31 200 F
Vaststelling van de begrotingsstaat van het Diergezondheidsfonds voor het jaar 2008

nr. 3
VERSLAG HOUDENDE EEN LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 8 oktober 2007

De vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit1, belast met het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel, heeft de eer verslag uit te brengen in de vorm van een lijst van vragen met de daarop gegeven antwoorden.

Met de vaststelling van het verslag acht de commissie de openbare behandeling van het wetsvoorstel voldoende voorbereid.

De voorzitter van de commissie,

Schreijer-Pierik

De griffier van de commissie,

Van Leiden

1

Hoe verhouden zich uw uitgaven voor diergezondheid tot de uitgaven van het bedrijfsleven en de Europese Commissie?

Een vergelijking van de uitgaven tussen overheid, bedrijfsleven en Europese Commissie over diergezondheid is nauwelijks mogelijk aangezien de basis van de uitgaven niet gelijk is.

Zonder uitputtend te zijn in de opsomming, ondersteunt en ontwikkelt de overheid onderzoek, kennis, diagnostiek en treedt LNV bij een beperkt aantal dierziekten op als opdrachtgever voor bewakingsprogramma’s en uitvoerder van bestrijdingsmaatregelen. Voor de bewaking zijn de uitgaven expliciet geraamd. Voor de bestrijding daarentegen niet aangezien deze afhankelijk zijn van het optreden van een uitbraak.

Het bedrijfsleven draagt voor diergezondheid de uitgaven voor de preventie, bewaking en bestrijding van alle dierziekten en draagt bij aan de ontwikkeling van kennis en onderzoek.

De Europese commissie ondersteunt de lidstaten door middel van co-financiering bij de uitroeiing van dierziekten en bij uitbraken van dierziekten. Deze laatste categorie is weer afhankelijk van het optreden van uitbraken. De uitgaven van de EU varieerden in de periode van 1995 tot en met 2005 van 47,3 miljoen in 1998 tot 164,2 miljoen in 2005.

2

Wat zijn de gespecificeerde uitgangsmaxima vanaf 2006 voor Mond- en Klauwzeer, Blauwtong en Aviaire Influenza?

De maxima van de door te berekenen uitgaven van het Diergezondheidsfonds aan het bedrijfsleven zijn in beginsel gespecificeerd naar categorie van dieren.

Slechts voor een beperkt aantal dierziekten is binnen het totaal per sector een specifiek plafond bepaald. Voor Mond- en Klauwzeer, Blauwtong en Aviaire Influenza zijn geen specifieke maxima vastgesteld. De maxima voor deze dierziekten vormen een onderdeel van het niet gespecificeerde deel van het maximum per sector.

3

Wat houdt de sentinelmonitoring in voor het bewakingsprogramma voor Blauwtong? Waarop is het aantal betrokken dieren en uitgaven gebaseerd?

Om de activiteit van het Blauwtongvirus te meten moeten sentineldieren (verklikkerdieren) worden ingezet. Sentineldieren zijn dieren waarvan bekend is dat ze geen Blauwtong hebben. Deze dieren worden maandelijks op Blauwtong getest. Door middel van deze monitoring kan Nederland aantonen of het Blauwtongvirus al dan niet in Nederland circuleert.

Het aantal dieren dat gebruikt wordt voor de monitoring is gebaseerd op epidemiologische standaarden in de Europese aanbevelingen voor sentinelmonitoring op Blauwtong. Het aantal dieren is zo gekozen dat 2% nieuwe besmettingen met 95% zekerheid gevonden zullen worden. De uitgaven zijn gebaseerd op de kosten die moeten worden gemaakt om gedurende het hele jaar maandelijks dieren te onderzoeken. Het gaat dan om het nemen van melkmonsters, laboratoriumkosten, manuren en reiskosten.

4

Kunt u aangegeven hoeveel bedrijven in 2007 te maken hebben gehad met een verdenking van Blauwtong en hoe dit zich verhoudt tot de raming van het aantal bedrijven voor 2008? Zijn de begrote uitgaven in dit opzicht reëel te noemen?

In het voorjaar van 2007 is in het kader van de begroting 2008 het aantal verdenkingen voor de ziekte blauwtong geraamd. Met de kennis van dat moment, toen bijvoorbeeld nog niet bekend of het blauwtongvirus de winter zou overleven, is dat aantal geraamd op 200.

