31 200 IIA
Vaststelling van de begrotingsstaat van de Staten-Generaal (IIA) voor het jaar 2008

nr. 3
VERSLAG HOUDENDE EEN LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 22 oktober 2007

De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties1, belast met het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel, heeft de eer verslag uit te brengen in de vorm van een lijst van vragen met de daarop gegeven antwoorden.

Met de vaststelling van het verslag acht de commissie de openbare behandeling van het wetsvoorstel voldoende voorbereid.

De voorzitter van de commissie,

Leerdam

Adjunct-griffier van de commissie,

Hendrickx

1

Kunt u aangeven of, en in hoeverre, u afwijkt van de door de Tweede Kamer vastgestelde Raming voor 2008? Zo dit inderdaad het geval is, kunt u aangeven waarom?

Het begrotingshoofdstuk IIA wijkt op enkele onderdelen af van de bedragen die in de Raming voor 2008 zijn opgenomen. De belangrijkste oorzaak is gelegen in de toedeling van de loonen prijsbijstelling. Voorts ben ik – in afwachting van de invulling van de efficiencytaakstelling – vooralsnog terughoudend geweest met het honoreren van meerjarige personele claims. Het betreft hier de tijdelijke uitbreiding van de ondersteuning voor Europese aangelegenheden en de aanstelling van de beveiligingsambtenaar buiten de formatie van de beveiligingsdienst.

2

Respecteert u de budgettaire autonomie van de Staten-Generaal, met name de Tweede Kamer? Kunt u uw opvatting constitutioneel motiveren?

Het respect voor de bijzondere staatsrechtelijke positie van de Staten-Generaal komt onder andere tot uitdrukking in de beheersafspraken die gelden tussen de Staten-Generaal en mijn ministerie. Bij de opstelling van de begroting 2008 heb ik geopereerd als afgesproken in die beheersafspraken.

Volledige budgettaire autonomie – in die zin dat de regering de raming van de Staten-Generaal per definitie heeft over te nemen – verdraagt zich overigens niet met het bepaalde in de Grondwet. Verwezen zij in dat verband naar het debat tussen uw Kamer en mijn voorganger over de Tweede wijziging van de Comptabiliteitswet 2001 en het advies van de Raad van State in dat verband (Kamerstukken 29 833). Tijdens het debat in 2001 is door mijn voorganger voorgesteld dat de regering de raming van de Staten-Generaal overneemt tenzij deze in strijd is met het algemeen belang.


XNoot
1

Samenstelling:

Leden: Van Beek (VVD), Van der Staaij (SGP), De Pater-van der Meer (CDA), Van Bochove (CDA), Duyvendak (GL), Wolfsen (PvdA), Hessels (CDA), Gerkens (SP), Haverkamp (CDA), Leerdam (PvdA), voorzitter, De Krom (VVD), ondervoorzitter, Griffith (VVD), Irrgang (SP), Kalma (PvdA), Schinkelshoek (CDA), Van der Burg (VVD), Brinkman (PVV), Pechtold (D66), Van Raak (SP), Thieme (PvdD), Kuiken (PvdA), Leijten (SP), Heijnen (PvdA), Bilder (CDA) en Anker (CU).

Plv. leden: Teeven (VVD), Van der Vlies (SGP), Van de Camp (CDA), Atsma (CDA), Van Gent (GL), Vermeij (PvdA), Knops (CDA), Polderman (SP), Spies (CDA), Wolbert (PvdA), Aptroot (VVD), Zijlstra (VVD), Van Gerven (SP), Van der Veen (PvdA), Çörüz (CDA), Ten Broeke (VVD), De Roon (PVV), Van der Ham (D66), Van Bommel (SP), Ouwehand (PvdD), Bouchibti (PvdA), De Wit (SP), Kraneveldt-van der Veen (PvdA), Van Haersma Buma (CDA) en Cramer (CU).

Naar boven