31 200 V
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2008

nr. 107
MOTIE VAN HET LID GILL’ARD C.S.

Voorgesteld 17 april 2008

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende, dat er bij het verstrekken van onterechte vergoedingen aan VN-medewerkers door de Nederlandse overheid drie partijen verantwoordelijk zijn, namelijk de VN, de lidstaat en de betrokken persoon;

overwegende, dat de huidige situatie, waarin geschreven en ongeschreven regels naast elkaar bestaan en er ontransparantie in regelgeving is, onwenselijk en onhoudbaar is;

overwegende, dat als algemeen uitgangspunt geldt dat onterecht verkregen vergoedingen moeten worden terugbetaald;

verzoekt de regering om al het mogelijk in het werk te stellen om onterecht gegeven vergoedingen aan alle Nederlanders in VN-dienstverband juridisch terug te vorderen;

verzoekt de regering ervoor zorg te dragen dat onterecht hoge vergoedingen niet meer kunnen voorkomen en dergelijke suppletie uitsluitend te verstrekken op basis van transparante regelingen en in overeenstemming met de regels van internationale instellingen;

verzoekt de regering zich ervoor in te spannen dat de lidstaten de VN-reglementen naleven en de Kamer over het voorgaande te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

Gill’ard

Ferrier

Voordewind

Naar boven