31 200 III
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Algemene Zaken, het Kabinet der Koningin en de Commissie van toezicht betreffende inlichtingenen veiligheidsdiensten (III) voor het jaar 2008

31 200 VI
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Justitie (VI) voor het jaar 2008

nr. 10
BRIEF VAN DE MINISTERS VAN JUSTITIE EN VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 28 november 2007

Gisteren is in uw Kamer bij de regeling der werkzaamheden onderstaande vraag gesteld door de Partij van de Dieren, met betrekking tot de nieuwe televisiespots van de Postbus 51-campagne «Nederland tegen Terrorisme»: «Waarom worden in die spotjes dierenrechtenactivisten neergezet als terroristen, gelet op het kabinetsstandpunt dat dierenrechtenactivisten geen terroristen zijn?»

In antwoord hierop het volgende; in de nieuwe campagneperiode van «Nederland tegen terrorisme» ligt de nadruk op het voorkomen van radicalisering. Om die reden wordt gewaarschuwd tegen de mogelijkheid dat personen met radicale opvattingen kunnen doorradicaliseren in de richting van het gebruik van geweld. De boodschap in het spotje dat ook aandacht moet worden besteed aan personen met radicale opvattingen past in het Nederlandse beleid, waarin wordt gewerkt vanuit de zogeheten «brede benadering». Daarbij is het streven radicaliseringsprocessen in een vroegtijdig stadium te onderkennen en tegen te gaan, om te voorkomen dat het uiteindelijk tot terrorisme zou kunnen komen. In de spotjes wordt het werk van drie groepen professionals in beeld gebracht die te maken kunnen hebben met radicalisering onder jongeren; leraren, jongerenwerkers en wijkagenten. Doel is om te laten zien hoe elk van deze beroepsgroepen een bijdrage levert aan het voorkomen van gewelddadige radicalisering in vroeg stadium. Hieruit mogen echter geen conclusies worden getrokken ten aanzien van mensen die deze (uitgesproken) opvattingen koesteren zonder dat zij in gewelddadige zin radicaliseren. De vertoonde spotjes geven naar ons inzicht ook geen aanleiding tot zulke conclusies.

De minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

G. ter Horst

Naar boven