voor ontslag voor te dragen bij het Land de Nederlandse
Antillen.
Op het gebied van materieel, heeft de Kustwacht NA&A de vaarvergunningen
en keuringskaarten op orde gebracht. Bovendien zal het kustwachtvaartuig dat
bij het ongeval betrokken was, in verband met het beperkte zicht dat dit vaartuig
bij hoge golven heeft, voortaan slechts ingezet worden voor specifieke opleidings-
en trainingsdoeleinden om bijvoorbeeld een achtervolging te simuleren. Bovendien
kan dit vaartuig bij noodgevallen worden ingezet voor «search and rescue».
Hiermee is naar het oordeel van de Commandant Kustwacht datgene gedaan
wat de rechter in zijn uitspraak noodzakelijk achtte en binnen de mogelijkheden
van de Kustwacht NA&A ligt om herhaling van een dergelijk ongeval in de
toekomst te helpen voorkomen.
De minister van Defensie,
E. van Middelkoop