31 143
Deltaplan inburgering

nr. 54
GEWIJZIGDE MOTIE VAN HET LID DIJSSELBLOEM TER VERVANGING VAN DIE GEDRUKT ONDER NR. 50

Voorgesteld 7 april 2009

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende, dat op basis van artikel 31 van de Wet inburgering het college ontheffing verleent van de inburgeringsplicht, indien het college op grond van door de inburgeringsplichtige aantoonbaar geleverde inspanningen tot het oordeel komt dat het voor hem redelijkerwijs niet mogelijk is, het inburgeringsexamen te behalen;

constaterende, dat in artikel 5.5 van het Besluit inburgering wordt gesteld dat deze ontheffing niet eerder kan worden verleend dan zes maanden voor het verstrijken van de voor de inburgeringsplichtige geldende termijn, bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de wet;

overwegende, dat dit in de praktijk betekent dat in die gevallen waarbij een ontheffing gerechtvaardigd is, deze pas na drie jaar kan worden verleend;

overwegende, dat dat in voorkomende gevallen een onnodig en onwenselijk lange termijn van onzekerheid betekent;

verzoekt de regering de voor de ontheffing van de inburgeringsplicht gestelde termijn van zes maanden uit het Besluit inburgering dusdanig te wijzigen dat de gemeente een inburgeringsplichtige in een eerder stadium kan ontheffen van die inburgeringsplicht,

en gaat over tot de orde van de dag.

Dijsselbloem

Naar boven