nr. 106
MOTIE VAN HET LID DE ROON
Voorgesteld 17 april 2008
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende, dat het onaanvaardbaar is dat gelden afkomstig van de Nederlandse
belastingbetalers in strijd met de VN Standards of conduct for the international
civil Service en/of in strijd met de VN Staff regulations zijn aangewend ter
vergoeding van de huurkosten van een appartement in New York voor mevrouw
E. Herfkens ten tijde van haar werkzaamheden aldaar voor de VN;
overwegende, dat van mevrouw Herfkens – gezien haar opeenvolgende
maatschappelijke posities als ambtenaar van het ministerie van Buitenlandse
Zaken, belast met hulpprogramma’s aan derdewereldlanden, medewerker
bij de Wereldbank, ambassadeur bij VN-organisaties en minister voor Ontwikkelingssamenwerking –
verwacht mag worden dat zij weet en begrijpt dat een bij de VN te werk gestelde
persoon geen financiële vergoedingen behoort te ontvangen van anderen
dan de VN;
overwegende, dat in ieder geval op mevrouw Herfkens – gezien de
maatschappelijke posities die zij eerder bekleedde – een bijzondere
onderzoeksplicht rust om zelf na te gaan of aan haar door de Nederlandse overheid
ten overvloede toegekende vergoedingen in overeenstemming zijn met voor haar
bij de VN geldende regels;
constaterende, dat mevrouw Herfkens niet overeenkomstig dat inzicht heeft
gehandeld dan wel die onderzoeksplicht niet is nagekomen;
van oordeel, dat mevrouw Herfkens zich derhalve niet met een beroep op
door de Nederlandse overheid door toekenning van die vergoedingen opgewekt
vertrouwen, behoort te kunnen onttrekken aan haar plicht om die ten onrechte
door haar ontvangen vergoedingen aan de Nederlandse overheid terug te betalen;
verzoekt de regering om die ten onrechte ontvangen vergoedingen van mevrouw
Herfkens in en buiten rechte terug te vorderen,
en gaat over tot de orde van de dag.
De Roon