Inmiddels is het aantal bedrijven dat dit jaar door blauwtong is besmet de 5000 al gepasseerd. Ook met deze kennis blijft het moeilijk een betrouwbare schatting te maken van het aantal te verwachten verdenkingen in 2008. Indien de uitbreiding van de epidemie zo doorzet zoals op dit moment, zullen ook volgend jaar weer duizenden bedrijven met blauwtong worden besmet. Indien er op tijd een passend en effectief vaccin beschikbaar komt, zullen we dat natuurlijk proberen te voorkomen.

De systematiek van de afhandeling van verdenkingen van blauwtong heb ik onlangs vereenvoudigd. Hierdoor zijn de kosten van het afhandelen van verdenkingen veel lager dan voorheen. Ook indien er in 2008 weer vele duizenden verdenkingen afgehandeld moeten worden, dekt het begrote bedrag deze kosten.

5

Kunt u een schatting geven van wat u kwijt zou zijn voor welzijnsaspecten, indien daar sprake van zou zijn en kunt u aangeven welk budget hiervoor beschikbaar gesteld kan worden?

In de beleidsdraaiboeken zoals deze zijn vastgesteld voor de diverse dierziekten zijn voorwaarden, waaronder welzijnsmaatregelen eventueel kunnen worden ingezet, opgenomen. De kosten voor deze welzijnsmaatregelen kunnen niet geraamd worden omdat deze afhankelijk zijn van het optreden van een uitbraak van een dierziekte.

6

Waarom is er sprake van voorfinanciering ten aanzien van de € 12,2 miljoen die ten gunste van de LNV-begroting wordt besteed?

In 2006 zijn middelen aan de LNV-begroting toegevoegd voor destructieuitgaven in latere jaren. Dit zowel voor reguliere- als crisisgerelateerde destructieuitgaven.

Deze middelen zijn in 2006 in het Diergezondheidsfonds gestort en ingezet ter voorfinanciering van uitgaven op het terrein van bestrijding van dierziekten, monitoring en bewakingsprogramma’s. Het deel van de middelen voor reguliere destructieuitgaven wordt bij begroting 2008 aan de LNV-begroting toegevoegd. Deze worden namelijk begroot en verantwoord op de LNV-begroting. De crisisgerelateerde destructieuitgaven worden begroot en verantwoord in het Diergezondheidsfonds.

7

Kunt u een uitsplitsing geven van de herkomst van de ontvangsten (stand ontwerpbegroting 2008) met daarbij een toelichting op de afspraken, die ten grondslag liggen aan deze bijdragen?

De ontvangsten voor financiering van de uitgaven zijn afkomstig van het bedrijfsleven, van het Rijk en in bepaalde situaties van de Europese Unie.

De uitsplitsing van de herkomst van de ontvangsten voor 2008 ziet er als volgt uit:

Het aandeel van het bedrijfsleven is EUR 4 303 (x 1000). Het aandeel van het Rijk betreft EUR 4 938 (x 1000).

De bijdrage van het bedrijfsleven en het Rijk aan bewakings- en bestrijdingsactiviteiten berust op het convenant «financiering bestrijding besmettelijke dierziekten» dat gesloten is met een aantal productschappen (PVV, PPE en PZ) en het Rijk.


XNoot
1

Samenstelling:

Leden: Van der Vlies (SGP), ondervoorzitter, Schreijer-Pierik (CDA), voorzitter, Atsma (CDA), Van Gent (GL), Poppe (SP), Waalkens (PvdA), Snijder-Hazelhoff (VVD), Jager (CDA), Ormel (CDA), Koopmans (CDA), Van der Ham (D66), Van Velzen (SP), De Krom (VVD), Samsom (PvdA), Van Dijken (PvdA), Neppérus (VVD), Jansen (SP), Jacobi (PvdA), Cramer (CU), Koppejan (CDA), Graus (PVV), Vermeij (PvdA), Zijlstra (VVD), Thieme (PvdD) en Polderman (SP).

Plv. leden: Van der Staaij (SGP), Mastwijk (CDA), Ten Hoopen (CDA), Duyvendak (GL), Luijben (SP), Tang (PvdA), Boekestijn (VVD), Bilder (CDA), Biskop (CDA), Vacature (CDA), Ko°er Kaya (D66), Van Leeuwen (SP), Dezentjé Hamming (VVD), Eijsink (PvdA), Depla (PvdA), Van Baalen (VVD), Kant (SP), Blom (PvdA), Ortega-Martijn (CU), Van Heugten (CDA), Brinkman (PVV), Kuiken (PvdA), Ten Broeke (VVD), Ouwehand (PvdD) en Lempens (SP).

Naar boven