31 200 D
Vaststelling van de begrotingsstaat van het Fonds economische structuurversterking voor het jaar 2008

nr. 3
VERSLAG HOUDENDE EEN LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 9 oktober 2007

De vaste commissie voor Economische Zaken1, belast met het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel, heeft de eer verslag uit te brengen in de vorm van een lijst van vragen met de daarop gegeven antwoorden.

Met de vaststelling van het verslag acht de commissie de openbare behandeling van het wetsvoorstel voldoende voorbereid.

De voorzitter van de commissie,

Kraneveldt-van der Veen

De griffier van de commissie,

Franke

1

Zijn de in de Miljoenennota aangekondigde wijzigingen in de FES-systematiek alleen technisch van aard, of zijn er ook wijzigingen doorgevoerd in de wijze waarop FES-projecten worden afgewogen en hoe daarover wordt besloten?

De wijzigingen in de FES-systematiek zijn niet alleen technisch van aard. De FES-criteria zijn gewijzigd, waardoor naast verkeer en vervoer en kennis ook investeringen voor de verduurzaming van de energiehuishouding, ruimtelijke investeringen en waterbeheer via het FES kunnen worden gefinancierd.

De toewijzingsprocedure van FES-middelen blijft ongewijzigd. Projectvoorstellen worden getoetst door het CPB op doelmatigheid en maatschappelijk nut. Projecten op het gebied van kennis en innovatie worden daarenboven nog beoordeeld door een Commissie van Wijzen. Het kabinet weegt deze onafhankelijke adviezen en neemt een besluit.

2 en 3

Uit welke bronnen bestaat de FES-voeding?

Hoe wordt in 2008 wat betreft het FES omgegaan met eenmalige opbrengsten en daaraan verbonden rentevoordelen uit hoofde van de verkoop van staatsdeelnemingen?

Het FES wordt gevoed uit gasbaten en de opbrengsten van verkoop van staatsdeelnemingen en het veilen van rechten. Ook in 2008 worden de opbrengsten uit hoofde van de structureel bespaarde rentelasten – minus dividendderving – die het gevolg zijn van het in mindering brengen op de staatsschuld van vervreemdingen van staatsdeelnemingen geheel in het FES gestort.

4

Wat onderscheidt het FES nog van andere begrotingen indien de voeding de facto uit de algemene middelen komt?

Het FES wordt i.t.t. andere begrotingen gevoed uit een deel van de aardgasbaten en de rentevrijval die ontstaat als gevolg van de verkoop van staatsdeelnemingen.

Het FES onderscheidt zich verder van andere begrotingen door de toewijzigingsprocedure (zie ook het antwoord op vraag 1). Daarnaast is het FES een verdeelfonds.

5

Is het denkbaar dat ook voor andere sectoren waar geld over meer begrotingen verdeeld moet worden een constructie van een verdeelfonds wordt gekozen?

Het kabinet ziet geen reden om andere verdeelfondsen in het leven te roepen.

6

Is de gasbatenvoeding van 2.1 miljard nu ook voor de komende jaren stabiel?

De meerjarige FES-voeding uit aardgasbaten gepresenteerd in de FES-begroting 2008 is zodanig vastgesteld dat de voorziene FES-uitgaven in die jaren kunnen worden gedekt.

7

Wat gebeurt er als de daadwerkelijke gasbaten lager uit zouden vallen dan de genoemde 2.1 miljard euro? Is er dan een tekort in het FES?

Gezien de huidige olieprijs is het bijzonder onwaarschijnlijk dat de totale gasbaten in het jaar 2008 lager uit zouden vallen dan het genoemde bedrag van € 2,1 mld. In theorie zou dat echter een tekort in het FES betekenen in het jaar 2008. Een dergelijk tekort dient echter in een meerjarig perspectief geplaatst te worden.

8

Kan nader ingegaan worden op de inhoud van de nieuwe FES-wet? Zal het FES in de toekomst ook gericht zijn op economische structuurversterking of worden er weer allerlei andere zaken mee gefinancierd?

