31 145
Wijziging van de Telecommunicatiewet en de Wet op de economische delicten in verband met de implementatie van Richtlijn 2006/24/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie betreffende de bewaring van gegevens die zijn verwerkt in verband met het aanbieden van openbare elektronische communicatiediensten en tot wijziging van Richtlijn 2002/58/EG (Wet bewaarplicht telecommunicatiegegevens)

nr. 13
AMENDEMENT VAN DE LEDEN PECHTOLD EN AZOUGH

Ontvangen op 14 mei 2008

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

In artikel I, onderdeel D, vervalt in artikel 13.2b de zinsnede «126hh,».

Toelichting

Dit amendement strekt tot inperking van de in het wetsvoorstel Bewaarplicht Telecommunicatiegegevens voorgestelde datamining bevoegdheden voor de opsporingsautoriteiten. In artikel 4 van de Richtlijn dataretentie wordt aan de lidstaten de verplichting opgelegd om bepalingen aan te nemen om te waarborgen dat de overeenkomstig deze richtlijn bewaarde gegevens alleen in welbepaalde gevallen, en in overeenstemming met de nationale wetgeving, aan de bevoegde autoriteiten worden verstrekt. De bevoegdheid om op grond van artikel 126hh Wetboek van Strafvordering integrale gegevensbestanden over veel burgers op te vragen is in strijd met het vereiste van «welbepaalde gevallen», zoals door het CBP in zijn advies benadrukt (*noot: advies van 22 januari 2007, blz. 12) en onlangs ook door het hoogste Duitse gerechtshof, het Bundesverfassungsgericht bevestigd in zijn (voorlopige) uitspraak d.d. 11 maart 2008 over de implementatie van de Richtlijn Dataretentie in Duitsland. Bij voorlopige voorziening heeft het Bundesverfassungsgericht geoordeeld dat de gegevens die door de bewaarplicht worden bewaard, niet massaal, zonder concrete verdenking van een ernstig misdrijf, mogen worden opgevraagd. Volgens het BVG ($ 155) betekent de mogelijkheid van toegang tot de bewaarde verkeersgegevens an sich al een aanzienlijke bedreiging van het grondwettelijke vastgelegde recht op bescherming van de persoonlijke levenssfeer. Door de bewaarplicht wordt elke burger bij elk gebruik van telecommunicatievoorzieningen geraakt, schrijft het BVG, waardoor een veelvoud van gevoelige gegevens over praktisch iedereen voor de Staat opvraagbaar is. Dit risico dient zich concreet aan bij een individuele bevraging, maar stijgt in het licht van de alomvattende opslag van het telecommunicatiegedrag van de hele bevolking ver boven het risico van de individuele bevraging uit en dreigt de onbevangenheid van telecommunicatie-uitwisselingen en het vertrouwen in de bescherming van het telecommunicatiegeheim volledig te verstoren. Zelfs bij de vordering van gegevens in individuele gevallen kunnen al veel gegevens over onverdachte personen worden opgevraagd, zoals bijvoorbeeld over de mensen met wie een verdachte heeft gebeld. In het geval van een vordering van een geheel bestand uit de op grond van de bewaarplicht ontstane gegevensverzameling op grond van artikel 126hh van het Wetboek van Strafvordering, zijn de effecten op onverdachte en onschuldige burgers disproportioneel.

Door de invoering van de wettelijke bewaarplicht voor verkeersgegevens over het telefonie- en internetgedrag ontstaat ook in Nederland een grote hoeveelheid nieuwe gevoelige gegevens over vrijwel alle burgers. Toegang tot deze nieuwe gegevens was niet voorzien bij de parlementaire behandeling van de Wet tot wijziging van het Wetboek van Strafvordering, het Wetboek van Strafrecht en enige andere wetten ter verruiming van de mogelijkheden tot het opsporen en vervolgen van terroristische misdrijven van 20 november 2006. Uitbreiding van de reikwijdte van deze bevoegdheid tot de nieuw te bewaren gegevens dient dan ook opnieuw getoetst te worden aan de Wet bescherming persoonsgegevens, artikel 10 Grondwet en artikel 8 EVRM, waarbij het aan de overheid is om de noodzaak voor toepassing van deze bevoegdheid op de telecommunicatiegegevens onomstotelijk aan te tonen.

In de Memorie van Toelichting wordt gesteld dat toepassing van de bevoegdheid van artikel 126hh wel degelijk beperkt zou zijn tot een bepaald geval, namelijk een verkennend onderzoek dat tot doel heeft om de opsporing van terroristische misdrijven voor te bereiden. Dit laat echter onverlet dat de bevoegdheid van artikel 126hh een algemene sleepnetmethode toelaat, waarbij over grote groepen onverdachte burgers grote hoeveelheden gevoelige informatie wordt opgevraagd en doorzocht. De kans dat bij het zoeken naar bepaalde profielen en patronen van handelingen van personen ook onverdachte burgers in het vizier komen, omdat zij «per ongeluk» aan de giscriteria voldoen, is groot.

Over de mogelijkheden van datamining is onvoldoende bekend, terwijl de risico’s groot zijn. Uit het rapport «Data voor daadkracht» blijkt dat er te weinig bestuurlijke en politieke aandacht is voor het inwinnen van gegevens uit externe gegevensbestanden door de inlichtingen- en opsporingsdiensten, dat er geen totaaloverzicht is van wetgeving die datamining mogelijk maakt, dat er onvoldoende inzicht is in het aantal bevragingen en het resultaat ervan en dat er nauwelijks vergelijking mogelijk is met andere landen. Het rapport trekt de conclusie: «Het complex van deelsystemen voor het inwinnen van gegevens uit externe databases voldoet niet aan daaraan te stellen normen van grondslag en vormvereisten, maatschappelijke zorgvuldigheid, effectiviteit en doelmatigheid.»

De adviescommissie concludeert eveneens dat de rijksoverheid weinig oog toont voor bezwaren over de vertaling van de Europese richtlijn inzake dataretentie in Nederlandse wetgeving. De concrete aanbevelingen van de adviescommissie, met name als het gaat om het opstellen van een nieuwe stelselwet voor de bevraging van externe databestanden met een daarop afgestemd toetsingskader, verdienen navolging. Zonder nader inzicht in het nut, de noodzaak, de effectiviteit en de doelmatigheid van de mogelijkheid tot datamining op de gevoelige gegevens over ieders telecommunicatiegedrag, is het onverantwoord om toegang op grond van artikel 126hh in het huidige wetsvoorstel te laten staan.

Pechtold

Azough

Naar boven