De FES-wet zal worden aangepast om de criteria te wijzigen, waardoor naast verkeer en vervoer en kennis ook investeringen voor de verduurzaming van de energiehuishouding, ruimtelijke investeringen en waterbeheer via het FES kunnen worden gefinancierd. Ook deze criteria acht het kabinet gericht op versterking van de economische structuur. Daarnaast dient de FES wet te worden aangepast om een vaste voeding gedurende deze kabinetsperiode te realiseren. In deze kabinetsperiode wordt tevens een nieuwe, toekomstbestendige voedingssystematiek voor het FES ontwikkeld. Het kabinet komt voor de zomer van 2008 met een voorstel.

9

Is het denkbaar dat het FES wordt omgevormd tot een staatsinvesteringsfonds, zoals bijvoorbeeld Noorwegen heeft?

Het kabinet heeft op dit moment geen plannen om het FES om te vormen tot een staatsinvesteringsfonds, zoals bijvoorbeeld Noorwegen heeft.

10

Waarom is van de Investeringsimpuls 2006 nog slechts 6 miljoen van de 1613 miljoen euro gerealiseerd?

In het jaar 2006 is inderdaad ca. € 6 mln gerealiseerd van de beschikbare middelen voor diverse projecten uit de Investeringsimpuls 2006 gerealiseerd. Dat komt doordat het opstarten van de projecten uit Investeringsimpuls 2006 enige tijd kost. Daarbij was bij het vaststellen van de impuls voorzien dat de meeste projecten pas in 2007 zouden starten.

11

Is het waar dat er geen inkomsten meer zullen zijn uit staatsdeelnememingen, omdat de minister van Financiën tijdens het AO op 15 maart 2007 heeft aangekondigd dat er geen vervreemdingen meer zullen zijn, «tenzij daar dwingende redenen toe zijn»?

De vervreemding van staatsdeelnemingen uit het verleden genereert een structurele voeding voor het FES (zie ook het antwoord op vraag 2). De huidige minister van Financiën heeft aangegeven dat het beleid zal verschuiven naar «niet privatiseren tenzij». Daarnaast verschuift de focus van «verkopen als dat mogelijk is» ook naar beheren, omdat privatisering voor een groot deel van deelnemingen niet voor de hand ligt. Verwachting is daarom dat het aantal verkooptransacties en daarmee gemoeide verkoopopbrengsten (en aanvullende FES-voeding) in de komende jaren op een wezenlijk lager niveau zal liggen dan in de voorgaande periode.


XNoot
1

Samenstelling:

Leden: Van der Vlies (SGP), Crone (PvdA), Schreijer-Pierik (CDA), Vendrik (GL), Ten Hoopen (CDA), R. Kortenhorst (CDA), Hessels (CDA), ondervoorzitter, Van der Ham (D66), Van Velzen (SP), Aptroot (VVD), Smeets (PvdA), Dezentjé Hamming (VVD), Kraneveldt-van der Veen (PvdA), voorzitter, Irrgang (SP), Jansen (SP), Biskop (CDA), Ortega-Martijn (CU), Blanksma-van den Heuvel (CDA), Van der Burg (VVD), Graus (PVV), Zijlstra (VVD), Besselink (PvdA), Gesthuizen (SP), Ouwehand (PvdD) en Vos (PvdA).

Plv. leden: Van der Staaij (SGP), Kalma (PvdA), Van Dijk (CDA), Duyvendak (GL), Van Vroonhoven-Kok (CDA), J. Kortenhorst (CDA), De Rouwe (CDA), Koşer Kaya (D66), Ulenbelt (SP), Blok (VVD), Samsom (PvdA), Weekers (VVD), Van Dam (PvdA), Karabulut (SP), Luijben (SP), De Nerée tot Babberich (CDA), Cramer (CU), Atsma (CDA), De Krom (VVD), Madlener (PVV), Nicolaï (VVD), Blom (PvdA), Gerkens (SP), Thieme (PvdD) en Heerts (PvdA).

Naar boven